2.2.7 Weerstandvermogen en Risicobeheersing

In deze paragraaf beoordelen wij of de benodigde weerstandscapaciteit groot genoeg is om de mogelijke financiële gevolgen van de mogelijk op te komen risico’s af te dekken. De wijze van berekenen en de onderliggende definities zijn vastgelegd in de Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2021 die door de raad eind 2020 is vastgesteld. 

Als eerste presenteren we de weerstandsbehoefte. Dit betreft de totaalsom van de restimpact van alle geïnventariseerde majeure financiële (ramings)risico’s. Vervolgens presenteren we de weerstandscapaciteit. Die is gebaseerd op de geraamde meerjarige stand van de reserves en voorzieningen (zie bijlage 4) waarbij we wel uitgaan van de stand van 31 december van enig jaar. In de weerstandsratio vergelijken we de capaciteit (Teller)  met de behoefte (Noemer) en zetten dit af tegen de door de raad vastgestelde normering. 

Weerstandsbehoefte

Terug naar navigatie - Weerstandsbehoefte

De weerstandsbehoefte is per programma geïnventariseerd en in de 4eW van ieder programma toegelicht. De basis voor de risico-inventarisatie is gelegd in de kadernota. De financiële restimpact per risico stellen we vast door de maximale financiële impact van een risico te vermenigvuldigen met een kanspercentage (%). Dat is de kans dat het risico op komt en de kans dat het risico, als het op komt, ook maximaal op komt. We hanteren hierbij de volgende vaste normering:

Kans-inschatting Percentage
Zeer hoog 100%
Hoog 75%
Gemiddeld 50%
Laag 25%
Zeer laag 10%
Max impact * Kans% = Financieel rest-impact

Het inschatten van de maximale impact & kans per risico is geen exacte wetenschap. Daarom geven we in de toelichting van de 4eW per programma een onderbouwing over de inschatting en aannames die zijn gedaan om te komen tot de bepaling van de maximale financiële impact en de kans-inschatting (zeer) hoog, midden of (zeer) laag. Door periodiek telkens op dezelfde systematische wijze de risico’s en de restimpact te inventariseren trachten we de inventarisatie van de weerstandsbehoefte zoveel als mogelijk te objectiveren.

We passen de 80/20 regel toe bij het inventariseren van de ramingsrisico’s. Dat betekent dat we ervan uit gaan dat de door ons geïnventariseerde risico’s slechts 20% van het totaal vormen maar wel zorgen voor 80% van de financiële rest-impact. Dat betekent tevens dat de niet in de 4eW benoemde ramingsrisico’s – in omvang 80% van de risico’s - slechts 20% financiële restimpact hebben. Door te focussen op de 20% majeure ramings-risico’s leggen we de aandacht neer waar die moet liggen. We houden er dus rekening mee dat we in het kader van de berekening van de weerstandsbehoefte 20% van de restimpact niet hebben vastgesteld en tellen die 20% dus op bij de geïnventariseerde financiële restimpact. Samen vormt dit het zogeheten totaal van de benodigde weerstandsbehoefte. 

