1.4 Tarieven en toegepaste indexeringen

Binnen de kaders van de wet heeft de gemeente enige beleidsvrijheid over de hoogte van de heffingen. Het coalitieconvenant vult deze beleidsvrijheid deels in. 

Voor de indexering van de opbrengsten van de gemeentelijke Onroerende Zaak belasting blijven we net als in 2024 de gewogen LPO indexatie gebruiken uit de Voorjaarsnota 2024. Die indexatie is 3,5% in 2025 (17).

Met de ondernemers in de recreatieve sector is de afspraak gemaakt de tarieven slechts om de 2 jaar te indexeren. De laatste verhoging dateert uit 2024. Dit betekent dat we de tarieven voor 2025 van €1,50 per persoon per overnachting niet verhogen. Ondernemers in de toeristenbranche zijn hierover per brief persoonlijk geïnformeerd.

De tarieven voor afval en riolen zijn zoals te doen gebruikelijk 100% kostendekkend.

Voor de salarissen hebben in 2025 geïndexeerd met de loonvoet overheid van 4,4% uit het CEP 2024. Meerjarig hebben we de prijsindex BBP toegepast. Voor het verschil tussen de prijsindex en de loonvoet is een risico opgenomen.

De lasten in deze begroting inbegrepen subsidies aan professionele en vrijwilligersorganisaties zijn geïndexeerd met de prijsindex bbp tenzij er andere afspraken gelden zoals onder andere bij lopende contracten of vastgestelde begrotingen van gemeenschappelijke regelingen.

(17) De prijsindex bbp in 2025 is 2,3%.