2.2.3 Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De uitgangspunten voor het financiële beleid, waaronder de financiering, zijn vastgelegd in de “Financiële Beheersverordening 2020” die de gemeenteraad heeft vastgesteld op 12 december 2019. Het college van burgemeester en wethouders heeft nadere uitvoeringsregels vastgesteld in de vorm van een “besluit beleidsregels publieke taak 2006”. Daarnaast heeft de gemeenteraad op 10 december 2020 de nota Financieringsbeleid 2021 vastgesteld. Deze nota vervangt het treasurystatuut uit 2017 in deze nota zijn de beleidsmatige uitgangspunten, doeleinden, organisatorische en financiële kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie op het gebied van de financiering vastgelegd. Landgraaf hanteert als algemeen uitgangspunt een risicomijdend financieringsbeleid dat volledig binnen de kaders van de Wet Fido (financiering decentrale overheden) past.

In deze paragraaf worden de plannen voor de treasury- of financieringsfunctie aangegeven. Voornaamste uitgangspunt is het beheersen van risico’s. Hiervoor worden in de Wet Fido twee kwalitatieve randvoorwaarden genoemd voor het financieringsbeleid: 
-    het aangaan en verstrekken van geldleningen en ook het verlenen van garanties is slechts toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak;
-    tijdelijke uitzettingen en derivaten moeten een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico's. Dit betekent onder meer ook dat bankieren niet is toegestaan. 

Risico’s genoemd in deze paragraaf, die zijn afgedekt door voorzieningen en risico’s die geen direct financieel risico met zich meebrengen, komen niet terug in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Met risico’s worden bedoeld renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s, koersrisico’s en debiteurenrisico’s. Om het risico in algemene zin in te perken dient de uitvoering van de financieringsfunctie alleen de publieke taak. Op 12 september 2006 is daarom een “besluit beleidsregels publieke taak 2006” vastgesteld. Het beheersen van risico’s komt tot uitdrukking via het gebruik van de instrumenten kasgeldlimiet en renterisiconorm. Beide instrumenten hebben tot doel het renterisico te begrenzen dat verbonden is aan de financiering door middel van korte en lange schuld.

Renterisico op vlottende schuld

Terug naar navigatie - Renterisico op vlottende schuld

Om het renterisico op de netto vlottende schuld te beheersen mogen gemeenten voor hun financieringsbehoefte niet onbeperkt kort geld aantrekken. Het aantrekken van kort geld is normaliter goedkoper dan lang geld, maar is ook sterker aan fluctuaties onderhevig. 
De maximaal toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de zgn. kasgeldlimiet. 
Voor 2022 bedraagt de kasgeldlimiet voor Landgraaf:
(a)    Omvang van de programmabegroting per 1-1-2022:    € 127.051.881
(b)    Bij ministeriële regeling vastgesteld percentage:    8,5 %
Toegestane kasgeldlimiet voor 2022 (a) x (b):    € 10.799.410

De kasgeldlimiet wordt aan het begin van het dienstjaar vastgesteld en geldt voor het gehele jaar. 
De gemiddelde netto vlottende schuld afgezet tegen de kasgeldlimiet bedroeg de afgelopen perioden:

bedragen x € 1.000
Periode Gemiddelde netto vlottende schuld (- = overschot) (A) Kasgeldlimiet (B) Ruimte binnen de kasgeldlimiet (B-A)
1e kwartaal 2020 7.134 9.940 2.806
2e kwartaal 2020 3.020 9.940 6.920
3e kwartaal 2020 8.797 9.940 1.143
4e kwartaal 2020 13.331 9.940 -3.391
1e kwartaal 2021 20.404 9.891 -10.513
2e kwartaal 2021 15.259 9.891 -5.368

In de financieringsbehoefte wordt zoveel mogelijk voorzien door het aantrekken van kort geld omdat dit de goedkoopste financieringswijze is. Elk kwartaal toetsen we de werkelijke liquiditeitspositie aan de kasgeldlimiet. Als we de kasgeldlimiet gedurende twee achtereenvolgende kwartalen overschrijden melden we dit bij de provincie. Overschrijden we de kasgeldlimiet structureel dan moeten we via een plan van aanpak aantonen dat we de korte financiering terugbrengen binnen de norm van de kasgeldlimiet. Uit dit plan kan blijken dat de overschrijding maar tijdelijk is, zodat we de overschrijding zonder maatregelen kunnen oplossen. Is de overschrijding echter structureel dan zal dit moeten leiden tot het aflossen van kort geld c.q. het consolideren door middel van het aantrekken van vaste geldleningen. 

