2.2.9 Duurzaamheid

Klimaatverandering
                                                                                                              
Het klimaat is altijd in beweging. Natuurlijke en menselijke invloeden zorgen voor verandering. Zo is de gemiddelde temperatuur van de aarde in de afgelopen 130 jaar met 1 graad gestegen. In Nederland met zelfs 1,7 graden. Ook is de zeespiegel in die tijd met 20 centimeter gestegen. Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor mens, natuur en milieu.  Sinds de industriële revolutie is de invloed van de mens op het klimaat snel groter geworden. Dit komt vooral door de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en methaan. Broeikasgassen zorgen ervoor dat warmte wordt vastgehouden en daardoor stijgt de temperatuur op aarde. Zonder broeikasgassen zou de aarde ijskoud zijn, maar met te veel broeikasgassen wordt het juist te heet. De toename van CO2 komt vooral door de verbranding van aardolie, aardgas en steenkool. De toename van methaan komt door landbouw. Door de opwarming van de aarde begint het groei- en bloeiseizoen al vroeger. Leefgebieden van dieren en planten veranderen, bijvoorbeeld door hogere temperaturen. Daardoor sterven steeds meer dieren en plantensoorten uit of vertrekken zij uit hun leefgebied. Ook kan hun leefgebied door klimaatverandering juist groter worden. We krijgen vaker last van extreem weer. Er komen meer stortregens, zwaardere stormen of juist lange drogere en hete perioden. Het veranderende klimaat kan nadelig zijn voor onze gezondheid. Denk aan luchtwegproblemen door luchtvervuiling, of meer allergieën. Door veranderingen in temperatuur, vochtigheid en neerslag kunnen infectieziekten meer ruimte krijgen.

Omdat een veranderend klimaat grote gevolgen heeft, is het van belang dat we ons bij het maken van beleid baseren op actuele wetenschappelijke inzichten. Het IPCC is een organisatie van de Verenigde Naties om de risico's van klimaatverandering te evalueren. Het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering bestaat uit 195 lidstaten. Het rapporteert eens in de 6 à 8 jaar over de stand van het klimaat. De wetenschappers van het panel hebben 14.000 internationale klimaatonderzoeken bekeken. Die zijn beoordeeld en geanalyseerd om tot een totaalbeeld te komen over hoe het er nu voor staat met het klimaatsysteem over de hele wereld. Hieronder staan een aantal conclusies.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    
•    De klimaatverandering is ongekend groot, groter dan in de duizenden jaren hiervoor.
•    Het is overduidelijk dat het klimaat is opgewarmd door de mens. Dat heeft in de hele wereld nu al grote veranderingen veroorzaakt in de atmosfeer, in de oceanen, het gebied rond de noordpool en natuurgebieden.

Opwarming van de aarde in 2000 jaar                               Menselijke factor oorzaak opwarming


•    Het is duidelijker geworden dat klimaatverandering leidt tot meer extreem weer. Verdere opwarming leidt tot nog grotere veranderingen in het klimaat. De gevolgen zullen bij 2 graden groter zijn dan bij 1,5 graad en nog groter en uitgebreider als het nog meer opwarmt.
•    De temperatuur blijft tot ongeveer 2050 stijgen. Deze eeuw stijgt de temperatuur meer dan 1,5 tot 2 graden, tenzij de uitstoot van broeikasgassen heel sterk beperkt wordt.
•    Als we de klimaatverandering willen beperken, is het op z'n minst nodig om netto nul CO2 uit te stoten.

De conclusies uit het rapport zijn verontrustend. Klimaatverandering heeft inmiddels wereldwijd geleid tot wijdverbreide en deels onomkeerbare gevolgen voor mens en natuur, met name door vaker optredende extreme weersomstandigheden. Het vormt een bedreiging voor het menselijk welzijn en de gezondheid van de planeet en de meest kwetsbare mensen en ecosystemen worden daarbij onevenredig getroffen. Miljoenen mensen zijn door weerextremen blootgesteld aan acute voedselonzekerheid en afnemende waterveiligheid, terwijl ook kwetsbare ecosystemen reeds blijvende schade ondervinden. De risico's en kwetsbaarheden bij verder stijgende temperaturen worden nu door IPCC hoger ingeschat dan in het vorige rapport uit 2014. Meer dan 3 miljard mensen bevinden zich in gebieden die als bijzonder kwetsbaar worden beschouwd bij verdere klimaatverandering. Met name bij meer dan 1,5 graden opwarming nemen de mogelijkheden voor effectieve aanpassing en klimaatbestendige, duurzame ontwikkeling snel af. 

