3.3 Financiële positie

3.3.1 Financiële gevolgen bestaand beleid

Terug naar navigatie - Algemeen

In onderstaande tabellen worden de mutaties aangegeven in de lasten, baten en saldo van baten en lasten per programma tussen de meerjarenschijf 2025 zoals opgenomen in de begroting 2024 inbegrepen de doorwerking van besluitvorming in het 1e halfjaar van 2024 en de nieuwe in deze begroting te presenteren begroting 2025.

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 oud Mutaties BATEN begroting 2025 nieuw
Bestaand beleid Nieuw beleid
0. Bestuur en ondersteuning 117.995 7.852 0 125.847
1. Veiligheid 394 0 0 394
2. Verkeer, vervoer en waterstaat 634 0 0 634
3. Economie 167 13 0 180
4. Onderwijs 680 0 0 680
5. Sport, cultuur en recreatie 352 66 0 418
6. Sociaal domein 19.390 -2.355 0 17.035
7. Volksgezondheid en milieu 11.621 166 0 11.787
8. Volkshuisv., RO en sted.vern. 632 65 0 697
TOTAAL 151.865 5.807 0 157.672
Tabel: Baten begroting 2025 versus meerjarenschijf 2025 van de begroting 2024
(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 oud Mutaties LASTEN begroting 2025 nieuw
Bestaand beleid Nieuw beleid
0. Bestuur en ondersteuning 35.579 -1.772 0 33.807
1. Veiligheid 5.219 421 0 5.640
2. Verkeer, vervoer en waterstaat 5.273 504 0 5.777
3. Economie 849 -73 0 776
4. Onderwijs 5.294 244 0 5.538
5. Sport, cultuur en recreatie 7.769 189 0 7.958
6. Sociaal domein 76.296 5.118 0 81.414
7. Volksgezondheid en milieu 11.857 1.223 0 13.080
8. Volkshuisv., RO en sted.vern. 3.729 -47 0 3.682
TOTAAL 151.865 5.807 0 157.672
Tabel: Lasten begroting 2025 versus meerjarenschijf 2025 van de begroting 2024
(cijfers x € 1.000)
Saldi van baten minus lasten 2025 2026 2027 2028
0. Bestuur en ondersteuning 9.624 2.362 2.811 3.818
1. Veiligheid -421 -425 -443 -607
2. Verkeer, vervoer en waterstaat -504 -549 -570 -629
3. Economie 86 93 95 97
4. Onderwijs -244 -243 -175 -152
5. Sport, cultuur en recreatie -123 -95 75 -14
6. Sociaal domein -7.473 -2.875 -3.510 -4.197
7. Volksgezondheid en milieu -1.057 -618 -623 -672
8. Volkshuisv., RO en sted.vern. 112 -150 -160 -144
TOTAAL baten minus lasten 0 -2.500 -2.500 -2.500
Tabel: Mutaties in saldi van baten minus lasten per programma 2025 tot en met 2028 in vergelijking tot de meerjarenschijven behorende bij de programmabegroting 2024
+ = saldo gunstiger / - = saldo nadeliger

3.3.2 Overzicht geraamde incidentele baten en lasten

3.3.2 Overzicht geraamde incidentele lasten en baten

Terug naar navigatie - 3.3.2 Overzicht geraamde incidentele lasten en baten

Voor het beoordelen van de financiële positie is het inzicht in de incidentele baten en lasten relevant.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de provincies hebben in het gemeenschappelijke financieel toezichtkader 2020 de begrippen “incidentele baten en lasten” nader aangegeven. In het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader 2020 geven de provinciale toezichthouders een uitleg van deze begrippen. De aard van de begrotingspost is in eerste instantie bepalend of een post als structureel of incidenteel aangemerkt wordt. Incidentele baten en lasten betreffen die posten die het begrotingssaldo incidenteel beïnvloeden. Deze posten zijn tijdelijk c.q. hebben een eindig doel. Met andere woorden, er is een einddatum bekend. Drie of vier jaar opnemen van een raming is daarbij geen harde scheidslijn meer bij het bepalen of een begrotingspost structureel of incidenteel is. Wanneer de einddatum vier of vijf jaar ligt na het voor het eerst opnemen van een post, kan deze post nog steeds aangemerkt worden als incidenteel. Hoe verder de einddatum ligt na (het hulpmiddel van) drie jaar, hoe minder aannemelijk gemaakt kan worden dat er sprake is van een reële einddatum. Van een begrotingspost waarvan de einddatum over tien jaar ligt kan moeilijk aannemelijk gemaakt worden, dat deze post het begrotingssaldo incidenteel beïnvloedt. Waar de grens precies ligt is moeilijk aan te geven, aangezien het BBV geen scherpe definitie geeft wat structureel of incidenteel is. Het BBV laat ruimte aan de decentrale overheden omdat dit past bij de eigen beoordeling van de lokale omstandigheden. 

Medio 2021 hebben de toezichthouders van de twaalf provincies de handreiking verduidelijking structurele en incidentele baten en lasten gepubliceerd. Deze handreiking is bedoeld als een meer praktisch instrument om te bepalen hoe de baten en lasten moeten worden opgenomen in de begroting.

Met de navolgende tabellen bieden wij deze voorgeschreven inzichten. 

