2.2.5 Onderhoud Kapitaalgoederen

De kapitaalgoederen die de gemeente in eigendom heeft, dienen we op een dusdanige wijze te beheren, dat deze kapitaalgoederen hun functie op korte en lange termijn kunnen vervullen. Op korte termijn dient voldoende aandacht te zijn voor aspecten als veiligheid en risicoaansprakelijkheid, terwijl op langere termijn de duurzaamheid van het integraal onderhoud ertoe moet leiden, dat er geen sprake is van kapitaalvernietiging ten gevolge van achterstallig onderhoud.

We maken binnen deze kapitaalgoederen navolgend een onderverdeling in:
-    Wegen
-    Groen
-    Riolering en waterhuishouding
-    Elementenbeheer
-    Reiniging
-    Gebouwen

De omvang van de kapitaalgoederen wordt door onderstaande gegeven weergegeven:

Soort kapitaalgoed Omschrijving Hoeveelheid
Wegen Asfaltverhardingen in m2 990.091
Elementenverhardingen in m2 1.136.157
Groen Aantal bomen (straat- parkbomen) 9.753
Openbaar groen – beplanting in m2 1.972.463
Openbaar groen – grazige vegetatie in m2 1.491.362
Bos en natuurterreinen in ha. 48,73
Elementenbeheer Aantal lichtmasten 8.666
Aantal banken en zitgelegenheden 242
Riolering Aantal kolken 10.119
Aantal pompen en gemalen 22
Vrijval riool in km 217
Persleiding in km 4,2
Reiniging Zie de gegevens bij wegen en groen zie wegen en groen
Gebouwen Aantal gebouwen
-onderwijs 12
-buitensport 9
-binnensport 3
-sociaal maatschappelijk 12

Artikel 12 van het BBV schrijft voor dat van de kapitaalgoederen moet worden aangegeven:
-    Beleidskader
-    De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties
-    De vertaling van de financiële consequenties in de begroting

Soort kapitaalgoed Beheerplan c.q. raadskader Looptijd Kwaliteits niveau Financiële vertaling Achterstallig onderhoud
Wegen Beeldkwaliteitsgids BOR 2024 2034 C N.v.t. N.v.t.
Integrale weginspectie 2023 2024 C Deels Nee
Groen Bomennota 2014 2024 N.v.t. Ja Nee
Groenstructuurplan 2017 2047 N.v.t. Ja Nee
Kwaliteitsgids BOR 2023 2034 A, B en C Ja Nee
Bosbeheervisie 2021 2030 Veilig en duurzaam Deels Nee
Riolering Watertakenplan 2023 2028 N.v.t. Ja Nee
Elementen Beleidsnota openbare verlichting 2016 2020 C Ja Deels
Reiniging Kwaliteitsgids BOR 2024 2034 A,B en C Ja Nee
Gebouwen DMOP’s 2021 2026 Klasse 2-3 (goed tot redelijk) Ja Nee

Naar aanleiding van metingen van de kwaliteit van onderhoud is er in nauwe samenwerking met de raad een uitgebreid onderzoek uitgevoerd welk gerelateerd heeft in een drietal volledig uitgewerkte scenario’s voor zowel groen als reiniging. In deze begroting heeft het college het scenario verwerkt waarin de onderhoudstoestand in de centra A is, in de buitengebieden C en voor het overige B. Voor de Wilhelminaberg houden we onderhoudsniveau B aan vanwege haar functie als toeristische trekpleister. 

Voor het vervangen van masten zijn minimale budgetten beschikbaar welke uitsluitend toereikend zijn om de masten die gevaar op dreigen te leveren te vervangen.

De intentie is om met aanbestedingsvoordelen en slimmere combinaties van werkzaamheden (bv. combineren van werkzaamheden of wachten tot wegreconstructies aan de orde zijn) deze bezuiniging te effectueren zonder dat dit leidt tot achterstallig onderhoud. De jaarlijkse monitoring van de onderhoudstoestand laat per 2023 zien dat de afname van achterstalligheid is gestopt. Omdat er veel wegen in eenzelfde tijdsperiode zijn aangelegd zijn er veel wegen die nu dezelfde slijtagepatronen laten zien. De verwachting is dat er de komende jaren een toename van achterstalligheid zal optreden. 

