Portefeuillehouder(s):
A. Schiffelers en C. Wilbach
Verantwoordelijke afdelingshoofden:
J. Drummen (KCC), C. Goffin (MO)
Portefeuillehouder(s):
A. Schiffelers en C. Wilbach
Verantwoordelijke afdelingshoofden:
J. Drummen (KCC), C. Goffin (MO)
De toegenomen landelijke (autonome) ontwikkelingen in het sociaal domein, in het bijzonder de Wmo en de Jeugdhulp stellen ook Landgraaf voor een grote uitdaging in de komende jaren. Een uitdaging waarvan de omvang vooral zal afhangen van de keuzes die een nieuw te vormen Kabinet zal maken. Ombuigen lijkt de komende jaren onvermijdelijk. Om tot verantwoorde keuzes te komen is het noodzakelijk om af te stemmen met de partijen die mogelijk te maken krijgen met versoberingen. Daarnaast zijn er nog veel onzekerheden die van invloed zijn op de lastenstijgingen in het sociaal domein, waaronder ook de lange termijneffecten van Covid-19 die mogelijk een nog groter beroep doen op de benodigde ondersteuning vanuit de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo. Gestart wordt met voorbereidingen om taakstellingen en keuzes inzichtelijk te maken.
We bevinden ons midden in het proces van transformatie op zowel het gebied van de Wmo, de jeugdhulp alsook de participatie. In 2022 zetten we hier nog intensiever op in om het voorliggend veld te verstevigen en kostenstijgingen van geïndiceerde hulp- en ondersteuning te beperken. In 2022 gaan we verder aan de slag met de inhoudelijke doorontwikkeling van de transformatie Jeugdhulp, zowel op (sub)regionaal als op lokaal niveau. In 2022 zal een nieuwe aanbesteding basishulp jeugd plaatsvinden samen met Heerlen en Voerendaal met een contractering per 1 januari 2023. Op regionaal niveau lopen de jeugdhulpcontracten eveneens per 1 januari 2023 af. Ook op dat niveau wordt de jeugdhulp dus opnieuw aanbesteed. De inhoudelijke doorontwikkeling van de transformatie krijgt in bovengenoemde aanbestedingen nadrukkelijk een plek. 2022 staat verder in het teken van de implementatie van de Norm voor Opdrachtgeverschap en de in 2021 verschenen landelijke rapporten met betrekking tot wijzigingen aan het jeugdstelsel. Per 1 januari 2022 wordt het woonplaatsbeginsel aangepast in de Jeugdwet. Het huidige woonplaatsbeginsel gaat uit van de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Dit moet leiden tot meer duidelijkheid en lagere uitvoeringslasten. Daarnaast sluit het nieuwe woonplaatsbeginsel beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet.
De oorspronkelijke woongemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie.
Samen met de gecontracteerde aanbieders, inwoners en het maatschappelijk middenveld geven we de transformatie verder vorm. De maatregelen voor de kostenbeheersing voor de Wmo uitgaven moeten gaan leiden tot efficiëntere uitvoeringsprocessen en toeleiding naar voor- en achterliggende voorzieningen zoals de wet langdurige zorg. Voor de ambulante Wmo-begeleiding zetten we verder in op de doorontwikkeling met Met Elkaar Landgraaf als zorgaanbieder en Welsun in het voorliggend veld en het bieden van de benodigde ondersteuning in de wijken. We maken meerjarige inhoudelijke en financiële afspraken over de transformatie en het intensiveren van het aanbod in het voorliggend veld. Dit ook om de mogelijk toenemende hulpvraag als gevolg van Covid-19 te kunnen ondervangen. Er wordt gewerkt aan het soepel op- en afschalen en het door ontwikkelen van de nazorg om meer sturing te geven aan het behalen van de gestelde doelen. In 2022 worden ook de laatste voorbereidingen getroffen voor de doordecentralisatie van beschermd wonen per 1 januari 2023 en ook hier dienen de Norm voor Opdrachtgeverschap en het Woonplaatsbeginsel te worden geïmplementeerd. Deze doordecentralisatie heeft mogelijk eveneens gevolgen voor de ambulante Wmo-begeleiding en de financiële gevolgen zijn afhankelijk van het door het Rijk beschikbaar te stellen budgettair kader.