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving Lasten 2025 Baten 2025 Lasten 2026 Baten 2026
i s i s i S i s
0. Bestuur en ondersteuning 7.952 25.855 9.028 116.819 2.661 26.130 5.448 110.138
1. Veiligheid 0 5.640 0 394 0 5.787 0 394
2. Verkeer, vervoer en waterstaat 50 5.727 0 634 0 5.848 0 634
3. Economie 60 716 0 180 0 725 0 190
4. Onderwijs 959 4.579 0 680 68 5.598 0 744
5. Sport, cultuur en recreatie 155 7.803 0 418 125 7.944 0 418
6. Sociaal domein 265 81.149 0 17.035 0 79.327 0 17.577
7. Volksgezondheid en milieu 346 12.734 0 11.787 53 12.623 0 11.748
8. Volkshuisv., RO en sted.vern. 398 3.284 0 697 0 3.569 0 667
TOTAAL 10.185 147.487 9.028 148.644 2.907 147.551 5.448 142.510
Tabel: Overzicht incidentele en structurele lasten en baten per programma voor 2025 en 2026
(cijfers x € 1.000)
Omschrijving Lasten 2027 Baten 2027 Lasten 2028 Baten 2028
i s i s i s i s
0. Bestuur en ondersteuning 2.110 26.663 2.953 113.177 2.354 27.219 1.772 116.164
1. Veiligheid 0 5.948 0 394 0 6.112 0 394
2. Verkeer, vervoer en waterstaat 0 5.921 0 634 0 5.980 0 634
3. Economie 0 710 0 190 0 720 0 202
4. Onderwijs 0 5.647 0 767 0 5.624 0 767
5. Sport, cultuur en recreatie 0 7.976 0 419 0 8.066 0 420
6. Sociaal domein 0 79.748 0 17.564 0 80.480 0 17.610
7. Volksgezondheid en milieu 54 12.849 0 11.930 10 13.123 0 12.111
8. Volkshuisv., RO en sted.vern. 0 3.569 0 667 0 3.553 0 667
TOTAAL 2.164 149.031 2.953 145.742 2.364 150.877 1.772 148.969
Tabel: Overzicht incidentele en structurele lasten en baten per programma voor 2027 en 2028
(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Resultaat begrotingsjaar 0 -2.500 -2.500 -2.500
Correctie eenmalige baten (-) -9.028 -5.448 -2.953 -1.772
Correctie eenmalige lasten (+) 10.185 2.907 2.164 2.364
Gecorrigeerd saldo (structurele ruimte) 1.157 -5.041 -3.289 -1.908
Tabel: Overzicht structurele meerjarensaldi

Specificatie incidentele lasten en baten per programma 2025-2028

Terug naar navigatie - Specificatie incidentele lasten en baten per programma 2025-2028

In navolgende tabel worden meerjarig de incidentele baten per programma gespecificeerd:

(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele baten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
0 Korting van € 675 mln. in 2025 op het gemeentefonds - nadeel van de nieuwe financieringssystematiek wordt in 2025 maar voor de helft gecompenseerd -1.450 De nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten en provincies (op basis van Bruto Binnenlands Product) is al per 1-1-2024 ingegaan in plaats van per 1-1-2027. Het nadeel van het naar voren halen van de ingangsdatum compenseert het Rijk voor 2024 volledig, maar voor 2025 slechts voor de helft. Gemeenten ontvangen daarom in 2025 eenmalig € 675 miljoen minder algemene uitkering. Deze daling van het gemeentefonds mag conform aanvullende begrotingscirculaire 2025 van de provincie Limburg als incidenteel worden beschouwd. In het overzicht van incidentele baten en lasten kan dit als een negatieve incidentele baat worden opgenomen. Voor Landgraaf bedraagt de hoogte van deze eenmalige daling van de algemene uitkering afgerond € 1,45 miljoen.
0 Aanwending reserve ICT plan 44 Betreft de dekking van de ICT implementatiekosten 2025 welke niet meer geactiveerd mogen worden als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving. Dit betreft het in de exploitatie moeten verantwoorden van ICT kosten voor software in de vorm van SaaS (Software as a Service)-oplossingen. In de Kadernota 2024 is deze autonome ontwikkeling onder nr. 07 opgenomen. Dekking van de incidentele lasten van afgerond € 44 duizend geschiedt via een aanwending van de reserve ICT plan.
0 Aanwending egalisatiereserve compensatie wegvallend dividend Essent 133 133 123 Teneinde het budgettaire nadeel van het wegvallende Essent dividend te kunnen opvangen is hiervoor een egalisatiereserve in het leven geroepen en gevoed. In 2027 wordt deze voor de laatste keer aangewend.
0 Aanwending egalisatiereserve algemene uitkering 118 967 715 In het kader van het egaliseren van het budgettaire effect van de meicirculaire 2024 van de algemene uitkering worden in jaren 2025 tot en met 2027 bedragen aan de egalisatiereserve algemene uitkering onttrokken. In 2024 en 2028 worden in dit kader bedragen in de egalisatiereserve gestort. Per saldo blijft de reserve hierdoor nagenoeg gelijk.
0 Aanwending algemene reserve 1.072 Het formele begrotingssaldo 2025 van afgerond - € 8 mln. is sluitend gemaakt door de in de meerjarenschijf 2025 behorende bij de begroting 2024 reeds geraamde stortingen in de algemene reserve van afgerond € 6,2 mln. terug te draaien. Het restant van afgerond € 1,8 mln. wordt onttrokken aan de algemene reserve. Het is conform de in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen van 21 november 2023 vastgelegde afspraken mogelijk om het surplus van de algemene reserve (niet benodigd deel ter afdekking van de risico's) voor maximaal 10 % per jaar in te zetten voor het dekken van structurele lasten. Voor 2025 kan derhalve een bedrag van 10 % x (€ 14,871 mln. minus € 7,382 mln.), zijnde € 749 duizend, als structureel worden beschouwd. Een bedrag van € 1.821 minus € 749 = € 1.072 is de incidentele aanwending van de algemene reserve.