Onderhoud wegen

Terug naar navigatie - Onderhoud wegen

Jaarlijks vindt er een externe inspectie plaats naar de staat van onderhoud van de verhardingen (wegen, trottoirs, rijwielpaden, parkeerplaatsen) waarbij de CROW-systematiek wordt gehanteerd. Het vastgestelde niveau is voor de Ruggengraat en de Centra niveau B en voor de overige wegen en fietspaden niveau C. Daarnaast vindt er een jaarlijkse knelpuntenanalyse door de eigen dienst plaats. Op basis van de inspectiegegevens en de knelpuntenanalyse bepalen we het noodzakelijke onderhoud aan de verhardingen, rekening houdend met de beschikbare budgettaire ruimte en het vastgestelde kwaliteitsniveau. Dit gebeurt in nauw overleg met de andere vakdisciplines riolen, verkeersveiligheid en dergelijke. 
 
In het verleden gaf de provincie aan dat het onderhoud wegen op de CROW norm C moeten worden uitgevoerd. Deze CROW norm betekent dat er geen sprake van achterstallig onderhoud mag zijn en dat onvoldoende onderhoud op korte termijn moet worden weggewerkt. We blijven de onderhoudstoestand jaarlijks monitoren. De evaluatie in 2022/2023 laat zien dat dat de afname van achterstalligheid tot stilstand is gekomen. De oorzaak hiervan is dat een groot deel van het wegenareaal in eenzelfde tijdsperiode is aangelegd en nu gelijktijdig in achterstalligheid komt. Er is een extra analyse van de weginspectie uitgezet om een goede prognose te krijgen. De resultaten zijn op het moment van het schrijven van deze paragraaf nog niet bekend.

Om het wegenonderhoud structureel beheersbaar te houden zoeken wij overigens ook naar duurzame oplossingen, zoals het minder toepassen van asfalt in de woonwijken. Er wordt nu vaker gekozen om asfalt te vervangen door gebakken klinkers. Een rijbaan die bestaat uit gebakken klinkers behoeft slechts één keer in de 35 jaar te worden herstraat terwijl asfalt intensiever onderhoud nodig heeft. Naast het jaarlijks onderhoud door scheurvulling en reparatievakken zal eens in de 17,5 jaar de toplaag vervangen worden en om de 35 jaar de complete asfaltconstructie. De investering voor het toepassen van gebakken klinkers is ten opzichte van asfalt iets hoger, maar deze wordt terugverdiend door lagere onderhoudskosten en de restwaarde (opnieuw toepassen) van het bestratingsmateriaal. Nog een voordeel is dat reparatievakken vrijwel onzichtbaar hersteld kunnen worden.

Vanaf 2020 is er nog een andere wijziging in de begroting verwerkt. Het betreft de financiële verwerking van het vervangen van complete asfaltconstructies. Deze vervangingsinvesteringen zijn tot en met 2019 als onderdeel van het onderhoudsprogramma direct ten laste van de exploitatie gebracht in het kader van onderhoud. Vanaf 2020 worden deze investeringen, die in omvang circa 60% van het beschikbare totaalbudget voor onderhoud uitmaken, daadwerkelijk geïnvesteerd en afgeschreven. Er is hierdoor – zei het in afnemende mate – sprake van een ontlasting van de gemeentebegroting.
Met betrekking tot de recreatief-toeristische fietspaden in het buitengebied is vanaf de begroting 2019 een extra structureel bedrag van € 65 duizend opgenomen. De eerste resultaten hiervan zijn in de loop van 2019 zichtbaar geworden en wij zullen met deze inhaalslag verder gaan.

In de begroting is rekening gehouden met de structurele component van het nieuwe prijspeil. 

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:    

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Lasten wegen, trottoirs en fietspaden 2.448 2.460 2.481 2.500

Onderhoud groen

Terug naar navigatie - Onderhoud groen

Het Groenstructuurplan geeft een lange termijnvisie (30 jaar, met actualisatie om de 10 jaar) op de gewenste ontwikkeling van het openbaar groen in de openbare ruimte binnen de bebouwde kom en het buitengebied van Landgraaf. Op basis van het Groenstructuurplan is door de raad in 2012 het integraal beheerplan openbare ruimte 2012-2017 vastgesteld. In het daaraan gekoppelde uitvoeringsplan is dit vertaald in twee beeld(kwaliteit)bestekken: wegbermen- en groenonderhoud. In 2017 is het nieuwe Groenstructuurplan vastgesteld met een looptijd tot 2025.