In de begroting 2021 is ervan uitgegaan dat wij in de loop van 2021 een consolidatie zouden moeten doen voor vaste financiering van € 10 miljoen. Op grond van de actuele ontwikkelingen verwachten wij dat wij naast deze vaste financiering, nogmaals € 5 miljoen voor eind 2021 te moeten financieren. 

Renterisico op vaste schuld

Terug naar navigatie - Renterisico op vaste schuld

De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico op de vaste schuld inzichtelijk te maken. We streven naar een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat we het renterisico op de vaste schuld als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering van leningen voldoende beperken door een zo groot mogelijke spreiding van het renterisico op de vaste schuld over de jaren. Daardoor werkt een wijziging in de rentestand vertragend door op de rentelasten en rentebaten in enig jaar.

Voor het bepalen van het renterisico zijn twee variabelen van belang, n.l. de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen. De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen van vaste schuld samen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

Uit de navolgende berekening blijkt, dat Landgraaf ten aanzien van het renterisico – ook in meerjaren-perspectief – ruimschoots binnen de wettelijk vastgestelde norm blijft.

bedragen x € 1.000
Berekening renterisico op vaste schuld 2022 2023 2024 2025
1. renteherziening op huidige vaste schuld 0 0 0 0
2. aflossingen op huidige vaste schuld 1.420 1.372 1.161 1.168
3. renterisico op vaste schuld (1+2) 1.420 1.372 1.161 1.168
Berekening renterisiconorm
4a begrotingstotaal per 1 januari 127.052 123.894 123.678 125.314
4b bij ministeriële regeling vastgesteld % 20 20 20 20
4. renterisiconorm (4a*4b/100) 25.410 24.779 24.736 25.063
* Toets renterisiconorm
3. renterisico op vaste schuld 1.420 1.372 1.161 1.168
4. renterisiconorm 25.410 24.779 24.736 25.063
5. ruimte onder renterisiconorm (4-3) 23.990 23.407 23.575 23.895

Kredietrisico's

Terug naar navigatie - Kredietrisico's

Dit betreft de risico’s op een waardedaling van verstrekte kredieten ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij. Om deze risico's te beperken worden leningen en garanties alleen verstrekt aan organisaties die voldoen aan de "uitvoeringsregels publieke taak ten behoeve van het verstrekken van leningen en garanties door de gemeente Landgraaf". In het navolgende overzicht zijn de verstrekte geldleningen weergegeven.

bedragen in €
Omschrijving verstrekte geldlening Rente % Boekwaarde 1-1-2022 Nieuw verstrekt Aflossing 2022 Boekwaarde 31-12-2022 Jaar laatste aflossing
Geldlening SVN 1,00% 9.375 938 8.438 2031
Geldlening tennisvereniging UoW 1,00% 27.839 2.228 25.611 2032
Sociale Krediet- en Schuldhulpverlening - 59.999 59.999 aflossingsvrij
Geldleningen Zonnepanelen Landgraaf 2,12% 2.272.888 227.312 2.045.576 2030
Geldleningen Zonnepanelen Parkstad 1,50% 4.331.752 713.276 415.563 4.629.465 2032
Geldleningen Energie Spaargarantie 1,00% 56.128 4.426 51.703 2032
Geldleningen Duurzaam Klimaat Fonds 1,00% 346.645 25.102 321.543 2034
Geldlening Stichting Slot Schaesberg 1,50% 588.000 588.000 uitgesteld
Geldlening WoonWijzerWinkel Zuid Limburg 4,00% 89.172 36.000 125.172 2035
Aandeelhouderslening Enexis Holding NV 2,15% 2.038.319 2.038.319 2035
Geldlening Sportbedrijf Landgraaf BV 1,00% 88.000 0 8.800 79.200 2031
Totaal 9.908.118 749.276 684.368 9.973.026

In 2021 heeft de raad in de raadsvergadering van 16 juni het raadsvoorstel 52 vastgesteld, waarbij toestemming is verleend voor het verstrekken van een lening van € 200.000 aan FC Landgraaf. Tijdens de raadsvergadering heeft de raad te kennen gegeven de mogelijkheid te willen onderzoeken om het bouwkrediet te verhogen i.p.v. het verstrekken van een lening, vanwege de indexatie van de kosten van de bouw na het meerjarig uitstel. Van de lening is op het moment van opmaken van de begroting nog geen gebruik gemaakt en derhalve is deze lening nog niet verwerkt in bovenstaand schema.