0 Aanwending algemene reserve 1.771 In de begroting 2024 zijn, teneinde een structurele ruimte voor nieuw beleid van € 750 duizend vrij te maken, de saldi 2024-2026 geëgaliseerd door de in de 'oude' meerjarenschijven 2024 en 2025 gestorte bedragen in de algemene reserve te verlagen. In de meerjarenschijf 2026 is de algemene reserve hiervoor aangewend voor een bedrag van ruim € 1,7 mln.
0 Kleine incidentele aanwending reserve betrekking hebbend op programma 0 4 Betreft de aanwending van de algemene reserve van € 4 duizend (na correctie) ter gedeeltelijke dekking van de ruimtevraag versterken van het vrijwilligersbeleid vanuit de participatiewet (RVC exp 02 begroting 2024, meerjarenschijf 2025).
(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele baten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
1 Kleine incidentele aanwending reserve betrekking hebbend op programma 1 24 24 24 24 Betreft de jaarlijks begrote aanwending van de reserve evenementen. Eenzelfde bedrag wordt jaarlijks in deze reserve onttrokken (zie incidentele lasten). Dit heeft daarom geen invloed op het structurele evenwicht.
2 Aanwending algemene reserve 50 De algemene reserve wordt in 2025 aangewend voor een bedrag van € 50 duizend ter dekking van de incidentele ruimtevraag 'vervanging elementverharding' (RVC exp 18 van de bij de begroting 2024 behorende meerjarenschijf 2025).
3 Aanwending algemene reserve 60 De algemene reserve wordt in 2025 aangewend voor een bedrag van € 60 duizend ter dekking van de incidentele ruimtevraag 'Regionale Economische Samenwerking' (RVC exp 13 van de bij de begroting 2024 behorende meerjarenschijf 2025).
4 Aanwending bestemmingsreserve uitbreiding basisschool de Schatgraver 4.200 De bestemmingsreserve uitbreiding basisschool de Schatgraver is gecreëerd ten laste van de algemene reserve. In de begroting 2024 is een stelpost ter dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit investeringen in de onderwijshuisvesting opgenomen. Deze stelpost is toereikend om ook de kapitaallasten van de uitbreiding van de basisschool de Schatgraver te dekken. Daarom kan de onderhavige bestemmingsreserve vrijvallen ten gunste van de algemene reserve.
4 Aanwending algemene reserve 892 De algemene reserve wordt in 2025 aangewend ter dekking van de lasten van de extra afschrijving van de boekwaarden van de 'oude' school Eijkhagencollege.
6 Aanwending reserve POK middelen 201 146 Ter dekking van de voor 2025 en 2026 incidenteel geraamde lasten inzake de versterking van de gemeentelijke dienstverlening wordt de reserve POK middelen aangewend.
6 Aanwending egalisatiereserve BUIG 1.821 1.504 1.187 888 Teneinde de BUIG tekorten (uitkeringslasten minus te ontvangen rijksvergoeding) jaarlijks te kunnen dekken, wordt de daarvoor ingestelde egalisatiereserve BUIG aangewend.
6 Aanwending algemene reserve 850 850 850 850 Voor de periode 2025 tot en met 2028 wordt jaarlijks ten laste van de algemene reserve de egalisatiereserve BUIG gevoed met € 850 duizend. Dit teneinde een toereikende egalisatiereserve te hebben die de jaarlijkse afnemende BUIG tekorten kan opvangen.
6 Aanwending algemene reserve 265 Ter dekking van de navolgende incidentele ruimtevragen wordt de algemene reserve in 2025 voor in totaal € 265 duizend ingezet: versterken vrijwilligersbeleid vanuit de participatiewet (gedeeltelijk RVC exp 02 begroting 2024, meerjarenschijf 2025) en het project Participatie@work (RVC exp 07 begroting 2024, meerjarenschijf 2025).
7 Aanwending algemene reserve 295 Betreft de aanwending van de algemene reserve ter gedeeltelijke dekking van de lasten in het kader van de transitievisie Warmte 2.0
7 Kleine incidentele aanwending reserve betrekking hebbend op programma 7 51 53 54 10 Betreft de aanwending van de reserve Gezond in de Stad ter dekking van lasten die in dat kader zijn begroot.
(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele baten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
8 Aanwending algemene reserve 298 Ter dekking van de incidentele ruimtevraag 'capaciteit Omgevingswet' (RVC exp 14 van de bij de begroting 2024 behorende meerjarenschijf 2025), wordt de algemene reserve aangewend.
8 Aanwending reserve Transformatie 100 Ter dekking van de incidentele ruimtevraag 'werkbudget Ruimtelijke Ordening' (RVC exp 16 van de bij de begroting 2024 behorende meerjarenschijf 2025), wordt de reserve Transformatie aangewend.
Totaal incidentele baten 9.028 5.448 2.953 1.772
Tabel: Overzicht incidentele baten
Op grond van de BBV-voorschriften vinden de ramingen en boekingen van mutaties in reserves allemaal plaats via taakveld 010 en dus binnen programma 0 Bestuur en ondersteuning. In bovenstaande tabel hebben wij voor de betreffende mutaties aangegeven in relatie tot welke lasten in welk programma deze onttrekkingen staan.
Terug naar navigatie - Specificatie incidentele baten per programma 2023-2026 (vervolg)