Het klimaatakkoord van Parijs 2015

In december 2015 werd in Parijs een wereldwijd klimaatakkoord gesloten. Het wordt gezien als het meest baanbrekende akkoord op klimaatgebied. Het Doel van het akkoord is om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5 à 2 graden Celsius. Om dit doel te bereiken moeten landen meer ambitie tonen en dienen ze onmiddellijk in actie te komen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden, zoals dat is afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs. De uitstoot van CO2 was tussen 2010 en 2019 groter dan in eerdere decennia. Hoewel economische activiteiten gemiddeld minder energie kostten, zorgde de groei van industrie, transport, energieproductie, landbouw en de gebouwde omgeving er toch voor dat de uitstoot bleef stijgen. De uitstoot moet de komende jaren fors dalen en na enkele decennia nul zijn. Landen moeten daarom drastische maatregelen nemen en maatregelen versneld uitvoeren. Daarvoor zijn radicale veranderingen nodig.          

Nederlandse klimaatwet

In de Klimaatwet is vastgelegd dat we in 2030 49% minder broeikasgassen moeten uitstoten en in 2050 95% minder ten opzichte van 1990. Dat is in de wet vastgelegd en ieder kabinet moet zich hier dus aan houden. In de Klimaatwet staat niet hoe we dat gaan doen. Die inhoudelijke maatregelen zijn in het Klimaatakkoord afgesproken met de maatschappelijke partijen die aan het overleg deelnamen. 

Hoger doel in Klimaatwet

De regering wil in 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55 procent verminderen. Nu is dat 49 procent. Alle maatregelen leggen de lat hoger, op 60 procent reductie. Als er dan wat tegenzit, komt het doel van 55 procent niet in gevaar. De Klimaatwet wordt hierop aangepast. In 2050 moet de uitstoot tot nul zijn gereduceerd. Mogelijk komen er ook tussendoelen voor 2035 en 2040 in de wet te staan. De definitieve aangepaste klimaatwet wordt in het najaar van 2022 aan de tweede kamer verzonden en na parlementaire behandeling definitief vastgesteld.
                                                                                                                                                                            
Programma gemeente Landgraaf

Regionale Energie Strategie (RES) 

Nederland werkt aan een energietransitie. In 2019 is door de regering het Klimaatakkoord gepresenteerd; de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Hierin is vastgelegd dat in 2030 de CO²-uitstoot met 49% verminderd moet zijn ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95%. Deze forse nationale doelstelling kan alleen worden behaald als elke regio in Nederland daaraan bijdraagt. Dat vergt regionaal maatwerk en daarom is er een Regionale Energie Strategie (RES) ontwikkeld.

Regionale Energie Strategie (RES)

In de RES beschrijft elke regio welke energiedoelstellingen zij wil halen, op welke termijn en welke strategie zij hiervoor hanteert. Nederland is opgedeeld in 30 ‘energieregio’s’, Zuid-Limburg is er daar een van. Er is voor gekozen om in Zuid-Limburg in drie deelregio’s te werken. De Stadsregio Parkstad is een van de drie deelregio’s, die een deel-RES heeft gemaakt. 

De RES 1.0 Zuid-Limburg is in juni 2021 door de gemeenteraad behandeld en vastgesteld. Met het vaststellen van de RES 1.0 Zuid-Limburg werd het fundament gelegd waarvan overheden, semioverheden, bedrijven, woningcorporaties, inwoners etc. in gezamenlijkheid tot concrete uitvoeringsmaatregelen komen om de energietransitie in Landgraaf en de regio in gang te zetten. 

Om de in de RES 1.0 gestelde ambitie in de praktijk om te zetten in concrete maatregelen en prestaties, zal in de vervolgfase onder de ambtelijke regie van Parkstad Limburg worden overgegaan tot het uitwerken van een nieuw regionaal uitvoeringsprogramma PALET i.c. op het schaalniveau van Parkstad Limburg. 

PALET (Parkstad Limburg Energiestrategie)
Palet


De samenwerkende gemeenten in Parkstad Limburg hebben in 2013 het initiatief genomen om de energietransitie in de regio aan te jagen en gestructureerd van de grond te krijgen. Als eerste belangrijke stap is een onderbouwde ambitie geformuleerd: in 2040 is Parkstad Limburg energieneutraal. Dat betekent dat de energie die wij zelf nodig hebben, in onze regio wordt opgewekt. Het kaderstellende beleid Parkstad Limburg Energietransitie (PALET) is in 2015 door acht gemeenteraden unaniem vastgesteld. Het jaar 2040 is dus onze stip op de horizon. Het doel is onze inwoners en bedrijven van schone, betrouwbare en duurzame energie te voorzien. ‘Met PALET, Parkstad Limburg Energie Transitie, loopt de regio voorop. Niet slechts een gezamenlijke ambitie, maar heel concrete projecten. Uniek in Nederland!’ (
Marjan Minnesma directeur Stichting Urgenda).