-    In 2015 heeft de fanfare Eendracht een geldlening verstrekt aan voetbalvereniging SVN. In het kader van het accommodatieplan Landgraaf is deze lening in 2016 aan de gemeente gecedeerd. Het raadsbesluit accommodatieplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 4 november 2015.
-    De geldlening aan de tennisvereniging Ubach over Worms is in 2018 verstrekt voor de aanschaf van energiebesparende LED-verlichting. De lening wordt in 15 jaar afgelost met een rentepercentage 
-    De sociale krediet- en schuldhulpverlening betreft een in 2005 verstrekte achtergestelde lening aan de Kredietbank Limburg in verband met deelname aan de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Kredietverlening en een aanvullende lening hiervoor in 2010. In 2011, 2012, 2014 en 2015 is op deze lening afgelost. 
-    In 2015 heeft de gemeente Landgraaf een project “zonnepanelen” gestart. Doel is om alle burgers de gelegenheid te bieden om zonnepanelen aan te schaffen. Voor de financiering verstrekt de gemeente leningen aan de burgers met een looptijd van 15 jaar die moeten worden afgelost in maandelijkse termijnen.
-    In 2017 is het zonnepanelenproject Parkstad gestart. In navolging van het Landgraafse project worden leningen aan burgers verstrekt voor de aanschaf van een zonnepaneleninstallatie. De looptijd van de lening bedraagt 15 jaar.
-    In 2017 is ook het energie spaargarantieproject opgestart. Burgers kunnen een lening aantrekken van 15 jaar. Doel van het project is om woonhuizen energiezuiniger te maken.
-    In 2019 is het duurzaamklimaatfonds opgestart. Burgers kunnen zelf energiebesparende maatregelen, inclusief zonnepanelen, laten uitvoeren en hiervoor een lening aanvragen.
-     Naar aanleiding van het businessplan Slot Schaesberg 2018-2026 is in 2019 besloten een achtergestelde lening met een uitgestelde aflossingsverplichting aan te gaan met de Stichting Landgoed Slot Schaesberg.
-     Op 19 februari 2020 heeft de raad ingestemd met deelname in de Woonwijzerwinkel BV en het verstrekken van marktconforme leningen gedurende de eerste vijf jaren voor in totaal € 179.172.
    De geldlening heeft een looptijd van 15 jaar, de aflossing is lineair beginnende op 31 december 2025 en de rente bedraagt 4% per jaar.
-    Op 25 juni 2020 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verstrekken van een hybride converteerbare aandeelhouderslening aan Enexis Holding NV voor het versterken van het eigen vermogen van Enexis ten behoeve van investeringen voor de uitvoering van het Klimaatakkoord.
    De looptijd is 60 jaar tegen een rentepercentage van 2,15 %, met een rentevaste periode van 10 jaar.
-    Op 28 januari 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met het verstrekken van een geldlening aan 
het Sportbedrijf Landgraaf BV. De geldlening heeft een looptijd van 10 jaar, de aflossing is lineair en bedraagt € 8.800 per jaar beginnende op 28 januari 2022 en de rente bedraagt 1% per jaar.

Liquiditeitenrisico's

Terug naar navigatie - Liquiditeitenrisico's

Dit betreft de risico’s van mogelijke wijzigingen in de meerjaren-liquiditeitenplanning waardoor renteresultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. De verwachte financieringsbehoefte voor 2022-2025 baseren we op de meerjaren-liquiditeitenplanning. Deze liquiditeitenplanning wordt periodiek geactualiseerd zodat tijdig op de te verwachten financieringsbehoefte kan worden geanticipeerd. In de meerjarenbegroting wordt voor zover nodig rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe vaste financieringsmiddelen en de rentelasten van deze financieringsmiddelen. Volgens die meerjaren- liquiditeitenplanning schatten wij de behoefte aan liquiditeiten als volgt in:

bedragen x € 1.000
Jaar gemiddelde fin.behoefte Max. limiet kort geld Verwachte consolidatie nieuw lang geld Gemiddelde fin. met kort geld
2022 12.938 10.000 15.000 -2.062
2023 14.219 10.000 10.000 4.219
2024 18.204 10.000 18.204
2025 17.843 10.000 17.843