In navolgende tabel worden meerjarig de incidentele lasten per programma gespecificeerd:

(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele lasten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
0 Lasten versterken vrijwilligersbeleid 12 Betreft de incidentele last in het kader van de ruimtevraag versterken vrijwilligersbeleid vanuit de Participatiewet (RVC exp 02 begroting 2024, meerjareenschijf 2025).
0 Lasten ICT - Software as a Service (SaaS) oplossing 44 ICT (implementatie)kosten voor software mogen niet meer geactiveerd mogen worden als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving. De kosten in de vorm van SaaS (Software as a Service)-oplossingen moeten in de exploitatie worden verantwoord. In de Kadernota 2024 is deze autonome ontwikkeling onder nr. 07 opgenomen. De implementatiekosten voor 2025 bedragen afgerond € 44 duizend.
0 Lasten in het kader van de Wet Open Overheid 53 53 Tegenover de via een decentralisatie-uitkering gedurende de jaren 2022-2026 te ontvangen incidentele middelen voor de Wet Open Overheid ramen wij de in dat kader te maken incidentele lasten (einddatum 2026) van € 53 duizend per jaar.
0 Incidentele stortingen in egalisatiereserve algemene uitkering 962 247 In het kader van het egaliseren van het budgettaire effect van de algemene uitkering (mei-circulaire 2024 en doorwerking meicirculaire 2023) worden in jaren 2025 en 2028 bedragen in de egalisatiereserve algemene uitkering gestort. Daarnaast worden in dit kader bedragen aan de reserve onttrokken. Eind 2028 heeft de reserve een begroot saldo van ruim € 1,1 mln.
0 Storting in algemene reserve 473 Het budgettaire effect van de mei-circulaire 2023 is in de meerjarenschijf 2026 behorende bij de begroting 2024 voor een bedrag van afgerond € 473 duizend in de algemene reserve gestort.
0 Storting in bestemmingsreserve Omgevingswet 20 20 Tegenover de via een decentralisatie-uitkering gedurende de jaren 2022-2026 te ontvangen incidentele middelen voor de Wet Kwaliteitsborging Bouw (WKB) ramen wij de in dat kader te maken incidentele lasten (einddatum 2026) van afgerond € 20 duizend per jaar.
0 Storting in de algemene reserve 750 750 750 750 Jaarlijks wordt ten laste van de exploitatie € 750 duizend gestort in de algemene reserve. Dit teneinde bij te dragen aan het op peil houden van de algemene reserve.
0 Lasten archief 48 In de Kadernota 2025 is de autonome ontwikkeling (AO exp 08) opgenomen inzake de archiefwet - materiële verzorging van overgebrachte archieven. Teneinde aan de eisen van de Archiefwet te voldoen moeten de overgebrachte archieven opnieuw bekeken worden. Voor de extra werkzaamheden moet capaciteit worden ingehuurd.
1 Kleine incidentele storting betrekking hebbend op programma 1 24 24 24 24 Betreft de jaarlijks begrote storting in de reserve evenementen. Eenzelfde bedrag wordt jaarlijks aan deze reserve onttrokken (zie incidentele baten). Dit heeft daarom geen invloed op het structurele evenwicht.
2 Storting in onderhoudsreserve binnenring - onderdeel zwart 53 53 53 53 De storting in de onderhoudsreserve Binnenring is tot en met 2028 geraamd. Indien de storting ook na 2028 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden.
(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele lasten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
2 Lasten verkeersbeleid 50 Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'vervanging elementverharding' (RVC exp 18 van de meerjarenschijf 2025 behorende bij de begroting 2024). Wij hebben voor 2024 en 2025 middelen geraamd om de gevaarlijke situaties die slechte trottoirs met zich meebrengen alsmede het groeien van meer onkruid tussen losliggende tegels aan te pakken. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren.
3 Lasten Regionale Economische Samenwerking 60 Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'Regionale Economische Samenwerking' (RVC exp 17). We werken op Zuid-Limburgse schaal samen om (economische) vraagstukken/uitdagingen aan te pakken die de gemeentegrenzen overstijgen. Dit gebeurt in een samenwerkingsvorm waarbij iedere gemeente zelfstandig kan besluiten bij te dragen aan regionale acties en/of projecten, met als gevolg dat er diverse 'coalitions of the willing' ontstaan. Afhankelijk van de ambities van de gemeente en/of de (sub)regio zullen we aansluiten bij initiatieven. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden en zal de raad een nieuw besluit nemen over eventuele voortzetting van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren.
4 Storting in de algemene reserve 4.200 Aangezien de bestemmingsreserve uitbreiding basisschool de Schatgraver kan vervallen, worden de vrijvallende middelen van € 4,2 miljoen gestort in de algemene reserve.
4 Lasten Eijkhagencollege 892 In verband met de nieuwbouw van het Eijkhagencollege worden in 2025 de restant boekwaarden van de oude school extra afgeschreven. Deze eenmalige lasten worden gedekt via aanwending van de algemene reserve.
4 Lasten Voortijdig Schoolverlaten 67 68 Betreft de incidentele verhoging van de bijdrage aan de GR Voortijdig Schoolverlaten als gevolg van de tijdelijke uitbreiding van de formatie. In het eerste kwartaal van 2026 vindt een evaluatie plaats van deze uitbreiding.
5 Storting in onderhoudsreserve binnenring - onderdeel groen 54 54 54 54 De storting in de onderhoudsreserve Binnenring is tot en met 2028 geraamd. Indien de storting ook na 2028 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden.
5 Storting in reserve Monumenten 5 5 5 5 De storting in de reserve Monumenten is tot en met 2028 geraamd. Indien de storting ook na 2028 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden.
(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele lasten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
5 Lasten kasteel Schaesberg 155 125 In de Kadernota 2025 is de autonome ontwikkeling (AO exp 10) opgenomen inzake het beheer, onderhoud en facilitering van Kasteel Schaesberg. Op basis van het door de raad vastgestelde besluit worden de lasten incidenteel voor 2025 en 2026 geraamd.
6 Storting in egalisatiereserve BUIG 850 850 850 850 Voor de periode 2025 tot en met 2028 wordt ten laste van de algemene reserve de egalisatiereserve BUIG jaarlijks gevoed met € 850 duizend. Dit teneinde een toereikende egalisatiereserve te hebben die de jaarlijkse afnemende BUIG tekorten kan opvangen. Indien na 2028 nog sprake is van BUIG tekorten en de egalisatiereserve niet toereikend is, dan zal een nieuw raadsbesluit moeten worden genomen om de egalisatie reserve bij te storten ten laste van de algemene reserve.
6 Storting in reserve POK middelen 161 161 161 161 Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) verstrekt het Rijk aan gemeenten aanvullende middelen (€ 161 duizend per jaar) ter versterking van de gemeentelijke dienstverlening. Voor de jaren 2025-2028 worden deze middelen in de reserve POK middelen gestort.
6 Lasten exploitatie MOB 265 Betreft de lasten van de incidentele ruimtevragen 'versterken vrijwilligersbeleid vanuit de participatiewet' (RVC exp 02 gedeeltelijk) en 'continuering project Vebego participatie@ work' (RVC exp 07) van de meerjarenschijf 2025 behorende bij de begroting 2024. Voor eind 2025 zal het beleid van zowel RVC exp 02 als 07 geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren.
7 Storting in reserve Klimaatbeleid 497 Tegenover de voor de uitvoering van het Klimaatakkoord ontvangen middelen van het rijk, staan hogere salarislasten als gevolg van de uitbreiding van de ambtelijke capaciteit. Een gedeelte van de ontvangen middelen is voor de jaren 2023 tot en met 2025 in de reserve Klimaatbeleid gestort.
7 Lasten in het kader van Gezond in de Stad 51 53 54 10 Via de algemene uitkering zijn gedurende een aantal jaren incidentele middelen ontvangen in het kader van Gezond in de Stad (GIDS) en vervolgens gestort in de bestemmingsreserve (GidS). Het restant saldo van deze reserve wordt in de jaren 2025-2028 ingezet ter dekking van de geraaamde incidentele lasten.
7 Lasten in het kader van de transitievisie Warmte 2.0 295 Conform het door de gemeenteraad op 14 december 2023 vastgestelde besluit inzake de Transitievisie Warmte 2.0 (energiezuinig wonen en leven in Landgraaf), zijn voor de jaren 2024 en 2025 bedragen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de visie.
7 Kleine incidentele storting betrekking hebbend op programma 7 59 58 53 50 Betreft de storting in de reserves geldlening zonnepanelenproject 1 en geldlening duurzaam Klimaatfonds. Deze reservemutaties worden als incidenteel getypeert, aangezien het geen afschrijvingsreserve betreft.
(cijfers x € 1.000)
Programma Omschrijving incidentele lasten 2025 2026 2027 2028 Toelichting
8 Lasten Omgevingswet 298 Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'capaciteit omgevingswet' (RVC exp 14 van de meerjarenschijf 2025 behorende bij de begroting 2024).
8 Lasten werkbudget Ruimtelijke Ordening 100 Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'werkbudget Ruimtelijke Ordening' (RVC exp 16 van de meerjarenschijf 2025 behorende bij de begroting 2024.). Wij hebben voor 2024 en 2025 hiervoor middelen geraamd. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren.
8 Storting in reserve Transformatie 80 80 80 80 De storting in de reserve Transformatie is tot en met 2028 geraamd. Deze storting is verlengd van 2027 naar 2028. In het vaststellingsbesluit is dit opgenomen.
8 Storting in reserve af te stoten panden 43 43 43 43 De storting in de reserve af te stoten panden is tot en met 2028 geraamd. Deze storting is verlengd van 2027 naar 2028. In het vaststellingsbesluit is dit opgenomen.
8 Kleine incidentele last programma 8 37 37 37 37 Betreft de storting in de reserve onderhoud woonwagencentra. Deze storting is tot en met 2028 geraamd. 2027 naar 2028. In het vaststellingsbesluit is dit opgenomen.
Totaal incidentele lasten 10.185 2.907 2.164 2.364
Tabel: Overzicht incidentele lasten