Het traject van de RES heeft consequenties voor PALET. De RES-methodiek wijkt op een viertal belangrijke punten af van de aanpak in PALET.

1. Primair/Secundair energiegebruik.
In PALET is uitgegaan van het primaire energiegebruik (vanuit de bron), terwijl de RES uitgaat van secundair energiegebruik (uiteindelijk energiegebruik door afnemer). Om de samenhang met de RES te bewaren zullen wij in de toekomst dus ook in Parkstad uitgaan van het secundair energieverbruik.                                                                                                    
2. Basisjaar gegevens.
In PALET is uitgegaan van basisjaar 2011, terwijl de RES 2017 als basisjaar hanteert. In de RES heeft er dus een actualisatie van PALET op deze fronten plaatsgevonden.    

3. Reikwijdte van sectoren.
De RES is beperkt tot de Klimaattafels ‘Elektriciteit’ en ‘Gebouwde omgeving’. De sectoren ‘industrie’, ‘verkeer en vervoer’ en ‘landbouw en landgebruik’ worden door de overige Klimaattafels opgepakt. In PALET wordt echter uitgegaan van een integrale aanpak, waarbij alle sectoren worden meegenomen. De opgave vanuit de RES betreft dan ook niet de gehele opgave die wij ons in PALET hebben gesteld. In het uitvoeringsprogramma voor Parkstad blijven wij uitgaan van een integrale aanpak voor alle sectoren. 

4. Het uiteindelijke doel.
Tot slot geeft de RES-invulling aan de nationale doelstelling om met elkaar de CO2-uitstoot sterk te verminderen: in 2030 met 49% ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95.%.  De ambitie van PALET is om in 2040 als regio energieneutraal te zijn. In aanloop naar het nieuw op te stellen Uitvoeringsprogramma zal PALET geëvalueerd worden, waarbij een aanvang wordt gemaakt met het zo veel mogelijk op elkaar afstemmen van de uitgangspunten en doelstellingen van de RES en PALET.

PALET zal “RES-proof” gemaakt moeten worden, vooral om goed en efficiënt aangehaakt te blijven binnen de RES Zuid-Limburg en het Klimaatakkoord. Dit om de kwaliteit, de dynamiek en de effectiviteit van de regionale samenwerking via de GR Parkstad Limburg op het gebied van energietransitie niet kwijt te raken. Alleen al de resultaten rondom de formulering van gemeenschappelijk regionaal beleid van PALET zoals het Zonnepanelenproject, de warmtetransitie en de WoonWijzerWinkel tonen die meerwaarde aan. Het binnen de RES te maken uitvoeringsprogramma voor Parkstad Limburg wordt PALET-RES 3.1. De monitoring volgt vanuit het Nationaal Programma RES.

Zoekgebieden grootschalig zon op land

De gemeente Landgraaf heeft de opgave om haar energieopwekking te verduurzamen. Onderdeel hiervan is de lokale grootschalige opwek van duurzame elektriciteit. In de RES Zuid-Limburg (RES ZL) is aangegeven hoeveel elektriciteit moet worden opgewekt voor 2030 en welke zoekgebieden er zijn. De raad heeft tijdens de behandeling van de RES ZL in juni 2021 besloten dat de op te wekken duurzame elektriciteit in Landgraaf, gemeentelijke bijdrage bod RES ZL, alleen via zonne-energie mag worden ingevuld. Op basis van een landschappelijke verdieping, samen met de gemeenteraad en burgers, moet verkend worden waar mogelijke ontwikkelingen binnen de zoekgebieden voor zonne-energie daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Op basis daarvan kunnen zonneparken op land een goede plek in de gemeente krijgen. Grote zonne-energiesystemen kunnen zowel op land als op daken van industriepanden of carports/parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Dat grote daken en het overkappen van grote parkeerplaatsen een goede optie zijn voor het plaatsen van zonnepanelen staat niet ter discussie. Echter het realiseren van zonnedaken blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig. Daarom wordt onderzocht welke knelpunten worden ervaren en welke mogelijkheden er zijn om de realisatie van zon op grote daken in Landgraaf te versnellen. Bij het opstellen van de versnellingsaanpak wordt aangesloten bij de landelijke ontwikkelingen, de NPRES (Nationaal Programma Regionale Energiestrategie), ervaringen uit de RES-regio's en gesprekken met ondernemers. In kader van dubbel ruimte gebruik wordt er gewerkt aan het realiseren van het project Zonnecarports Park Strijthagen. Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd en het project wordt nu verder uitgewerkt.

