Zoals altijd vinden er na vaststelling van de kadernota nog ontwikkelingen en budgettaire mutaties plaats die van invloed zijn op het in de kadernota geraamde meerjarensaldo. Achtereenvolgens lichten we de volgende mutaties toe:
- Effect meicirculaire 2021
- Effect correctie autonome ontwikkeling begroting GR WOZL
- Effect aanvullend te ontvangen Rijksbijdrage jeugdhulp 2022-2025
- Effect bijstelling richtbudgetten en kleinere concernposten.
Effect meicirculaire 2021
We hebben de via de meicirculaire 2021 ontvangen extra middelen voor 2021 gestort in de algemene reserve. Alles bij elkaar een bedrag van ca. €2,5 miljoen (5) . Dit in de wetenschap dat er met zekerheid nog bijstellingen zullen moeten plaatsvinden in 2021 op het beschikbare budget 2021 voor de Wmo en jeugd (6).
De meerjarige cijfers uit de meicirculaire van het lopend jaar T (2021) waren zoals te doen gebruikelijk nog niet verwerkt in de kadernota van T+1 (2022). We baseerden ons in de kadernota nog op de maartcirculaire 2021. Per raadsinformatiebrief (7) hebben wij eind juni u in hoofdlijnen geïnformeerd over de gevolgen van de meicirculaire 2021. We gaven daarbij aan dat de meicirculaire 2021 geen substantieel effect heeft op de meerjarige ramingen algemene uitkering zoals geprognosticeerd in de kadernota 2022 (8). Met inzet van de egalisatiereserve algemene uitkering zouden wij de verschillen tussen de maartcirculaire en de meicirculaire 2021 opvangen. Bij het definitief verwerken van de mutaties a.g.v. de circulaire zijn we toch nog tegen een door te voeren correctie op de raming van de algemene uitkering aangelopen.
(5) Voordeel betrof de positieve mutatie algemene uitkering meicirculaire 2021 versus meicirculaire 2020 o.a. a.g.v. overname risicovollere raming waardes maatstaven in 2021, €1,65 miljoen voordeel a.g.v. corona-steunpakketten, en ca €0,9 miljoen nadeel a.g.v. de doorgevoerde correctie op de 1e begrotingswijziging GR WOZL vanwege de niet reële raming 2021.
(6) N.a.v. een eerste voorlopige doorrekening betreft dit een correctie van ca. €3 miljoen nadelig.
(7) RIB Meicirculaire 2021 documentnummer 21.20935 datum 16 juni 2021
(8) Dit omdat de prognose kadernota al gebaseerd was op de maartcirculaire 2021
Wij hadden voor de aanvullende incidentele Rijkscompensatie voor de Jeugdhulp in 2021 (9) ook een baten stelpost opgenomen voor 2022 in de meerjarenraming van de begroting 2021 ter hoogte van ca. € 862 duizend. In de raming van de algemene uitkering zit die extra bijdrage al verwerkt. Alhoewel we naar we nu zeker weten in 2022 nog meer middelen krijgen voor de jeugdhulp is dat zuiver gesproken niet juist. Dit betekent dat wij het budgettaire effect van de raming van de algemene uitkering van plus € 1,75 mln. voor 2022 neerwaarts moeten bijstellen met € 862 duizend waarna met inzet van de egalisatiereserve we tot in tabel 8 opgenomen mutatie op de reeds in het saldo van de kadernota opgenomen ruimtecreatie RCC-02 komen. Met de nadrukkelijke kanttekening dat het budgettaire effect van deze nog steeds zeer positieve ontwikkeling van het accres primair een gevolg is van het risicovoller ramen van de te verwachten uitkering en met de kanttekening dat de effecten van de herverdeling van het gemeentefonds dat m.i.v. 2023 stapsgewijs wordt doorgevoerd nog niet verwerkt zijn in de meerjarige raming van de algemene uitkering omdat er nog geen definitieve besluiten hierover zijn genomen.
Recent hebben we het geactualiseerde maar nog steeds voorlopige herverdeelvoorstel gekregen. Geactualiseerd aan de hand van de cijfers 2019. Met een herverdeel afname van €50 per inwoner een verdubbeling van het nadeel voor Landgraaf t.o.v. het voorgaande voorstel (10). Alhoewel de Raad voor het Openbaar Bestuur en de VNG nog kunnen reageren op dit voorstel moeten we er rekening mee houden dat we in de periode 2023-2025 jaarlijks te maken gaan krijgen met een oplopende korting in stapjes van €15 per inwoner. In de risicoparagraaf wordt dit risico nader uitgewerkt.