In de begroting van 2019 zijn de areaaluitbreidingen als gevolg van de aanleg van de Buitenring Parkstad Limburg (groencompensatie) alsmede de areaaluitbreidingen als gevolg van het WOP NL verwerkt, waarmee het budgettair kader op orde zou moeten zijn. Er zijn twee ontwikkelingen die in samenhang met elkaar zorgen voor een verontrustend beeld over het groenonderhoud in relatie tot de budgettaire kaders, te weten de afname van de instroom van Wsw’ers en de verboden op het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Dit leek ten tijde van de begroting 2020 tot een noodzakelijke verhoging van het budget van – op termijn – € 1 miljoen te leiden. Uit deze zorg is toen een eerste bestuursopdracht gevloeid waarvan de resultaten duiden op toereikende beheersbudgetten. Toen ter tijd is een bedrag van € 78 duizend structureel toegevoegd voor het kunnen uitvoeren van noodzakelijke omvormingen en vervangingen. Dit bedrag is met ingang van de begroting 2022 dan ook in de begrotingscijfers opgenomen. Na afronding van de bestuursopdracht hebben vervolgmetingen uitgewezen dat de kwaliteit toch sneller achteruitging dan in 2020 verwacht. Tevens is het signaal dat uw raad ultimo 2022 heeft gegeven per motie dat de kwaliteit van het groenonderhoud onder de maat is, aanleiding geweest om nogmaals goed te onderzoeken welke budgetten naar de stand van ‘vandaag’ benodigd zijn. In de begroting van 2023 is reeds voorzien in om € 450 duizend in structurele zin bij te ramen en in 2023 aanvullend hierop een bedrag van € 500 duizend incidenteel te begroten. In de begroting vanaf 2024 hebben we de uitkomsten verwerkt van de studie die in nauwe samenwerking met de raad verricht is naar het hoe en naar het wat van onderhoud. Zo ook in de deze begroting 2025. De door de raad gewenste variant (alles onderhouden op B niveau en de centra daarbij onderhouden op A niveau) is hierbij verwerkt in de budgetten waartoe een extra structureel bedrag is toegevoegd van € 621duizend in 2024 oplopend tot € 813 in 2027. De oplopende reeks is het gevolg van de noodzakelijke vervanging van uitstromende Wsw-geïndiceerde medewerkers door cao-medewerkers.

In de bossen heeft eind 2019 een inventarisatie plaatsgevonden. Deze inventarisatie laat zien dat we een inhaalslag moeten plegen om de bossen klimaatbestendig te maken en om aan de wettelijke verplichting te blijven voldoen (wet Natuurbescherming). Deze inhaalslag is inmiddels uitgevoerd in de winters van 2020-2021 en 2021-2022. Na uitvoering van de werkzaamheden kunnen we de bossen vanaf 2023 weer beheren door uitvoering van regulier onderhoud. Het onderhoud wordt uitgevoerd door de Stichting Bosbeheer Landgraaf met overwegend vrijwilligers.

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Lasten openbaar groen en groen in het buitengebied 2.490 2.508 2.526 2.539

Riolering en waterhuishouding

Terug naar navigatie - Riolering en waterhuishouding

Het Watertakenplan is in 2023 door uw raad vastgesteld. 
Als basis voor de kostenberekening dient het aan het Watertakenplan gekoppelde Kostendekkingsplan (KDP). Uit het KDP volgt dat we de eerste jaren het tarief voor het rioolrecht niet hoeven te verhogen en ook niet hoeven aan te passen op grond van de inflatiecijfers. De omvang van de gevormde voorziening is immers meer dan robuust.

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Lasten riolen en waterhuishouding 3.164 3.189 3.171 3.148

Onderhoud elementenbeheer

Terug naar navigatie - Onderhoud elementenbeheer

Onder de noemer “elementen” verstaan wij het gemeentelijke areaal aan inrichtingselementen in de openbare ruimte zoals lichtmasten, verkeersregelinstallaties (vri), verkeersborden, paaltjes, zitbanken e.d. Onderhoud voor een aantal elementen, zoals VRI’s en openbare verlichting gebeurt op basis van onderhoudsprogramma’s.