Transportschaarste op het elektrische net

TenneT heeft per 8 juni jl. transportschaarste afgekondigd voor teruglevering en afname van elektriciteit. Dit betekende dat in Limburg, zowel door TenneT als Enexis, geen offertes meer werden verstrekt voor aansluitingen of uitbreiding van aansluitingen met een omvang van meer dan 3 x 80 Ampère (grootverbruikaansluitingen).  9 september jl.  heeft TenneT wereldkundig gemaakt dat op basis van congestieonderzoek de netbeheerders (tijdelijk) ruimte zien om aanvragen voor grootverbruikersaansluitingen te kunnen honoreren. Dit betekend dat naar alle waarschijnlijkheid vanaf december alle reeds gedane aanvragen voor aansluiting uit onze gemeente op basis van volgorde op de interesselijst door de netbeheerders in behandeling zullen worden genomen. Dit is goed nieuws. Wel blijft op dit moment onzeker of aanvragen voor teruglevering vanuit onze gemeente gehonoreerd kunnen worden.

Congestieonderzoek

Om de aanvragen die op de interesselijst staan zo snel mogelijk in behandeling te kunnen nemen is TenneT op 10 juni jl. met congestieonderzoek gestart. Hierbij is onderzocht of organisaties met een flexibel vermogen de belasting op het net kunnen verlagen. Dit betekent dat organisaties mogelijk een vergoeding kunnen krijgen om de elektriciteitsvraag of -opwek te verminderen op momenten dat TenneT hierom vraagt. Daarnaast is onderzocht of alle aangevraagde en gecontracteerde capaciteit daadwerkelijk wordt gebruikt, zodat er niet onnodige claims op het elektriciteitsnet worden gedaan. Hierdoor, alsook door het inleveren van offertes voor aansluitingen, is ruimte op het hoogspanningsnet gevonden. Als gevolg kunnen belanghebbenden, zoals bekend op de interesselijst, vooralsnog van een grootverbruikaansluiting voor afname worden voorzien. Resultaten tonen helaas onvoldoende ruimte om alle aanvragen voor teruglevering in Branbant en Limburg te kunnen honoreren. Onduidelijk is hoe de gevonden ruimte voor teruglevering (960 van de benodigde 5000 megawatt) over beide provincies en initiatieven zal worden verdeeld. Per onderstation zou moeten worden bekeken welke ruimte beschikbaar is.  
De uitkomsten van het congestieonderzoek bieden tijdelijk ruimte voor realisatie van grootverbruikersaansluitingen voor afname. Voor teruglevering is nog niet zeker welke aanvragen wel of niet gehonoreerd kunnen worden. De dreiging van congestie is echter nog lang niet voorbij. Een groeiende vraag naar elektriciteit door industriële elektrificatie, grootschalige batterijsystemen en de verduurzaming van mobiliteit en de gebouwde omgeving zullen een zware wissel op het net blijven trekken. Om congestieproblematiek het hoofd te bieden worden op dit moment de volgende stappen gezet: 

Investering in het net

Om de capaciteit van het net in Brabant en Limburg uit te breiden zal TenneT tot 2030 ruim 2 miljard euro investeren. Enexis zal op eenzelfde termijn ongeveer 2.8 miljard euro in uitbreiding van het net investeren.  

Het provinciale MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat)

Het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat) Limburg is eind 2021 door de provincie in het leven geroepen om met diverse klimaattafels tot de benodigde afstemming en integratie van de energie-infrastructuur te komen. Gemeenten (vooralsnog via de RES-regio vertegenwoordigd) spelen hierin een belangrijke rol om tot een gedragen en toekomstbestendige oplossingen te komen. Het ontwikkelen van een prioriteringskader voor het net behoort tot een van de doelstellingen van het MIEK. Met het heersende ‘first come, first serve principe’ kan op dit moment geen voorrang worden verleend aan prioritaire maatschappelijke ontwikkelingen. Juist met beperkte capaciteit op het net bestaat de noodzaak om middels prioritering tot een zorgvuldige afweging te komen. 