(9) Dit betrof de eerder toegezegde aanvullende bijdrage landelijk van €300 miljoen die voor 2020 en 2021 gold en die we in de raming ook voor 2022 mochten opnemen alhoewel daarvoor de middelen formeel nog niet in de algemene uitkering waren opgenomen. Voor Landgraaf een bedrag van ca. €862 duizend.
(10) Een herverdelingsnadeel van €50 per inwoner betekent voor Landgraaf m.i.v. 2026 een nadelig budgettair effect van ca. €1,9 miljoen
Effect correctie raming 1e begrotingswijziging 2021 WOZL
Bij het in de Kadernota 2022 verwerken van de autonome ontwikkeling van de nieuwe begroting 2022 van de GR WOZL zijn we zoals te doen gebruikelijk uitgegaan van de in de meerjarenschijven 2022-2024 opgenomen bijdrage behorende bij de actuele begroting 2021 aan de GR WOZL. Een bijdrage die gebaseerd was op de actuele begroting 2021 van de GR WOZL inbegrepen de 1e begrotingswijziging 2021 WOZL. Uit de ontvangen meicirculaire 2021 is gebleken dat in de 1e begrotingswijziging 2021 van de GR WOZL ten onrechte is geanticipeerd op een in de meicirculaire te verwachten verhoging van de rijksbijdrage (onderdeel integratie-uitkering Participatie) van afgerond €0,9 mln. Die verhoging zat al in onze ramingen. In de RIB meicirulaire 2021 bent u hierover al geïnformeerd aangezien dit ook effect had op de raming van 2021.
We laten hier dus welbewust de ramingscijfers van de vastgestelde begroting 2022 GR WOZL los.
Effect aanvullend te ontvangen Rijksbijdrage jeugdhulp 2022-2025
In de kadernota hebben we u de landelijke en Landgraafse tekorten in de jeugdhulp toegelicht. Bij de kadernota wisten we nog niet of en in welke mate het Rijk de tekorten in de jeugdhulp zou compenseren. Eventueel extra daarvoor te ontvangen bedragen zaten daarmee ook nog niet in de algemene uitkering van de meicirculaire 2021. Inmiddels is er een arbitrage-uitspraak gedaan en zijn er concrete toezeggingen gedaan voor 2022. De gemeenten krijgen in 2022 € 1.314 miljoen, boven op de € 300 miljoen die het Rijk al als voorschot had gegeven voor de tekorten op de jeugdzorg. Verder worden er maatregelen genomen om € 214 miljoen te besparen. Samen dekt dat het volledige geraamde tekort van € 1,9 miljard van de gemeenten zoals vastgesteld door de diverse onderzoeken van o.a. AEF. Dat heeft staatssecretaris P. Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten na de uitspraak van de arbitragecommissie. Deze stelde dat het Rijk de gemeenten volledig moest compenseren voor de tekorten in de jeugdzorg. Voor Landgraaf betekent dit in 2022 een extra bedrag van ca. €3,7 miljoen.
Over de jaren vanaf 2023 waren daarbij nog geen directe afspraken gemaakt. Daar gaat een nieuw kabinet uiteindelijk over en ten tijde van het opstellen van deze begroting was dat er nog niet.
Het ministerie van BZK, VNG en IPO hebben echter inmiddels onderling afgesproken dat 75% geraamd mag worden van de bedragen waar de Arbitragecommissie meerjarig van uit gaat.
Wat dat financieel betekent voor Landgraaf is opgenomen in de bovenstaande tabel 10.
Effect bijstelling richtbudgetten en kleinere concernposten
Zoals ieder jaar zijn er bij de totstandkoming van de nieuwe begroting meerdere kleinere budgetten en concernposten – we noemen die richtbudgetten - die bijgesteld moeten worden indien en voor zover deze posten niet al zijn meegenomen in het voorlopige geraamde saldo van de kadernota. Een tweetal kleinere ruimtevragende alternatieven die voorlopig zijn vastgesteld in de kadernota zijn eveneens verwerkt in deze bijstelling van de richtbudgetten. Dit betreft de al eerder genoemde RVR01 Structurele uitbreiding capaciteit griffie (11) en RVC-invest 2022 Lichte ophoging van de dekking voor de kapitaallasten (12).
(11) Ca. €10,5 duizend structureel
(12) Ca. €6 duizend structureel
De belangrijkste verklaring voor de mutaties betreft de actualisering van de meerjarig geraamde lopende kapitaallasten hetgeen een oplopend nadelig budgettair effect heeft. De doorgevoerde mutaties t.o.v. de geraamde meerjarige stortingen in en onttrekkingen aan reserves hebben vooral in 2024 en 2025 een nadelig effect. Tenslotte zijn enkele budgettair nadelige correcties doorgevoerd ten opzichte van de meerjarenraming 2024 behorende bij de begroting 2021 welke doorwerken naar de meerjarenschijf 2025.