(cijfers x € 1000)
Risico Progr. Majeure risico omschrijving Weerstandsbehoefte
2025 2026 2027 2028
R01 6 Meerjarige exploitatie en onderhoud Maatschappelijke Basisvoorziening Brandpoort 205 210 214 219
R02 5 Verhoging exploitatiebijdrage Zwembad In de Bende 110 115 120 125
R03 6 Financiële impact prognose ontwikkeling clientenaantallen PW bij ISD BOL op de nullijn i.p.v. jaarlijks -2% 356 594 832 1.056
R04 0 Onzekere energieprijzen 270 270 270 270
R05 0 Potentieel extra personele kosten door paspoortpiek in de jaren 2024-2028 68 70 71 72
R06 6 Ontwikkelingen GR Kredietbank Limburg 263 263 263 263
R07 7 Vervallen - - - -
R08 3 Onderhoud Rijksmonument Kasteel Schaesberg 50 50 35 35
R09 1 Restrisico toezicht en handhaving 0 0 0 0
R10 5 Groei van invasieve exoten 25 25 25 25
R11 7 Niet continue spuk's cdoke 0 50 50 50
R12 5 Niet behalen van vastgestelde beeldkwaliteit door extreme weersomstandigheden 75 75 75 75
R13 5 Ophoging exploitatiebijdrage Sportbedrijf Landgraaf BV i.v.m. gebruiksbeheer Brandpoort 19 23 26 30
R14 6 Financiële kwetsbaarheid zorgaanbieders pm pm pm pm
R15 6 Hervormingsagenda Jeugd 656 1.096 1.147 1.147
R16 6 JENS onderzoek meerkosten 1.932 2.136 2.679 2.679
R17 6 Maatwerk i.r.t. segment Wonen inkoop Zuid Limburg 200 0 0 0
R18 6 Toenemende kosten gebruik jeugdzorg 300 300 300 300
R19 6 Veranderingen in de jeugdbeschermingsketen pm pm pm pm
R20 7 Risico GGD en JGZ (GGDZL) 158 158 158 158
R21 6 Risico Veilig Thuis (GGDZL) 71 71 71 71
R22 5 Beheer, onderhoud en facilitering Slot Schaesberg 0 0 63 63
R23 6 Omnibuzz 39 39 39 39
R24 6 Verhoging exploitatiebijdrage aan Park Strijthagen en wijkcentrum An de Koel 0 0 154 158
R25 6 Toename schuldhulpverlening via Kredietbank Limburg 105 105 105 105
RI 0 Herverdeling gemeentefonds 0 564 959 959
RII 0 Indexering salarislasten 0 470 994 1.431
RIII 0 Werving boven de formatie 1.000 750 500 250
RIV 6 Onvoldoende omvang egalisatierserve BUIG 250 250 250 250
? Totaal restimpact risico's 6.152 7.684 9.400 9.830
20% niet geidentificeerde risico's 1.230 1.537 1.880 1.966
? Totaal weerstandsbehoefte 7.382 9.221 11.280 11.796
Tabel Risico's

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit, ook wel genoemd het weerstandsvermogen indien dit zich beperkt tot vermogenscomponenten, betreft de omvang van de financieel beschikbare middelen zoals geraamd op op 31 dec van het betreffende jaar die we in kunnen zetten om de financiële gevolgen van de daadwerkelijk opkomende risico’s in enig jaar op te kunnen vangen zonder dat dit per direct gevolgen heeft op het vastgestelde beleid. De vermogenscomponenten die we meenemen in de berekening van de weerstandscapaciteit beperken we tot:
-    De algemene reserve
-    De bestemmingsreserves
-    De egalisatiereserves
-    Onderhoudsreserves (1)
Stille reserves en afschrijvingsreserves nemen we dus niet mee omdat die of niet altijd op korte termijn effectief vrij te maken zijn (stille reserves) of beklemd zijn ter dekking van de afschrijvingslasten van een investering (afschrijvingsreserves). 
Wij nemen alleen de vermogenscomponenten op in de berekening van onze weerstandscapaciteit. Daarmee is onze weerstandscapaciteit hetzelfde als ons weerstandsvermogen. We nemen de exploitatie stelpost loon- en prijscompensatie, alhoewel die als eerste in aanmerking komt voor dekking van een opkomend risico gerelateerd aan loon- en prijsstijgingen, dus niet op in onze weerstandscapaciteit.

(1) We nemen deze voortaan mee.

Uit bovenstaande tabel is te concluderen dat onze weerstandscapaciteit op basis van de nu voorliggende ramingen van de reservepositie zich lijkt te stabiliseren rond de 30 miljoen met een kleine dip in 2024.
De algemene reserve lijkt zich te stabiliseren naar €13 miljoen.

(cijfers x € 1000)
Stand reserves per 31 dec 2024 2025 2026 2027 2028
Algemene reserve 14.456 14.871 13.473 13.373 13.273
Egalisatiereserve 5.720 5.458 3.704 2.528 2.738
Bestemmingsreserves 11.641 12.109 12.276 12.564 12.892
Onderhoudsreservres 805 949 1.092 1.236 1.379
Totaal 32.623 33.388 30.545 29.701 30.282
Tabel reserves

Uit bovenstaande tabel is te concluderen dat onze weerstandscapaciteit op basis van de nu voorliggende ramingen van de reservepositie zich lijkt te stabiliseren rond de 30 miljoen met een kleine dip in 2024.
De algemene reserve lijkt zich te stabiliseren naar €13 miljoen.