Taskforce onder leiding van Ben Voorhorst

De provincies Brabant en Limburg hebben het Rijk verzocht on langdurig in ons net te investeren. Om transportschaarste op de korte en lange termijn op te lossen heeft het Rijk dhr. Ben Voorhorst als coördinator aangesteld. Een groot deel van de opdracht omvat een strategische benadering van verzwaring van het net alsook een gerichte lobby voor aanpassing van de (nieuwe) Energiewet. Het “first come, first serve” principe zal, gelet op de heersende schaarste, vervangen moeten worden voor een afgewogen inhoudelijke prioritering. 

Transitievisie warmte 2.0

Op regionale schaal wordt er gewerkt aan een nieuwe versie van de Transitievisie Warmte, de TVW 2.0. De gevolgen van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Het klimaat verandert o.a. door een te hoge uitstoot van CO² bij het gebruik van fossiele brandstoffen. Aardgas is een van die fossiele brandstoffen. Daarom is afgesproken dat alle woningen en gebouwen in Nederland uiterlijk in 2050 aardgasvrij moeten zijn en zijn omgeschakeld naar een duurzame manier van verwarmen. Een grote overstap want tientallen jaren heeft onze aardgasvoorraad Nederland voorzien van een manier om onze huizen te verwarmen, om te douchen en te koken. De omschakeling naar duurzame manieren van verwarmen is ook een grote verbouwing, zowel in de openbare ruimte als voor alle huis- en vastgoedeigenaren. Het hoeft niet van de ene op de andere dag klaar te zijn. Het is een proces van jaren, waarbij we steeds weer leren van ervaringen en nieuwe kennis integreren in onze plannen. Alle gemeenten bekijken samen met deskundigen, energiebedrijven, woningcorporaties en natuurlijk met hun inwoners hoe dat het beste kan. 

Ook in Landgraaf denken we na over duurzame alternatieven én een tijdspad voor het terugdringen van het gebruik van aardgas in onze gemeente. De Transitievisie Warmte 2.0 zal eind 2022 of begin 2023 ter vaststelling aan de gemeenteraad worden aangeboden. De visie zal eens per vijf jaar worden geactualiseerd. De Transitievisie warmte gaat inzicht geven in de huidige kennis over de beschikbare duurzame warmtebronnen van Landgraaf. De visie geeft ook aan in welk tempo we verwachten dat Landgraaf zich ontwikkelt naar aardgasvrij-voorbereid of aardgasvrij. Of er collectieve oplossingen worden verwacht voor een wijk, of dat aanpassingen in de woning vooral individueel en op natuurlijke momenten als verhuizen of een verbouwing worden verwacht. Door samen aan de slag te gaan kunnen we stappen maken, en blijven we leren van wat we onderweg tegen komen. De Transitievisie Warmte 2.0 wordt het startpunt voor het gesprek met bewoners, bedrijven en alle partijen die nodig zijn voor de overgang naar een aardgasvrije gemeente.

Duurzaam Energie- en Klimaatfonds

Sinds 2019 ondersteunt de gemeente Landgraaf zijn burgers, verenigingen en ondernemers bij de verduurzaming van hun woningen en gebouwen door het verstrekken van een lening voor duurzaamheidsmaatregelen. Hierdoor wordt het voor de burgers, verenigingen en ondernemers mogelijk het Energie-label van hun pand te verbeteren en kan er gewerkt worden aan klimaatadaptatie. In 2019 was afgesproken om € 400 duizend in te zetten voor leningen voor duurzaamheidsprojecten. Dit bedrag was begin 2021 volledig benut. In juni 2021 werd het fonds met € 600 duizend verruimd. Dit bedrag was begin 2022 volledig benut. Om die reden is het "Duurzaam Energie- en Klimaatfonds Landgraaf" in mei 2022 met € 2 mln verruimd. 

Duurzame mobiliteit

De Bestuurscommissie Mobiliteit heeft in 2020 zowel de Visie op Mobiliteit Parkstad (oftewel het regionale Sustainable Urban Mobility Plan, SUMP) als de Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg vastgesteld. De Visie op Mobiliteit van Parkstad is een doorvertaling van de Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg en vormt de schakel met de lokale verkeersvisies. 
In de Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg is vastgesteld dat de gezamenlijke ambitie van gemeenten en provincie is om in samenhang te werken aan het verbeteren van de economische agglomeratiekracht van Zuid-Limburg, een inclusieve en gezonde samenleving en het stimuleren van slimme, veilige en schone mobiliteit. De Mobiliteitsvisie Zuid-Limburg bevat, vanuit een viertal ambities, 10 thema’s met in totaal 34 deelopgaven voor de samenwerking. 