In de financieringsbehoefte wordt zoveel mogelijk voorzien door het aantrekken van kort geld tot maximaal de kasgeldlimiet. Uitgangspunt is dat wij gemiddeld 80% van de kasgeldlimiet ook daadwerkelijk benutten en dus hiervoor rentelasten verschuldigd zijn. De structurele overschrijding noodzaakt ons om in 2022 verder te consolideren en een nieuwe vaste geldlening van € 15 miljoen aan te trekken in 2022 en € 10 miljoen in 2023. Op deze wijze kan het volgende schema worden opgesteld voor de gecalculeerde en toegerekende rentelasten en het renteresultaat in 2022-2025 overeenkomstig artikel 13 van het besluit Begroting en verantwoording (BBV):

bedragen in €
Omschrijving 2022 2023 2024 2025
A. Externe rentelasten
1. Korte termijn financiering 15.000 15.000 15.000 15.000
2. Lange termijn financiering 309.285 401.033 422.608 394.713
Totaal externe rentelasten 324.285 416.033 437.608 409.713
B. Externe rentebaten -198.631 -192.705 -185.757 -176.335
Totaal door te rekenen externe rente 125.654 223.328 251.851 233.378
C. 1. Rente die doorberekend moet worden aan de grondexploitatie 0 0 0 0
2. Rente projectfinanciering die aan taakvelden wordt toegerekend -69.366 -62.693 -56.266 -49.445
Saldo door te rekenen externe rente -69.366 -62.693 -56.266 -49.445
D. 1. Rente over eigen vermogen 0 0 0 0
2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0 0 0 0
De aan taakvelden toe te rekenen rente 56.288 160.635 195.585 183.933
E. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 0 0 0 0
F. Renteresultaat op het taakveld treasury 56.288 160.635 195.585 183.933
Berekend renteomslag percentage 0,054% 0,156% 0,199% 0,195%
Toegepast renteomslag percentage 0,000% 0,000% 0,000% 0,000%

Koersrisico's

Terug naar navigatie - Koersrisico's

Dit betreft het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De financiële vlottende activa van de gemeente omvatten rekening-courant gelden en eventueel daggelden en deposito’s. De vaste financiële activa bestaan enerzijds uit aandelenbezit en deelnames in gemeenschappelijke regelingen en anderzijds uit aan derden verstrekte leningen. Onderstaand overzicht bevat de boekwaarden per 1-1-2020 van het aandelenkapitaal van de gemeente.

bedragen in €
Omschrijving Aantal aandelen Boekwaarde 1-1-2022
1. NV Bank Nederlandse Gemeenten 41.301 103.253
2. Bodemzorg Limburg BV 1.000 454
3. Enexis Holding NV 610.198 610.198
4. IBA Parkstad BV 1 1
5. NV Reinigingdienst RD4 3.766 17.089
6a. CSV Amsterdam BV (voorheen Claim Staat Vennootschap BV) 82 82
6b. Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV 1 1
7. NV Waterleidingbedrijf Limburg 13 58.991
8. WoonWijzerWinkel Zuid Limburg BV 2.828 2.828
9. Sportbedrijf Landgraaf BV 100 10.000
Totaal 802.897

De aandelen zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. Omdat er geen sprake is van op de beurs verhandelbare aandelen is het koersrisico beperkt tot een eventuele noodzakelijke afwaardering van de boekwaarde. 

Bij de verkoop van het aandelenbezit Essent NV in 2009 is Landgraaf, samen met de overige aandeelhouders, ook aandeelhouder geworden van een reeks van nieuwe (tijdelijke) rechtspersonen. Momenteel zijn dit nog de CSV Amsterdam B.V. en Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.
Deze tijdelijke BV’s (de zogenaamde Special Purpose Vehicles) kunnen worden geliquideerd, omdat ze hun doelstellingen hebben gerealiseerd. De verwachting is dat in 2022 beide BV’s geliquideerd zijn. Uiteindelijk zal alleen Enexis Holding NV vanuit de verkoop Essent nog resteren. 

Debiteurenrisico's

Terug naar navigatie - Debiteurenrisico's

Dit betreft het risico dat we vorderingen op debiteuren niet kunnen innen en dus moeten afboeken. De gemeente kent duidelijk vastgelegde en vastgestelde invorderingsmaatregelen. Voor vorderingen die we, ook na aanmaning en ingebrekestelling, niet via het minnelijke traject kunnen innen, starten we een dwanginvorderingstraject. Publiekrechtelijke vorderingen (leges, marktgelden en lijkbezorgingsrechten) stellen wij in handen van de belastingdeurwaarder van BsGW. Civielrechtelijke vorderingen stellen wij in handen van een gerechtsdeurwaarder. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen hebben we een voorziening gecreëerd. Jaarlijks beoordelen we de debiteuren opnieuw en passen we de voorziening indien nodig aan. In de (meerjaren) begroting hebben we een structurele storting in de voorziening dubieuze debiteuren opgenomen.