Specificatie structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 2025-2028

Terug naar navigatie - Specificatie structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 2025-2028

In navolgende tabel worden meerjarig per programma de structurele toevoegingen (stortingen) aan reserves aangegeven.

(cijfers x € 1.000)
Programma Structurele toevoeging aan reserve 2025 2026 2027 2028
0 Afschrijvingsreserve Burgerhoes 122.205 122.205 122.205 122.205
0 Afschrijvingsreserve Emile Erensplein 55 17.459 17.459 17.459 17.459
0 Afschrijvingsreserve Marconistraat 13 39 39 39 39
Totaal 139.703 139.703 139.703 139.703
Tabel: Structurele toevoegingen aan reserves
Terug naar navigatie - Specificatie structurele meerjarige toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 2022-2025

In navolgende tabel worden meerjarig per programma de structurele onttrekkingen aan reserves aangegeven.

(cijfers x € 1.000)
Programma Structurele onttrekking aan reserve 2025 2026 2027 2028
0 Algemene reserve - surplus 749 0 0 0
2 Afschrijvingsreserve knopen lopen 5 5 5 5
2 Afschrijvingsreserve pollar Bachlaan 5 5 5 5
2 Afschrijvingsreserve verkeersmaatregelen BS Op gen Hei 9 9 9 9
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 28-32 3 3 3 3
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 157 4 4 4 4
8 Afschrijvingsreserve panden Hoogstraat 4 4 4 4
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 163 A+B 5 5 5 5
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 161 5 5 5 5
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 165-167 6 6 6 6
8 Afschrijvingsreserve Hoogstraat 159 5 5 5 5
8 Afschrijvingsreserve vastgoed Europaweg Noord 21 21 21 21
8 Afschrijvingsreserve Kloosterstraat 1/1A 3 3 3 3
8 Afschrijvingsreserve Kloosterstraat 3 6 6 6 6
8 Afschrijvingsreserve Streeperstraat 42-46 3 3 3 3
8 Afschrijvingsreserve Kerkplein 28-30 9 9 9 9
8 Afschrijvingsreserve Ruitersstraat 5 4 4 4 4
8 Afschrijvingsreserve Streeperstraat 32 4 4 4 4
4 Afschrijvingsreserve nieuwbouw Eijkhagencollege 0 2 2 2
5 Afschrijvingsreserve kunstgras Strijthagen 27 11 0 0
5 Afschrijvingsreserve renovatie kantine Heigank 23 23 23 23
5 Afschrijvingsreserve kunstgras Heigank 31 31 31 31
5 Afschrijvingsreserve natuurgras Ter Waerden 27 27 27 27
5 Afschrijvingsreserve accommodatie Sport & Leisure 15 15 15 15
5 Afschrijvingsreserve accommodatie nieuw zwembad 180 180 180 180
5 Afschrijvingsreserve vervanging hekwerk Strijthagen 2 2 2 2
5 Afschrijvingsreserve schuifwand An de Koel 3 3 3 3
5 Afschrijvingsreserve drainage sportcomplex Strijthagen 2 2 2 2
5 Afschrijvingsreserve waterleidingen sportcomplex Strijthagen 1 1 1 1
5 Afschrijvingsreserve veldverlichting sportcentrum Strijthagen 1 1 1 1
5 Afschrijvingsreserve drainage veld 4 Strijthagen 3 3 3 3
5 Afschrijvingsreserve veldverlichting Heigank 5 5 5 5
5 Afschrijvingsreserve hekwerken hoofdveld Heigank 1 1 1 1
5 Afschrijvingsreserve gymzaal Leenhof 5 5 5 5
5 Afschrijvingsreserve kennis, informatie en adviesplein 161 161 161 161
5 Afschrijvingsreserve buurtontmoetingsplaats Ter Waerden 4 0 0 0
6 Afschrijvingsreserve accommodatie voor de 21e eeuw 38 38 38 8
6 Afschrijvingsreserve toekomstbestendige accommodaties 10 10 10 10
6 Afschrijvingsreserve accommodatie wijkcentrum Eikske 115 115 115 115
8 Afschrijvingsreserve buitengebied wijkcentrum An de Koel 7 7 7 7
8 Afschrijvingsreserve voetbalcomplex VV Schaesberg 71 0 0 0
2 Afschrijvingsreserve LED-informatiewagens 3 3 3 0
2 Afschrijvingsreserve sfeerverlichting 3 centra 10 10 10 10
2 Afschrijvingsreserve vervanging wegen 2023 26 26 26 26
0 Afschrijvingsreserve politievleugel 73 73 69 0
0 Afschrijvingsreserve Burgerhoes 4 4 4 4
0 Afschrijvingsreserve Emile Erensplein 55 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve Marconistraat 13 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve screens Burgerhoes 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve koudeopwekking Burgerhoes 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve Buitenkozijnen Emile Erensplein 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve warmwaterketel Emile Erensplein 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve sanitair/kleedruimte Emile Erensplein 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve Verwarmingsinstallatie Emile Erensplein 0 0 0 0
0 Avschrijvingsreserve vloerafw.tapijt Marconistraat 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve vloerafw.tegels Marconistraat 0 0 0 0
0 Afschrijvingsreserve communicatieinstallatie Marconistraat 0 0 0 0
Totaal 1.698 860 845 743
Tabel: Structurele onttrekkingen aan reserves