In de Visie op Mobiliteit Parkstad hebben we ervoor gekozen om ons vanuit de 10 bovengenoemde thema’s te concentreren op een vijftal focuspunten die op korte termijn de meeste impact hebben: 
1. Zet in op fietsen 
2. Verruim het aanbod van vervoersmiddelen –zeker als alternatief voor het OV 
3. Zet in op elektrisch vervoer 
4. Verbeter de leefbaarheid en creëer omgevingen die lopen en fietsen stimuleren 
5. Bereikbaarheid en Verkeersveiligheid 

Laadpalen              
Naar schatting rijden erin 2030 zo’n 2 miljoen elektrische auto’s in Nederland. 
Deze ontwikkeling vraagt om een gelijktijdige ontwikkeling van de benodigde laadinfrastructuur. Gemeenten hebben hierin een belangrijke rol. Als onderdeel van het klimaatakkoord is de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de ontwikkeling van laadinfrastructuur geen belemmering mag vormen voor de groei van het aantal elektrische auto’s. Gemeenten staan hiervoor aan de lat en dienen een plan van aanpak op te stellen en tweejaarlijks te monitoren. Daarbij is regionale en provinciale samenwerking het uitgangspunt. 
Elektrisch rijden is een belangrijk onderdeel binnen de energietransitie. Elektrische auto’s zijn niet alleen schoner en duurzamer, maar door slim laden is het ook mogelijk om (toekomstige) overbelasting van het elektriciteitsnetwerk te voorkomen. 
Vanaf januari 2017 tot en met januari 2020 heeft Vattenfall door de provincie Brabant en Limburg laadpalen geplaatst, ook in Landgraaf, en na een nieuwe aanbesteding is Vattenfall in 2020 verdergegaan met het uitbreiden van de laadpunten voor elektrische auto’s als er geen openbaar laadpunt in de buurt is. 

Verduurzamen van dienstreizen

Medio december 2019 heeft de gemeente Landgraaf de eerste stappen gezet naar duurzame mobiliteit. In dit kader is er vanuit de afdeling ROG/gemeente Landgraaf met het Programmabureau Zuid-Limburg Bereikbaar een deelname verklaring overeengekomen om ons hierin te begeleiden en wel gedurende de periode december 2019 tot en met december 2022. Op basis van inventarisaties onder de werkgevers en de overkoepelende belangenorganisaties zet het nieuwe programma 2019-2022 door middel van slimme en duurzame mobiliteit in op de volgende drie programmaspeerpunten:      
- Bereikbare economische kerngebieden en stadscentra en goede doorstroming op het wegennet;                  
- Bijdrage aan duurzame mobiliteit vanuit de invalshoek klimaatbeleid en leefbare omgeving;
- Gezonde en vitale medewerkers (meer bewegen door ander reisgedrag).

Het Verduurzamen van dienstreizen is expliciet genoemd in het mobiliteitsbeleid Gemeente Landgraaf. Op deze wijze wenst Landgraaf een bijdrage te leveren aan enerzijds een schoner milieu en anderzijds aan de vitaliteit van de individuele medewerker/bestuurder.
Het verduurzamen van dienstreizen begint bij een gedragen mobiliteitsbeleid. 
Een mobiliteitsscan onder alle medewerkers van de gemeente Landgraaf heeft uitgewezen dat maar liefst 43% van de werknemers minder dan 5 km van het werk woont en dat 30% woont tussen 5 en 15 km van het werk. Verder heeft de scan inzichtelijk gemaakt dat 81% van de werknemers met de auto naar het werk ‘reist’, 18% met de fiets en slechts 1% met het openbaar vervoer.

Om hier verandering in te bewerkstelligen wordt is er een zogenaamde proeftuin in het leven geroepen onder het motto ‘creëren van draagkracht’. Een eerste stap zijn de vijf aangeschafte e-bikes om zo medewerkers bewuster te maken dat het anders kan oftewel duurzamer. Het is te allen tijde een win-win situatie. Minder belasting voor het milieu en in het kader van de vitaliteit eveneens een positieve ontwikkeling. 
Om naast een vitaliteitsprikkel ook een financiële prikkel in te bouwen voor medewerkers om te verduurzamen, wordt een voorstel voorbereid om de vergoeding van reiskosten bij dienstreizen met de auto gefaseerd af te bouwen. 
Dienstreizen waarbij het gebruik van een auto wenselijk is worden elektrische auto’s vanuit de gemeente beschikbaar gesteld. Hiervoor wordt nog een voorstel uitgewerkt.

