Pijn voor Perspectief
Voor u ligt de programmabegroting 2025 en meerjarenraming 2026-2028. Een programmabegroting die in tegenstelling tot voorgaande jaren beleidsarm is van opzet. Beleidsarm vanwege de financieel technische ingrepen van het Rijk die dit voorjaar in de zogeheten Voorjaarsnota 2024 zijn bekend gemaakt. De eerder toegezegde algemene uitkering 2025 is door het Rijk afgeroomd om daarmee een deel van het ravijn in 2026 te dichten. Daarnaast groeit de algemene uitkering meerjarig minder dan verwacht door de vervroegd ingevoerde nieuwe indexeringssystematiek die in de plaats komt van de oude ‘’trap op trap af’’ systematiek. De groei van de uitkering wordt daardoor stabieler maar wel lager omdat er een directe koppeling wordt gelegd met het Bruto Binnenlands Product.
Dat doet pijn omdat aan onze uitgavenkant de lasten wel stevig stijgen met name vanwege de gestegen tarieven bij de Wmo, de loon- en prijsindexering bij de jeugdhulp, ons eigen apparaat maar zeker ook bij de vele gemeenschappelijke regelingen waar we in deelnemen. Een lastenstijging die met name het gevolg is van de CAO’s die in de diverse sectoren zijn afgesloten waarbij de hoge inflatie in de afgelopen jaren natuurlijk een grote rol heeft gespeeld.
Geruststellend is nog enigszins dat we de vaste jaarlijkse investeringsruimte wel overeind hebben kunnen houden en dat we 2025, weliswaar door een stevig beroep te doen op de algemene reserve, formeel sluitend hebben weten te krijgen. Dit zonder dat daardoor onze weerstandsratio in enig jaar daalt onder de door de raad vastgestelde signaleringsgrens van 1. Dit laatste is mogelijk gebleken omdat we met het ravijnjaar 2026 in het vooruitzicht de afgelopen jaren een stevig deel van de algemene uitkering in die reserve hebben gestort.
Dankzij de gehandhaafde investeringsruimte kunnen we in 2025 wederom circa €15 Miljoen investeren in bijvoorbeeld transformatie, wegen, verkeersveiligheid, bedrijfsvoering, riolen en onderhoud accommodaties. Echter, alle in de kadernota geïnventariseerde ruimtevragende beleidsalternatieven van zowel de raad als ook het college van B&W die rechtstreeks drukken op de exploitatie zijn niet opgenomen in deze begroting.
Vanaf 2026 zien we een structureel tekort in de exploitatie dat door de lichte groei van de algemene uitkering meerjarig weliswaar afloopt maar desondanks negatief blijft. Een tekort dat we vanwege de ook aanwezige risico’s moeten aanpakken om zo snel mogelijk weer perspectief te hebben voor realisatie onze ambities. We gaan daarom direct na vaststelling van de begroting een traject starten tot herstel van ons structureel evenwicht in het voorjaar van 2026. Een traject waarbij wij de raad vroegtijdig en goed in positie zullen brengen om aan de hand van een breed en goed onderbouwd keuzemenu en een advies van het college van B&W de noodzakelijke knopen door te hakken. Dit alles met als doel het evenwicht te herstellen maar ook ruimte te creëren voor nieuw beleid.