Met betrekking tot de debiteuren Sociale Zaken vinden er bestandanalyses per debiteurengroep plaats en is een voorziening gecreëerd voor dubieuze debiteuren. Jaarlijks beoordelen we of de voorziening toereikend is om toekomstige oninbaarheid van vorderingen op te kunnen vangen.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Jaarlijks lichten we het gehele leningenbestand door op mogelijkheden tot vervroegde aflossing of herfinanciering tegen lagere rente. Afhankelijk van de aflossingsmogelijkheden van een lening, de rente van de bestaande lening, de boete bij vervroegde aflossing, de verwachte rente van een nieuwe lening bij herfinanciering en de ingeschatte financieringsbehoefte besluiten we een lening al dan niet vervroegd af te lossen of te herfinancieren. Het verwachte verloop van het leningenbestand is als volgt:

bedragen x € 1.000
Boekwaarde 1-1-2022 Opname in 2022 Reguliere aflossing in 2022 Vervroegde aflossing in 2021 Boekwaarde 31-12-2022
Leningen o/g gemeente 26.736 15.000 1.920 0 39.816
Totaal gemeentelijke vaste financiering 26.736 15.000 1.920 0 39.816

In 2022 zijn er voor het huidige leningenbestand geen extra aflossingsmogelijkheden terwijl er ook geen renteherzieningen plaatsvinden. Op grond van de geactualiseerde liquiditeitenplanning is in 2022 sprake van een toenemende liquiditeitsbehoefte, m.n. veroorzaakt door voorgenomen investeringen en de inzet van reserves. In de begroting 2022 is rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe vaste geldlening van € 15 miljoen.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Kasbeheer

Dit betreft het beheer van saldi en liquiditeiten voor een periode korter dan één jaar. In overeenstemming met de bepalingen van de nota financieringsbeleid worden de volgende uitgangspunten en limieten gehanteerd:
-    de kasgeldlimiet wordt niet overschreden;
-    de toegestane korte termijnproducten zijn: rekening-courantkrediet, daggelden en kasgeldleningen;
-    vastgestelde kredietlimieten op de diverse rekening-courantrekeningen; 
-    renteoptimalisering door compensatie bij de rekeningen bij de BNG.

Als uitgangspunt geldt verder, dat zoveel mogelijk het contante geldverkeer wordt beperkt en de elektronische betaalvormen worden gestimuleerd. Voor het beheer van de financiële middelen houdt de gemeente Landgraaf een rekening-courant aan bij de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten en de Rabobank. De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) fungeert als huisbank. De gemeente verricht haar betalingsverkeer volledig via elektronisch bankieren bij de BNG.

Economische verwachtingen *

Terug naar navigatie - Economische verwachtingen *

Hoewel de Covid-19 pandemie (coronacrisis) bij het opmaken van deze begroting nog niet is bedwongen, is het Centraal Planbureau (CPB) optimistisch in de tekenen van het herstel nu het aantal besmettingen afneemt en de vaccinatiegraad toeneemt. De economie herstelt veerkrachtig, maar onzekerheid over Corona blijft. Conform de juniraming van het CPB zal de economie in 2021 in 2022 groeien met 3% per jaar. In de raming van augustus is de groei voor 2021 zelfs bijgesteld naar 4%. De werkeloosheid zal licht oplopen tot 3,6% in 2022 na het wegvallen van de steunmaatregelen. Daarmee blijft sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De augustusraming vormt voor het (demissionaire) kabinet het startpunt voor de afrondende besluitvorming over de begroting 2022. 

Actualisatie verkenning middellange termijn 2022-2025 
Naast de juniraming 2021 is tevens de actualisatie van de middellange termijnverkenning gepubliceerd. Deze kan worden gebruikt voor de doorrekening van het regeerakkoord. Het bbp-niveau komt in 2025 weliswaar 1,5% lager uit dan voor de coronacrisis werd voorzien, maar dat is gunstiger dan het negatieve effect van 3% waar eerder van werd uitgegaan. De permanente schade van de Covid-19 pandemie blijft dus naar verwachting beperkt. Het lager niveau komt vooral door een zwakkere trendmatige stijging va de arbeidsproductiviteit als gevolg van gemiste investeringen door de coronarecessie. Het effect is bijgesteld gezien de recente economische ontwikkeling, de gunstigere vooruitzichten voor de korte termijn en nieuwe analyses over de structurele effecten van de corona-uitbraak, waaronder die van het IMF en OESO. De economie toont momenteel opnieuw grote veerkracht na de versoepeling van de lockdownmaatregelen, wat een kleinere permanente schade aannemelijk maakt. Ook de aanhoudende gematigde werkloosheidsontwikkeling en het lage aantal faillissementen wijzen op beperkte permanente schade.

* De economische verwachtingen zijn gebaseerd op de publicatie van het CPB in juni en augustus 2021.