Evenementen

Duurzaamheid komt inmiddels ook voor in het ‘Evenementenuitvoeringsbeleid’. In 2021 zijn er interactieve sessies met potentiële organisatoren georganiseerd. De uitkomsten van deze sessies is verwerkt tot een specifiek duurzaamheidsbeleid voor evenementen dat als bijlage van het ‘Evenementenuitvoeringsbeleid’ moet worden gezien.
Duurzaamheidsaspecten die bij evenementen aan de orde kunnen zijn, zijn bijvoorbeeld:
-    Afvalscheiding;
-    Hoe om te gaan met overgebleven voedsel en drank (naar voedselbank);
-    Het beperken van onnodig wegwerpplastic en verpakkingsmateriaal;
-    Geen niet-biologisch afbreekbare ballonnen oplaten bij een viering;
-    De komst met de fiets stimuleren en hiervoor inpassingsmaatregelen treffen;
-     Met lokale leveranciers werken (beperken reisafstand);
-    Energiezuinige verlichting en techniek inzetten;
-    Kraanwatertappunten bieden i.p.v. fleswater;
-    Papierloze entree en een digitaal programmaboekje of app;
-    Duurzame catering (biologisch, minder vlees, vegetarisch, lokaal);
-    Biobrandstof gebruiken in plaats van fossiele brandstoffen;
-    Telefoons opladen op zonne-energie.

Deze opsomming is niet limitatief; er zijn veel websites waar organisatoren zich kunnen laten inspireren om duurzame maatregelen te nemen bij hun evenement.
Het is van belang dat de aanvrager al in een vroeg stadium nadenkt over de duurzaamheid van het evenement. Daarom wordt aan de organisatoren gevraagd om in de aanvraag of melding een paragraaf op te nemen over de te nemen duurzaamheidsmaatregelen. Het indienen van een duurzaamheidsparagraaf is een indieningsvereiste voor de aanvraag/melding. Over de inhoud van de duurzaamheidsparagraaf kunnen verschillen van mening ontstaan.

Een organisatie gaat niet ver genoeg in het verkennen én gebruikmaken van de duurzaamheidsmogelijkheden, de maatregelen maken een evenement duurder of de investering weegt niet op tegen de voordelen voor het milieu. Daarnaast geldt dat van een groot evenement meer verwacht mag worden dan van de organisatie van een plaatselijke braderie (ondanks dat ook voor deze groep voldoende ‘laaghangend fruit’ is). Ook is niet alles een geldkwestie; soms is sprake van een heel geringe investering of wordt duurzaamheid nagestreefd door actief duurzamer gedrag te promoten.
Als de duurzaamheidsparagraaf niet wordt aangeleverd, is de aanvraag of melding onvolledig en zal deze, behoudens de wettelijk herstelmogelijkheid, niet verder in behandeling worden genomen. Is de paragraaf er wel, maar wordt daarin onvoldoende aandacht aan duurzaamheid besteed of zijn er méér mogelijkheden en wordt daar onvoldoende gebruik van gemaakt, dan gaat de gemeente echter niet zover dat een vergunning of melding wordt geweigerd. Als een organisator naar mening van de gemeente redelijkerwijs méér aan duurzaamheid kan doen dan dat hij voorstelt, dan zal door gerichte communicatie geprobeerd worden hem te bewegen ambitieuzer te zijn.

Circulaire economie

Hergebruik van grondstoffen, producten en onderdelen is cruciaal voor een toekomstbestendige economie en een energieneutraal Landgraaf in 2040. Dit betekent het minimaliseren van verspilling van grondstoffen en het maximaliseren van de waarde van grondstoffen en materialen. In een circulaire economie stappen we af van het idee dat producten en grondstoffen een lineair leven doorlopen van grondstofwinning via productie naar afval. In plaats daarvan stromen producten en materialen door.  Het eerste doel uit het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 is ambitieus maar niet onhaalbaar: in 2030 moet Nederland 50% minder primaire grondstoffen gebruiken (mineralen, metalen en fossiel). In 2050 wil Nederland een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait om herbruikbare grondstoffen. 
De Bestuurscommissie Duurzaamheid heeft opdracht gegeven om een regionale Circulaire Economie Strategie Parkstad op te stellen. Ook heeft de Bestuurscommissie Duurzaamheid opdracht gegeven om een regionaal Uitvoeringsprogramma Circulair Bouwen Parkstad op te stellen. 

