Jaarlijks vindt er een externe inspectie plaats naar de staat van onderhoud van de verhardingen (wegen, trottoirs, rijwielpaden, parkeerplaatsen) waarbij de CROW-systematiek wordt gehanteerd. Het vastgestelde niveau is voor de Ruggengraat en de Centra niveau B en voor de overige wegen en fietspaden niveau C. Daarnaast vindt er een jaarlijkse knelpuntenanalyse door de eigen dienst plaats. Op basis van de inspectiegegevens en de knelpuntenanalyse bepalen we het noodzakelijke onderhoud aan de verhardingen, rekening houdend met de beschikbare budgettaire ruimte en het vastgestelde kwaliteitsniveau. Dit gebeurt in nauw overleg met de andere vakdisciplines riolen, verkeersveiligheid en dergelijke.
In het verleden gaf de provincie aan dat het onderhoud wegen op de CROW norm C moeten worden uitgevoerd. Deze CROW norm betekent dat er geen sprake van achterstallig onderhoud mag zijn en dat onvoldoende onderhoud op korte termijn moet worden weggewerkt. We blijven de onderhoudstoestand jaarlijks monitoren. De evaluatie in 2022/2023 laat zien dat dat de afname van achterstalligheid tot stilstand is gekomen. De oorzaak hiervan is dat een groot deel van het wegenareaal in eenzelfde tijdsperiode is aangelegd en nu gelijktijdig in achterstalligheid komt. Er is een extra analyse van de weginspectie uitgezet om een goede prognose te krijgen. De resultaten zijn op het moment van het schrijven van deze paragraaf nog niet bekend.
Om het wegenonderhoud structureel beheersbaar te houden zoeken wij overigens ook naar duurzame oplossingen, zoals het minder toepassen van asfalt in de woonwijken. Er wordt nu vaker gekozen om asfalt te vervangen door gebakken klinkers. Een rijbaan die bestaat uit gebakken klinkers behoeft slechts één keer in de 35 jaar te worden herstraat terwijl asfalt intensiever onderhoud nodig heeft. Naast het jaarlijks onderhoud door scheurvulling en reparatievakken zal eens in de 17,5 jaar de toplaag vervangen worden en om de 35 jaar de complete asfaltconstructie. De investering voor het toepassen van gebakken klinkers is ten opzichte van asfalt iets hoger, maar deze wordt terugverdiend door lagere onderhoudskosten en de restwaarde (opnieuw toepassen) van het bestratingsmateriaal. Nog een voordeel is dat reparatievakken vrijwel onzichtbaar hersteld kunnen worden.
Vanaf 2020 is er nog een andere wijziging in de begroting verwerkt. Het betreft de financiële verwerking van het vervangen van complete asfaltconstructies. Deze vervangingsinvesteringen zijn tot en met 2019 als onderdeel van het onderhoudsprogramma direct ten laste van de exploitatie gebracht in het kader van onderhoud. Vanaf 2020 worden deze investeringen, die in omvang circa 60% van het beschikbare totaalbudget voor onderhoud uitmaken, daadwerkelijk geïnvesteerd en afgeschreven. Er is hierdoor – zei het in afnemende mate – sprake van een ontlasting van de gemeentebegroting.
Met betrekking tot de recreatief-toeristische fietspaden in het buitengebied is vanaf de begroting 2019 een extra structureel bedrag van € 65 duizend opgenomen. De eerste resultaten hiervan zijn in de loop van 2019 zichtbaar geworden en wij zullen met deze inhaalslag verder gaan.
In de begroting is rekening gehouden met de structurele component van het nieuwe prijspeil.
Financiële consequenties en vertaling in de begroting:
(cijfers x € 1.000) |
|
|
|
|
Omschrijving |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Lasten wegen, trottoirs en fietspaden |
2.448 |
2.460 |
2.481 |
2.500 |