Rentevisie en 1% Rente-indicator

Terug naar navigatie - Rentevisie en 1% Rente-indicator

Het monetaire beleid van de ECB blijft zeer ruim. De lange rentetarieven lopen weliswaar een fractie op, maar blijven desondanks op een zeer laag niveau. Het leningenbestand van de gemeente bevat geen leningen waarvoor in de restant looptijden nog een renteherziening moet plaatsvinden. Voor het aantrekken van nieuwe vaste leningen is uitgegaan van lineaire leningen met een looptijd van 20 jaar en een renteniveau van 1,5 %. Een stijging van het renteniveau met 1% heeft de volgende gevolgen in de meerjarenbegroting voor de rentelasten, uitgaande van eenzelfde financieringsbehoefte:

bedragen x € 1.000
Jaar Volume nieuwe leningen 1% extra rentelast Budgettaire last begrotingsjaar *
2022 15.000 150 75
2023 10.000 100 98
2024 236
2025 224
* Voor de rentelast in de begroting gaan wij uit van een half jaar rentelasten in het jaar dat wij de lening aangaan

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Sinds Nederland deel uitmaakt van de Economische en Monetaire Unie (EMU) wordt voor het begrotingssaldo een definitie gebruikt die binnen de gehele EMU hetzelfde is, namelijk het EMU-saldo.
Met het EMU-saldo wordt het saldo van inkomsten en uitgaven van de totale overheid bedoeld. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag zijn. Het BBP is de totale (gelds-)waarde van alle in een land geproduceerde goederen (en diensten) gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar).

Het EMU-saldo is gebaseerd op kasbasis. Omdat de sturing op basis van het baten- en lastenstelsel geschiedt, krijgt het EMU-saldo niet de aandacht in de begrotings- en verantwoordingscyclus die nodig wordt geacht. Voor gemeenten is het van belang te weten of de individuele referentiewaarden van het EMU-saldo die voor de individuele gemeenten berekend zijn, meerjarig overschreden worden. Omdat het consequenties heeft als de macronorm overschreden wordt, is het voor individuele overheden van belang om meerjarig op de individuele referentiewaarden te sturen. 

Landelijk is bepaald dat het gezamenlijk aandeel van gemeenten, provincies en waterschappen in het landelijk EMU-tekort (van 3 %) maximaal 0,4 % van het BBP mag bedragen. Momenteel bekijkt de minister van Financiën of de referentiewaarde van 0,4% verder verlaagd kan worden naar 0,3%. Omdat gemeenten (nog) niet afgerekend worden bij overschrijding de referentiewaarde worden vanaf 2016 geen individuele referentiewaarden per gemeenten berekend. Wel is het mogelijk ons EMU-saldo aan de hand van de begroting te berekenen. Voorheen gebeurde dat door middel van de zgn. EMU-enquête. Vanaf het begrotingsjaar 2017 schrijft het nieuwe BBV voor dat de gemeente een geprognosticeerde balans moet opstellen en hieruit in vergelijking tot de beginbalans van het jaar het EMU-saldo dienen af te leiden. De gehanteerde berekeningswijze sluit aan bij de controle zoals het CBS c.q. het ministerie van Financiën zal uitvoeren na inlevering van de IV3-rapportage.

Uit de berekening zoals opgenomen in de hiernavolgende geprognosticeerde balans blijkt dat we voor 2022 tot en met 2024 een EMU-tekort verwachten en voor 2025 een overschot.

bedragen x €
Ontwikkeling EMU-saldo EMU-mutatie 2022 EMU-mutatie 2023 EMU-mutatie 2024 EMU-mutatie 2025
Mutaties activa 0 0 0 0
Mutaties passiva 18.560.354 12.185.742 1.300.209 -8.910.549
Ontwikkeling EMU-saldo -18.560.354 -12.185.742 -1.300.209 8.910.549
* Voor de rentelast in de begroting gaan wij uit van een half jaar rentelasten in het jaar dat wij de lening aangaan

Geprognotiseerde balans

Terug naar navigatie - Geprognotiseerde balans

 

 

 

 