Recapitulatie begrotingsevenwicht 2025

Terug naar navigatie - Recapitulatie begrotingsevenwicht 2025

Onderstaand treft u de verplicht voorgeschreven recapitulatiestaat begrotingsevenwicht voor de begroting 2025 en de bijbehorende meerjarenschijven 2026 tot en met 2028 aan.

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal waarvan: incidenteel waarvan: structureel Totaal waarvan: incidenteel waarvan: structureel
Baten programma 0 113.671 -1.450 115.121 109.278 0 109.278
Baten programma 1 394 0 394 394 0 394
Baten programma 2 634 0 634 634 0 634
Baten programma 3 180 0 180 190 0 190
Baten programma 4 680 0 680 744 0 744
Baten programma 5 418 0 418 418 0 418
Baten programma 6 17.035 0 17.035 17.577 0 17.577
Baten programma 7 11.787 0 11.787 11.748 0 11.748
Baten programma 8 697 0 697 667 0 667
Totaal baten programma's 145.496 -1.450 146.946 141.650 0 141.650
Lasten programma 0 25.874 157 25.717 26.045 53 25.992
Lasten programma 1 5.640 0 5.640 5.787 0 5.787
Lasten programma 2 5.777 50 5.727 5.848 0 5.848
Lasten programma 3 776 60 716 725 0 725
Lasten programma 4 5.538 959 4.579 5.666 68 5.598
Lasten programma 5 7.958 155 7.803 8.069 125 7.944
Lasten programma 6 81.414 265 81.149 79.327 0 79.327
Lasten programma 7 13.080 346 12.734 12.676 53 12.623
Lasten programma 8 3.682 398 3.284 3.569 0 3.569
Totaal lasten programma's 149.739 2.390 147.349 147.712 299 147.413
Saldo programma's vóór bestemming -4.243 -3.840 -403 -6.062 -299 -5.763
Onttrekkingen aan reserves 12.176 10.479 1.698 6.308 5.448 860
Stortingen in reserves 7.933 7.795 138 2.746 2.608 138
Geraamd resultaat 0 -1.157 1.157 -2.500 2.541 -5.041
Totaal structurele baten 157.672 9.028 148.644 147.958 5.448 142.510
Totaal structurele lasten 157.672 10.185 147.487 150.458 2.907 147.551
Saldo structurele baten - lasten 0 -1.157 1.157 -2.500 2.541 -5.041
Tabel: Recapitulatiestaat structurele en reële baten en lasten 2025 en 2026
(cijfers x € 1.000)
Omschrijving Begroting 2027 Begroting 2028
Totaal waarvan: incidenteel waarvan: structureel Totaal waarvan: incidenteel waarvan: structureel
Baten programma 0 112.331 0 112.331 115.393 0 115.393
Baten programma 1 394 0 394 394 0 394
Baten programma 2 634 0 634 634 0 634
Baten programma 3 190 0 190 202 0 202
Baten programma 4 767 0 767 767 0 767
Baten programma 5 419 0 419 420 0 420
Baten programma 6 17.564 0 17.564 17.610 0 17.610
Baten programma 7 11.930 0 11.930 12.111 0 12.111
Baten programma 8 667 0 667 667 0 667
Totaal baten programma's 144.896 0 144.896 148.198 0 148.198
Lasten programma 0 26.524 0 26.524 27.078 0 27.078
Lasten programma 1 5.948 0 5.948 6.112 0 6.112
Lasten programma 2 5.921 0 5.921 5.980 0 5.980
Lasten programma 3 710 0 710 720 0 720
Lasten programma 4 5.647 0 5.647 5.624 0 5.624
Lasten programma 5 7.976 0 7.976 8.066 0 8.066
Lasten programma 6 79.748 0 79.748 80.480 0 80.480
Lasten programma 7 12.903 54 12.849 13.133 10 13.123
Lasten programma 8 3.569 0 3.569 3.553 0 3.553
Totaal lasten programma's 148.946 54 148.892 150.746 10 150.736
Saldo programma's vóór bestemming -4.050 -54 -3.996 -2.548 -10 -2.538
Onttrekkingen aan reserves 3.798 2.953 846 2.543 1.772 771
Stortingen in reserves 2.249 2.110 139 2.495 2.354 141
Geraamd resultaat -2.500 789 -3.289 -2.500 -592 -1.908
Totaal structurele baten 148.694 2.953 145.742 150.741 1.772 148.969
Totaal structurele lasten 151.195 2.164 149.031 153.241 2.364 150.877
Saldo structurele baten - lasten -2.500 789 -3.289 -2.500 -592 -1.908
Tabel: Recapitulatiestaat structurele en reële baten en lasten 2027 en 2028

Financieel toezicht

Terug naar navigatie - Financieel toezicht

Elk jaar besluiten Gedeputeerde Staten van Limburg voor aanvang van het begrotingsjaar of repressief of preventief toezicht voor onze gemeente van toepassing is. Dit is gebaseerd op artikel 2013 van de Gemeentewet. Repressief toezicht is regel en houdt in dat we de begroting en de begrotingswijzigingen direct kunnen uitvoeren (zonder voorafgaande goedkeuring).

Evenwicht in de begroting

Terug naar navigatie - Evenwicht in de begroting

Vanwege het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht is de Gemeentewet in 2015 gewijzigd en wordt het begrip 'evenwicht' nader gepreciseerd in die zin dat het een 'structureel en reëel evenwicht' is. Indien de begroting 2025 niet structureel en reëel in evenwicht is, geldt als basisregel dat uiterlijk dit evenwicht  in 2028 tot stand zal worden gebracht.