In januari 2016 is de beleidsnota openbare verlichting door de raad vastgesteld. Daarin zijn onder meer maatregelen en activiteiten opgenomen om noodzakelijke vervangingen van lichtmasten mogelijk te maken en versneld conventionele verlichting te vervangen door LED-verlichting. Hiervoor wordt een deel van de door de nieuwe, lagere, aanbesteding vrijgekomen middelen ingezet. 

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Lasten elementen (openbare verlichting, vri’s en bankjes) 623 643 645 636 *
* afschrijvingen openbare verlichting in 2028 zijn begroot € 12.000 lager

Reiniging

Terug naar navigatie - Reiniging

Alhoewel reiniging geen direct onderhoud aan kapitaalgoederen betreft, is dit onderhoud noodzakelijk voor een goed gebruik van de kapitaalgoederen en ter voorkoming van overlast. 

De gemeentelijke kapitaalgoederen staan immers ten dienste van de burgers en moeten door hen dan ook normaal gebruikt kunnen worden.

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Lasten straatreiniging en onkruidbestrijding 562 577 593 608

Onderhoud gebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud gebouwen

In de jaren tot en met 2016 is er voor de financiering van het onderhoud van gebouwen gewerkt met onderhoudsreserves. De reden hiervoor lag in de vroegere ombuigingen op het onderhoud waardoor er niet meer conform meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) kon worden gewerkt. 

In haar brief van 24 maart 2015 inzake aandachtspunten begroting 2016 gaf de provincie met betrekking tot het kwaliteitsniveau onderhoud kapitaalgoederen aan dat er sprake van is een ondergrens voor wat betreft het vast te stellen onderhoudsniveau van kapitaalgoederen: het minimale niveau waarop nog geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Daarbij werd tevens aangegeven dat de lasten van groot onderhoud op twee manieren verwerkt kunnen worden in de begroting:
-    de lasten worden in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie gebracht;
-    de lasten komen ten laste van een vooraf gevormde voorziening (artikel 44 lid 1c BBV) in het geval de lasten gelijkmatig verdeeld worden over verschillende begrotingsjaren.

In 2016 is de aanpassing van de systematiek uitgewerkt. Als basis voor het onderhoud zijn voor de accommodaties nieuwe MOP’s opgesteld. Het kleine, jaarlijkse onderhoud uit de MOP’s is opgenomen in de exploitatie en voor het groot onderhoud zijn per accommodatie voorzieningen gevormd. Het restant van de voor onderhoud beschikbare budgetten wordt jaarlijks gestort in de onderhoudsreserve om niet-voorziene, en dus niet in de MOP’s opgenomen onderhoudskosten/calamiteiten, te kunnen opvangen. 

In de programmabegroting 2018 is de financiële vertaling de eerste keer tot uitdrukking gekomen. In 2019 is deze lijn voortgezet we deze lijn door. Er is opnieuw tegen het licht gehouden welk deel van het onderhoud via de onderhoudsvoorziening dient te lopen en welk gedeelte van de onderhoudswerkzaamheden via de exploitatie moet worden afgewikkeld op basis van de regelgeving. De verdeling tussen het jaarlijks terugkerend onderhoud en de stortingen in de voorziening voor het onderhoud wijzigde in 2019 wezenlijk maar per saldo zijn de MOP’s binnen het financieel kader vertaald. Daarbij dient aangetekend dat de geprognosticeerde stand van de voorzieningen voor de accommodaties afneemt. In 2020 heeft er een evaluatie plaatsgevonden van het accommodatiebeleid en heeft de raad de nota ‘Evaluatie en vooruitblik accommodatiebeleid’ vastgesteld. 

In 2021 heeft uw raad ingestemd met de financiële consequenties van de DMOP’s (duurzame meerjarenonderhoudsplannen) voor alles maatschappelijke accommodaties en deze zijn dan ook met ingang van de begroting 2022 vertaald. In de begroting 2025 is een stelpost opgenomen voor loon- en prijscompensatie die ter dekking kan worden aangewend.

Financiële consequenties en vertaling in de begroting:

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Onderhoudslasten accommodaties (stortingen in DMOP’s) 234 234 234 234