Weerstandsratio

Terug naar navigatie - Weerstandsratio

De indicator aan de hand waarvan we kunnen beoordelen of we in staat zijn risico’s financieel op te vangen betreft de weerstandsratio. Die ratio is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit (teller) en de weerstandsbehoefte (noemer). 

Ratio

Als weerstandsratio’s hanteren we een kleine (r) en een grote ratio (R) waarbij in de kleine ratio alleen de algemene reserve (teller) wordt afgezet tegen de weerstandsbehoefte (noemer). In de grote ratio nemen we ook de bestemmingsreserves, onderhoudsreserves en de egalisatiereserves mee in de vaststelling van de omvang van de weerstandscapaciteit. In de praktijk van de toepassing sturen we vooral op de kleine ratio waarbij we de weerstandsbehoefte afzetten tegen alleen de algemene reserve. Dat is tenslotte de enige reserve zonder bestemming anders dan afdekking van risico’s. 

 

(cijfers x € 1000)
Weerstandsratio 2025 2026 2027 2028
Weerstandsbehoefte 7.382 9.221 11.280 11.796
Weerstandsvermogen klein (per 31/12) 14.871 13.473 13.373 13.273
Weerstandsvermogen groot (per 31/12) 33.388 30.545 29.701 30.282
Kleine weerstandsratio ( r ) 2,0 1,5 1,2 1,1
Grote weerstandsratio ( R ) 4,5 3,3 2,6 2,6
Tabel weerstandsratio

In bovenstaande berekening van de ratio is géén rekening gehouden met incidentele voor of nadelen die nu nog niet bekend zijn maar die ieder jaar opnieuw opkomen. Nog niet verwerkte voordelen betreft bijvoorbeeld de resultaten uit de komende jaarrekeningen die zo blijkt uit ervaring vaker positief dan negatief zijn. Nadelig voor de ontwikkeling van de ratio betreft natuurlijk die risico’s die in enig jaar daadwerkelijk deels of volledig opkomen. Die zullen de prognose van het weerstandsvermogen negatief beïnvloeden.

Een andere niet verplicht op te nemen indicator die inzicht geeft over de voldoende omvang van de algemene reserve is de omvang van de algemene reserve t.o.v. de totale omzet aan baten en lasten inbegrepen inzet reserves. De algemene reserve stabiliseert zich rond de €13 miljoen. Dat is ruim €3 miljoen lager dan in de begroting 2024. Zetten we de verwachte omvang van de algemene reserve per 31 december in enig jaar af tegen verwachte ‘’omzet’’ in dat jaar dan zien we dat het percentage afnemend is en duidelijk lager is dan in de begroting 2024.

(x € 1000)
Omvang algemene reserve als % omzet 2025 2026 2027 2028
Ontwikkeling algemene reserve per 31/12 14.871 13.473 13.373 13.273
Som van de lasten na inzet reserves 157.672 150.458 151.194 153.241
Precentage (%) 9,4% 9,0% 8,8% 8,7%
Tabel reserves als % van de omzet

Alhoewel er nog geen norm hiervoor door de raad is vastgelegd willen we in nog te actualiseren nota weerstandsvermogen en risicomanagement deze ratio met een norm toevoegen. Dit omdat er in de berekening van de weerstandsbehoefte veel inschattingen zitten op het onderdeel weerstandsbehoefte. We zijn van mening dat een harde cijfermatige toetsingsratio naast een ratio die v.w.b. weerstandsbehoefte sterk gebaseerd is op risicoperceptie iets toevoegt aan het financieel beheer en de beoordeling van de reservepositie in het bijzonder. 

Verplichte BBV Kengetallen

Terug naar navigatie - Verplichte BBV Kengetallen

De set van verplichte financiële kengetallen is vastgelegd in een ministeriële regeling. Deze kengetallen behoren formeel te worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Wij hebben deze informatie echter opgenomen in de paragraaf financiering. De samenvattende tabel met de analyse is opgenomen in hoofdstuk 1 van deze begroting.