Structureel begrotingsevenwicht

Terug naar navigatie - Structureel begrotingsevenwicht

Met het begrip “structureel” evenwicht wordt bedoeld dat in de begroting:
-    de structurele baten tenminste alle structurele lasten dekken,
-    de incidentele baten alleen incidentele lasten dekken.

De structurele baten zijn voor het begrotingsjaar 2025 dan de structurele lasten, er is dus sprake van structureel begrotingsevenwicht. Voor de meerjarenschijven 2026 tot en met 2028  zijn de structurele baten lager dan de structurele lasten, waardoor voor die jaren geen sprake is van structureel begrotingsevenwicht.  

De primitieve begroting 2025 en de daarbij behorende meerjarenschijven zijn gebaseerd op de financiële effecten van de meicirculaire 2024. 

Reel begrotingsevenwicht

Terug naar navigatie - Reel begrotingsevenwicht

Het reëel begrotingsevenwicht houdt in dat de provincie onderzoek doet naar de realiteit van de ramingen in de begroting. Daarbij dienen de begroting en de meerjarenramingen alle ramingen volledig te bevatten. De beoordelingsaspecten van de provincie richten zich meer specifiek op de raming van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, de loon- en prijscompensatie voor 2025 en volgende jaren, de hardheid en haalbaarheid van opgenomen taakstellingen/bezuinigingsmaatregelen, verliesgevende grondexploitaties, de algemene reserve en de post onvoorziene uitgaven.  

3.3.3 Investeringen

Terug naar navigatie - Algemeen

De voorgenomen investeringen voor het jaar 2025 bedragen in totaal bijna € 15 miljoen en zijn als volgt over de programma’s verdeeld:

(cijfers x € 1.000)
Programma 2025
0. Bestuur en ondersteuning 539
1. Veiligheid 0
2. Verkeer, vervoer en waterstaat 2.555
3. Economie 0
4. Onderwijs 0
5. Sport, cultuur en recreatie 727
6. Sociaal domein 355
7. Volksgezondheid en milieu 6.503
8. Volkshuisvesting, RO en stedelijke vernieuwing 4.273
Totaal investeringen programma's 14.951
Tabel: Investeringskrediet per programma
Terug naar navigatie - Toelichting algemeen

Voor een gedetailleerd overzicht van de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen 2025 verwijzen wij naar bijlage 3. De investeringen kunnen in de volgende clusters worden verdeeld:

Rioolinvesteringen
De investeringen m.b.t. riolen zijn gebaseerd op het in juli 2023 vastgestelde Watertakenplan. De investeringen voor riolen voor 2025 bedragen afgerond € 6,7 miljoen. De structurele lasten voortvloeiende uit de rioolinvesteringen worden gedekt via de tarieven voor de rioolheffing. 

Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen (exclusief rioolinvesteringen)
Voor 2024 bedraagt de omvang van de noodzakelijke uitbreidings- en geplande vervangingsinvestering (niet zijnde rioolinvesteringen) afgerond € 7,25 miljoen. Hierin is afgerond € 0,33 miljoen opgenomen voor investeringen in de bedrijfsvoering. Op grond van de BBV-voorschriften valt bedrijfsvoering onder programma 0 (bestuur en ondersteuning)

Gedekte investeringen - duurzame meerjaren onderhoudsprogramma’s (MOP’s) en meerjaren investeringsprogramma’s (MIP’s))
Dit betreft investeringen waarbij de uit de investeringen voortvloeiende begrote kapitaallasten volledig zijn gecompenseerd door verlaging van geraamde lasten. Deze kapitaallasten veroorzaken daarom geen nadelig budgettair effect en drukken niet op de jaarlijks beschikbare vaste ruimte voor kapitaallasten. Dit in tegenstelling tot het hierboven beschreven cluster van de uitbreidings- en vervangingsinvesteringen.

Dekking kapitaallastruimte
Jaarlijks wordt een vaste ruimte in de begroting ‘’geoormerkt’’ ter dekking van de kapitaallasten die voortvloeien uit de uitbreidings- en vervangingsinvesteringen. Voor de periode 2025-2028 is, evenals voorgaande jaren ruimte in de meerjarenbegroting vrijgemaakt voor de structurele (kapitaal)lasten (de afschrijving) voortvloeiende uit de  uitbreidings- en vervangingsinvesteringen  Deze ruimte is opgebouwd uit afgerond gemiddeld € 170 duizend per jaar voor lasten voortvloeiende uit de noodzakelijke vervangings- en geplande uitbreidingsinvesteringen in de programma’s en afgerond gemiddeld € 65 duizend per jaar ten behoeve van investeringen in de bedrijfsvoering. 

3.3.4 Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Algemeen

Navolgende tabel biedt inzicht in het verloop van de reserves en voorzieningen van de balans. Gestart wordt met het jaar 2024, waarin tevens rekening is gehouden met het resultaat van de jaarrekening 2023. Vervolgens wordt het begrote verloop per 1 januari tot en met het jaar 2029 weergegeven. 

(cijfers x € 1.000)
Omschrijving 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Algemene reserve 14.331 14.456 14.871 13.473 13.373 13.273
Egalisatiereserves 2.287 5.720 5.458 3.704 2.528 2.738
Afschrijvingsreserves 22.020 21.211 20.402 19.683 18.978 18.348
Onderhoudsreserves 662 805 949 1.092 1.236 1.379
Overige bestemmingsreserves 14.253 15.841 12.109 12.276 12.564 12.892
Totaal reserves 53.553 58.033 53.789 50.228 48.679 48.630
Voorzieningen voor verplichtingen,
verliezen en risico's 6.616 6.497 6.387 6.314 6.259 6.174
Onderhoudsvoorzieningen 3.085 2.914 2.807 2.738 2.713 2.687
Voorzieningen met relatie heffingen 13.875 14.582 15.225 15.744 16.106 16.314
Totaal voorzieningen 23.576 23.993 24.419 24.796 25.078 25.175
Totaal reserves en voorzieningen 77.129 82.026 78.208 75.024 73.757 73.805
Totaal begrote lasten 165.353 157.672 150.458 151.194 153.241
Tabel: Meerjarige ontwikkeling reserves en voorzieningen
Terug naar navigatie - Toelichting algemeen

De totale omvang van alle reserves daalt in de meerjarenbegroting 2025-2028 met afgerond € 9,4 mln. Met uitzondering van het cluster onderhoudsreserves dalen alle clusters van reserves. De omvang van de algemene reserve blijft redelijk stabiel op een peil van (€ 13-14 mln.). De algemene reserve wordt tot en met 2028 jaarlijks gevoed door een vaste storting ten laste van de exploitatie van € 0,75 mln. De totale omvang van alle voorzieningen stijgt in de meerjarenbegroting 2025-2028 met circa  € 1,2 mln.