ACTIVA Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
01-01-2022 2022 31-12-2022 2023 31-12-2023 2024 31-12-2024 2025 31-12-2025 2022 2023 2024 2025
1. VASTE ACTIVA
Kosten sluiten geldleningen / disagio 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Kosten onderzoek en ontwikkeling 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijdragen aan activa van derden 43.622 -6.232 37.390 -6.232 31.158 -6.232 24.927 -6.232 18.695
Immateriële vaste activa 43.622 -6.232 37.390 -6.232 31.158 -6.232 24.927 -6.232 18.695
Gronden en terreinen 3.571.976 0 3.571.976 0 3.571.976 0 3.571.976 0 3.571.976
Woonruimten 184.479 -14.191 170.288 -14.191 156.097 -14.191 141.907 -14.191 127.716
Bedrijfsgebouwen 32.604.533 -1.814.535 30.789.999 -1.566.695 29.223.304 -1.503.799 27.719.504 -1.552.291 26.167.213
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 62.339.936 9.317.514 71.657.450 7.598.574 79.256.024 7.010.905 86.266.929 3.503.594 89.770.523
Vervoermiddelen 829.883 -34.882 795.001 -153.789 641.212 41.611 682.823 -181.703 501.120
Machines, apparaten en installaties 6.856.559 -269.608 6.586.951 -506.616 6.080.335 -566.975 5.513.360 -505.487 5.007.873
Overige materiële activa 4.144.920 19.214 4.164.134 -328.812 3.835.322 -388.268 3.447.054 -334.330 3.112.723
Materiële vaste activa 110.532.285 7.203.513 117.735.798 5.028.472 122.764.270 4.579.282 127.343.552 915.592 128.259.143
Kapitaalverstrekkingen aan:
a. Deelnemingen 623.109 0 623.109 0 623.109 0 623.109 0 623.109
b. Gemeenschappelijke regelingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
c. Overige verbonden partijen 179.787 0 179.787 0 179.787 0 179.787 0 179.787
Leningen verstrekt aan:
a. Woningbouwcorporaties 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Deelnemingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
c. Overige verbonden partijen 2.038.319 0 2.038.319 0 2.038.319 0 2.038.319 0 2.038.319
Overige langlopende leningen:
a. Verstrekt aan openbare lichamen 59.999 0 59.999 0 59.999 0 59.999 0 59.999
b. Overige langlopende leningen 7.801.000 64.907 7.865.907 -669.780 7.196.127 -679.395 6.516.732 -737.127 5.779.605
ACTIVA Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
01-01-2022 2022 31-12-2022 2023 31-12-2023 2024 31-12-2024 2025 31-12-2025 2022 2023 2024 2025
Overige langlopende uitzettingen met een
looptijd van langer dan 1 jaar:
a. Uitzettingen in 's Rijks schatkist 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Uitzettingen in Nederlands schuldpapier 0 0 0 0 0 0 0 0 0
c. Overige uitzettingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Financiële vaste activa 10.702.213 64.907 10.767.121 -669.780 10.097.341 -679.395 9.417.946 -737.127 8.680.818
TOTAAL VASTE ACTIVA 121.278.120 7.262.189 128.540.309 4.352.460 132.892.769 3.893.655 136.786.424 172.233 136.958.657
2. VLOTTENDE ACTIVA
0 0 0 0,00 0,00 0 0 0 0
Grond- en hulpstoffen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Onderhanden werk 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Gereed produkt 27.539 0 27.539 0 27.539 0 27.539 0 27.539
Vooruitbetalingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Voorraden 27.539 0 27.539 0 27.539 0 27.539 0 27.539
Vlottende voderingen op openbare lichamen 10.605.815 0 10.605.815 0 10.605.815 0 10.605.815 0 10.605.815
Kasgeldleningen uitgeleend geld:
a. Verstrekte kasgeldleningen aan openbare
lichamen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Overige vertrekte kasgeldleningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rekening courant met Rijk 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rekening courant niet financiële instellingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overige vorderingen 2.706.320 0 2.706.320 0 2.706.320 0 2.706.320 0 2.706.320
ACTIVA Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
01-01-2022 2022 31-12-2022 2023 31-12-2023 2024 31-12-2024 2025 31-12-2025 2022 2023 2024 2025
Overige uitzettingen met een looptijd van
korter dan 1 jaar:
a. Uitzettingen in 's Rijks schatkist 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Uitzetting in Nederlands schuldpapier 0 0 0 0 0 0 0 0 0
c. Overige uitzettingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitzettingen met een rentetypische
looptijd korter dan één jaar 13.312.136 0 13.312.136 0 13.312.136 0 13.312.136 0 13.312.136
Liquide middelen 8.288 0 8.288 0 8.288 0 8.288 0 8.288 0 0 0 0,00
