De Provincie stelt als toezichthouder de eis dat de begroting van de gemeente meerjarig structureel en reëel in evenwicht is. Met dat laatste wordt bedoeld dat de structurele lasten in 2023 niet groter mogen zijn dan de structurele baten. Om te komen tot het structurele evenwicht dient het formele begrotingsaldo 2023-2026 daarom gecorrigeerd te worden voor de incidentele baten en de incidentele lasten. Het alsdan resterende saldo dient in het jaar 2023 groter te zijn dan nul. Lukt dat niet in het eerste jaar dan dient uiterlijk het laatste jaar van de meerjarenraming dat structureel evenwicht bereikt te worden waarbij in de begroting aangetoond wordt dat dit ook op basis van reële ramingen en ombuigingsplannen zal worden gerealiseerd. Omdat we in de meerjarencyclus 2022-2025 pas in 2025 dit noodzakelijke structurele evenwicht bereikten geldt voor de cyclus 2023-2026 dat 2025 het laatste jaar is waarin we dit evenwicht dienen te bereiken. Er mag namelijk geen sprake zijn van een opschuivend meerjarenperspectief.
Juli 2021 hebben de provincies als toezichthouders op de financiën van de gemeenten een nieuwe handreiking gepubliceerd. Deze handreiking is een aanvulling op het al bestaande Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader ‘GTK 2020 Gemeenten’. Deze handreiking ‘Verduidelijking structurele en incidentele baten en lasten’ bakent de definitie van wat nu als incidenteel en wat als structureel mag worden beschouwd verder af. Deze handreiking gaat verder dan de notitie ‘structurele en incidentele baten en lasten’ van de commissie BBV omdat daarin geen scherpe definities staan waardoor er verschillende interpretaties waren bij gemeenten en provincies. In formele zin gaat de provincie deze handreiking pas gebruiken bij de begroting 2024.
Wij hebben als Landgraaf veel last van de bepalingen in deze handreiking omdat daarin de door ons veelvuldig gebruikte egalisatiereserves nadelig werken voor het bereiken van structureel evenwicht. Dat wij als Landgraaf nadeel hebben van deze handreiking, alhoewel we altijd blijk hebben gegeven van een voorzichtig financieel beheer, bevestigt de toezichthouder. Desalniettemin wordt ook onze begroting m.i.v. 2024 getoetst aan de hand van deze handreiking. We hebben de provincie gevraagd, ter lering, om onze begroting 2023 al te toetsen aan de hand van dit aanvullende kader zodat we met de op- en aanmerkingen daaruit voortkomend maatregelen kunnen nemen voor de nieuwe cyclus 2024 wanneer de kaders uit de handreiking daadwerkelijk en ten volle worden toegepast.