3.3.5 Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

Terug naar navigatie - Algemeen

De gemeente heeft als werkgever naast verplichtingen voor het huidige personeel ook verplichtingen      
    ten aanzien van het voormalige personeel.

    Het betreft uitkeringen in relatie tot:
-    Verlofrechten;
-    Wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders;
-    Pensioenverplichtingen wethouders;
-    WW-verplichtingen;
-    WAO/WIA/WGA-verplichtingen.

De financiële gevolgen van bovenstaande rechten en verplichtingen zijn, indien van toepassing, verwerkt in de exploitatie. Voor de pensioenverplichtingen van wethouders, wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders en de verlofrechten zijn separate voorzieningen in gebruik die jaarlijks op basis van de actuariële berekeningen wordt bijgesteld. Ook de WIA- en oude WAO-verplichtingen worden jaarlijks bijgesteld. In het kader van de WIA is de gemeente eigen risicodrager. 

3.3.6 Algemene baten en lasten

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf worden de baten en lasten van de navolgende taakvelden die onderdeel uitmaken van programma 0 nader uitgesplitst. 

-    Overhead (040)
-    Treasury (050)
-    OZB-woningen (061)
-    OZB niet-woningen (062)
-    Belastingen overig (064)
-    Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds (070)
-    Overige baten en lasten (080)
-    Vennootschapsbelasting (090)

Deze baten en lasten omvatten financieel gerelateerde zaken en hebben een algemeen karakter.

(cijfers x € 1.000)
I. Baten 2025 2026 2027 2028
A. Taakveld Overhead (040)
- Personeel 74 74 74 74
- Huisvesting personeel 248 248 248 248
- Facilitaire middelen 172 172 172 172
- Overig 78 78 78 78
B. Taakveld Treasury (050)
- Dividend 292 292 292 292
- Ontvangen rente 263 281 259 236
- Toegerekende rente 1.105 1.081 1.053 1.031
C. Taakveld OZB woningen (061)
- OZB eigenaar 6.475 6.681 6.931 7.157
D. Taakveld OZB niet woningen (062)
- OZB eigenaars 1.374 1.418 1.471 1.519
- OZB gebruikers 938 967 1.004 1.036
E. Taakveld Belastingen overig (064)
- Hondenbelasting 411 424 440 454
- Precariobelasting 19 20 20 21
F Taakveld Algemene uitkering en ov. Uitk. Gemeentefonds (070)
- Algemene uitkering gemeentefonds 101.855 97.176 99.923 102.709
Totaal algemene baten 113.304 108.912 111.965 115.028
Tabel Algemene baten 2025-2028
Terug naar navigatie - Tabel lasten 2021-2024
(cijfers x € 1.000)
II. Lasten 2025 2026 2027 2028
A. Taakveld Overhead (040)
- Personeel 4.449 4.514 4.615 4.714
- Huisvesting personeel 1.108 1.081 1.092 1.014
- Facilitaire middelen 5.323 5.318 5.446 5.584
- Bedrijfsvoering 4.677 4.678 4.693 4.777
- Tractie 794 823 837 893
- Overig 133 134 134 135
B. Taakveld Treasury (050)
- Korte-termijn financiering 200 200 200 200
- Lange-termijn financiering 1.581 1.528 1.472 1.423
C. Taakveld OZB woningen (061)
- Bijdrage aan BSGW 159 161 166 166
- Bijdrage aan Waarderingskamer 8 8 8 8
D. Taakveld OZB niet woningen (062)
- Bijdrage aan BSGW 119 121 125 125
E. Taakveld Belastingen overig (064)
- Bijdrage aan BSGW 13 14 15 15
F. Taakveld Algemene uitkering(070) 8 8 8 8
G. Taakveld Overige baten en lasten (080)
- Stelpost onvoorziene uitgaven (incidentele lasten) 117 117 117 117
- Stelpost ruimte B (onvoorziene structurele lasten) 58 102 130 160
- Structurele ruimte A (stelpost kapitaallasten investeringsplannen) 0 0 181 362
- Stelpost personele kosten (promotiebeleid en knelpunten) 297 305 313 320
- Jaarlijkse structurele taakstelling op formatie -259 -361 -467 -579
- Taakstelling urentoerekening aan projecten -250 -250 -250 -250
- Stelpost prijsstijging gas en electra 396 396 396 396
- Stelpost toename afschrijvingen door activeren uren naar projecten 7 14 21 29
- Voormalige wethouders 33 36 37 37
- Lasten algemene uitkering 575 595 568 598
G. Taakveld Vennootschapsbelasting (090)
- Vennootschapsbelasting 10 10 10 10
Totaal algemene lasten 19.556 19.552 19.867 20.263
Tabel Algemene lasten 2025-2028

3.3.7 EMU-saldo

Terug naar navigatie - Algemeen

Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in het BBV een geprognosticeerde balans voorgeschreven en het meerjarig opnemen van het EMU-saldo in een begrotingsparagraaf. Met het opnemen van een geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen, en in de financieringsbehoefte.

Omdat gemeenten (nog) niet afgerekend worden bij overschrijding van de referentiewaarde worden vanaf 2016 geen individuele referentiewaarden voor het EMU-tekort per gemeente berekend. Wel is het mogelijk ons EMU-saldo aan de hand van de begroting te berekenen. Voorheen gebeurde dat door middel van de zogenaamde EMU-enquête. Vanaf het begrotingsjaar 2017 schrijft het nieuwe BBV voor dat de gemeente een geprognosticeerde balans moet opstellen en hieruit het EMU-saldo moeten afleiden.

In de paragraaf Financiering (hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.3) treft u een overzicht aan van de geprognosticeerde balans en een berekening van het EMU-saldo aan. Uit de berekening zoals opgenomen in de paragraaf financiering - geprognosticeerde balans blijkt dat we voor de jaren 2025-2028 EMU-tekorten verwachten.