Liquide middelen 8.288 0 8.288 0 8.288 0 8.288 0 8.288
Nog te ontvangen bijdragen van de EU 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk 57.545 0 57.545 0 57.545 0 57.545 0 57.545
Nog te ontvangen bijdragen van de
overige overheid 5.581.648 0 5.581.648 0 5.581.648 0 5.581.648 0 5.581.648
Overige overlopende activa 583.754 0 583.754 0 583.754 0 583.754 0 583.754
Overlopende activa 6.222.947 0 6.222.947 0 6.222.947 0 6.222.947 0 6.222.947
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA 19.570.910 0 19.570.910 0 19.570.910 0 19.570.910 0 19.570.910
TOTAAL ACTIVA 140.849.030 7.262.189 148.111.219 4.352.460 152.463.679 3.893.655 156.357.334 172.233 156.529.566 0 0 0 0
PASSIVA Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
01-01-2022 2022 31-12-2022 2023 31-12-2023 2024 31-12-2024 2025 31-12-2025 2022 2023 2024 2025
3. VASTE PASSIVA
Algemene reserve 10.591.032 -2.349.166 8.241.866 122.595 8.364.461 776.367 9.140.828 785.084 9.925.912
Bestemmingsreserves ter egalisatie 34.324.800 -619.142 33.705.658 -1.503.305 32.202.353 -84.424 32.117.929 912.917 33.030.846
Saldo van de rekening 0 0 0 0 0 -850.000 -850.000 -1.600.000 -2.450.000
Eigen vermogen 44.915.832 -2.968.308 41.947.524 -1.380.710 40.566.814 -158.057 40.408.757 98.001 40.506.758
Voorzieningen 17.723.494 228.419 17.951.913 119.540 18.071.453 82.971 18.154.424 113.597 18.268.021
Voorzieningen 17.723.494 228.419 17.951.913 119.540 18.071.453 82.971 18.154.424 113.597 18.268.021
Obligatieleningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen van pensioenfondsen en verzekeraars 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen van banken en financiële instellingen 26.735.635 13.079.916 39.815.551 7.377.850 47.193.401 -2.910.926 44.282.475 -2.917.591 41.364.884 13.079.916 7.377.850 -2.910.926 -2.917.591
Leningen van bedrijven 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen van overige sectoren:
a. Onderhandse leningen van openbare lichamen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Leningen van buitenlandse instellingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Door derden belegde gelden 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Waarborgsommen 9.383 0 9.383 0 9.383 0 9.383 0 9.383
Vaste schulden met een rentetypische
looptijd van één jaar of langer 26.745.018 13.079.916 39.824.934 7.377.850 47.202.784 -2.910.926 44.291.858 -2.917.591 41.374.267
TOTAAL VASTE PASSIVA 89.384.344 10.340.027 99.724.371 6.116.681 105.841.051 -2.986.012 102.855.039 -2.705.993 100.149.046
PASSIVA Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo Mutatie Saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
01-01-2022 2022 31-12-2022 2023 31-12-2023 2024 31-12-2024 2025 31-12-2025 2022 2023 2024 2025
4. VLOTTENDE PASSIVA
Kasgeldleningen opgenomen geld:
a. Kasgeldleningen van openbare lichamen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
b. Overige kasgeldleningen 7.000.000 0 7.000.000 0 7.000.000 0 7.000.000 0 7.000.000
Bank- en girosaldi 23.895.869 -3.077.838 20.818.031 -1.764.220 19.053.811 6.879.667 25.933.478 2.878.226 28.811.704 -3.077.838 -1.764.220 6.879.667 2.878.226
Overige schulden 12.193.766 0 12.193.766 0 12.193.766 0 12.193.766 0 12.193.766
Kortlopende schulden 43.089.635 -3.077.838 40.011.797 -1.764.220 38.247.576 6.879.667 45.127.244 2.878.226 48.005.469
Vooruitontvangen bijdragen van de EU 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vooruitontvangen bijdragen van het Rijk 3.612.750 0 3.612.750 0 3.612.750 0 3.612.750 0 3.612.750
Vooruitontvangen bijdragen van de
overige overheid 3.355.353 0 3.355.353 0 3.355.353 0 3.355.353 0 3.355.353
Overige overlopende passiva 1.406.948 0 1.406.948 0 1.406.948 0 1.406.948 0 1.406.948
Overlopende passiva 8.375.051 0 8.375.051 0 8.375.051 0 8.375.051 0 8.375.051
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA 51.464.686 -3.077.838 48.386.848 -1.764.220 46.622.627 6.879.667 53.502.295 2.878.226 56.380.520
TOTAAL PASSIVA 140.849.030 7.262.189 148.111.219 4.352.460 152.463.679 3.893.655 156.357.334 172.233 156.529.566 10.002.078 5.613.630 3.968.741 -39.365
Ontwikkeling EMU-saldo EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie EMU-mutatie
2022 2023 2024 2025
Mutaties activa 0 0 0 0
Mutaties passiva 10.002.078 5.613.630 3.968.741 -39.365
Ontwikkeling EMU-saldo 10.002.078 5.613.630 3.968.741 -39.365