Duurzaam inkopen

Overheden zoals ook de gemeente Landgraaf hebben een voorbeeldfunctie in het maatschappelijk verkeer. De gemeente Landgraaf streeft er dan ook naar 100 % duurzaam in te kopen. Duurzaam inkopen is het meenemen van sociale- en milieuaspecten in het inkoopproces. Met betrekking tot een aantal door de gemeente Landgraaf in te kopen productgroepen zijn door Pianoo Expertisecentrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zogenaamde ‘duurzaamheidscriteria’ opgesteld. Door het opnemen van deze duurzaamheidscriteria in de aanbestedingsdocumenten worden aanbieders genoodzaakt een duurzame oplossing aan te bieden. Zodoende wordt duurzaam ingekocht.

Verduurzamen gemeentelijke sport- en sociaal-culturele accommodaties

Tegen de achtergrond van het Klimaatakkoord en de daaraan ten grondslag liggende doelstellingen wat betreft het verminderen van de CO2-uitstoot zijn zogeheten duurzaam meerjaren onderhoudsplannen (DMOP’S) opgesteld voor de gemeentelijke sport- en sociaal-culturele accommodaties. Het verduurzamen van de gemeentelijke sport- en sociaal-culturele accommodaties zorgt voor energiebesparing en C02-reductie, toont de voorbeeldfunctie van ons als gemeente als inspiratie voor onze inwoners en de gebruikers van onze accommodaties. Tot slot zorgt het verduurzamen ook voor kwalitatief betere accommodaties. Het comfort neemt toe door het verbeterde binnenklimaat.

De in de DMOP’S voor onze sport- en sociaal-culturele accommodaties opgenomen duurzaamheidsmaatregelen vergen gedurende de periode 2021 – 2030 een investering exclusief BTW van ruim 700 duizend euro. Het betreft hier 13 sport- en sociaal-culturele accommodaties waar duurzaam renoveren op van toepassing is. Een duurzaamheidsmaatregel is kosteneffectief, wanneer het treffen van een dergelijke maatregel geschiedt op de natuurlijke momenten van renovatie, vervanging en onderhoud. Binnen het voor elke accommodatie opgestelde DMOP is rekening gehouden met het investeren in duurzame maatregelen op het moment dat onderhoud uitgevoerd moet worden. Bijvoorbeeld het aanbrengen van dakisolatie als de dakbedekking moet worden vervangen of het vervangen van de verlichtingsarmaturen door LED-verlichting als de aanwezige traditionele armaturen aan vervanging toe zijn. Het vastgoedbezit wordt dus geleidelijk verduurzaamd. 

Verduurzamen Gemeentelijk vastgoed

Verduurzamen gemeentelijk vastgoed

 Het gemeentelijk vastgoed bestaat uit: het Burgerhoes, het Emile Erensplein 55 (Gegevenshuis), de Voltastraat 22 (BOR) en de Marconistraat 13 (MOB). Het verduurzamen van dit gemeentelijke vastgoed zorgt voor energiebesparing en C02-reductie, toont de voorbeeldfunctie van ons als gemeente als inspiratie voor onze inwoners en ambtenaren als gebruikers van dit vastgoed. Tot slot zorgt het verduurzamen ook voor kwalitatief beter vastgoed. Het comfort neemt toe door het verbeterde binnenklimaat.

Voor deze panden zijn energiescans uitgevoerd.  Hieruit zijn te nemen maatregelen naar voren gekomen die in het kader van verduurzaming verbeterd kunnen worden. De maatregelen die snel opgepakt kunnen worden en vaak ook al veel winst opleveren worden als eerste opgepakt zoals verlichtingsarmaturen vervangen door LED. Daarnaast wordt er in het kader van ons vastgoed ook gekeken naar onze duurzaam meerjaren onderhoudsplannen (D)MOP’s en de daar bijhorende beschikbare budgetten. Voor de uit te voeren maatregelen zal er per pand een prioriteringslijst worden opgesteld. 

Voor het Burgerhoes geldt de informatieplicht energiebesparing. Als een bedrijf of instelling meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ gas per jaar verbruikt moet het voldoen aan de informatieplicht energiebesparing. In het kader van deze informatieplicht heeft de RUD het burgerhoes bezocht en naar aanleiding hiervan heeft de RUD een rapport opgesteld met hierin maatregelen opgesomd die uitgevoerd moeten worden om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Per 1 januari 2023 moet het Burgerhoes ook voldoen minimaal energielabel C. De gemeente laat zich door een extern bureau informeren over de te nemen maatregelen om bovenstaande doelen tijdig te behalen.