In Parkstad maken we afspraken over het bekostigen van de regionale voorzieningen. Verder krijgen we te maken met de implementatie van de Ketenveldnorm, de Wet straffen en Beschermen en de Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein.
Vanuit door inwoners gevraagde ondersteuning werken we aan het verder verbeteren van de onderlinge samenhang op de leefgebieden werk, zorg, inkomen, welzijn, wonen en onderwijs. Dat betekent dat samenwerking en verbinding tussen diverse maatschappelijke organisaties verder moet worden ontwikkeld. Doel hiervan is effectiever en efficiënter werken, zodat we het bestaande voorzieningenniveau met de beschikbare middelen in stand kunnen houden.
We blijven inzetten op een intensivering van de samenwerking in het sociaal domein, zowel tussen organisaties als ook op het niveau van Parkstad en Zuid-Limburg. Een voorbeeld is de wijkgerichte aanpak zoals deze voor Oud Nieuwenhagen & Op de Kamp en Lauradorp opgesteld is. Beiden maken onderdeel uit van de Regiodeal. Daarin wordt tegelijkertijd een impuls gegeven aan zowel de fysieke als de sociale omgeving, waarbij belanghebbenden betrokken worden.
Samenkracht en participatie
Wij stimuleren mensen zoveel mogelijk te participeren in de samenleving. Het betreft hier het meedoen van burgers in de samenleving. Daaronder verstaan we onder andere ook de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorg, sociaal en cultureel werk, algemeen maatschappelijk werk, wijkopbouw, preventie en bestrijding van eenzaamheid.
Algemene voorzieningen gericht op participeren
De algemene voorzieningen zijn een laagdrempelige vorm van ondersteuning die de inzet van zwaardere zorg kan voorkomen. Hiermee zorgen we ervoor dat inwoners met zo minimaal mogelijke ondersteuning zo zelfstandig mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. Vanaf 2021 werken Welsun en Met Elkaar Landgraaf samen aan de verdere ontwikkeling van algemene voorzieningen. Welsun neemt hierin het voortouw zodat nieuwe voorzieningen lokaal verankerd worden en goed aansluiten op de bestaande voorzieningen. We zetten extra in op het versterken van de huiskamers, inloopvoorzieningen en voldoende aanbod voor alle doelgroepen binnen de Wmo. Om dit te faciliteren maken we meerjarige inhoudelijke en financiële afspraken met Welsun, Met Elkaar Landgraaf en andere organisaties in het voorliggend veld. Deze afspraken gaan we monitoren. Het innovatiebudget Wmo is hiervoor taakstellend. Het verstevigen van het voorliggend veld is van belang om de negatieve gevolgen van Covid-19 aan te pakken en het toenemende beroep op duurdere vormen van hulp en ondersteuning te voorkomen. Daarnaast kunnen we hiermee vroegsignalering en het soepel op- en afschalen van hulpverlening intensiveren. De arbeidsmatige dagbesteding op Slot Schaesberg wordt gecontinueerd en we kijken naar de (door)ontwikkeling hiervan in relatie tot de transformatie van de Maatschappelijke Opvang (locatie Heugderlicht). Dit betekent ook dat we kijken naar de toekomstige functie van deze algemene voorziening als de grootschalige opvangvoorziening Heugderlicht wordt afgebouwd, aangezien de meeste deelnemers van deze voorziening afkomstig zijn.
De samenwerking tussen het sociale en fysieke domein intensiveren we door in meer trajecten samen op te trekken, zoals het langer zelfstandig thuis wonen en de huisvesting van kwetsbare doelgroepen in de wijk. Daarmee trachten we de integraliteit en de samenhang in de beleidsontwikkeling nog beter te borgen vooruitlopend op de Omgevingsvisie.
Preventie en samenwerkingsinitiatieven
Preventie blijft voor zowel jeugd als volwassenen speerpunt. Het versterken van de doorgaande lijn, werken aan verantwoord burgerschap, de integrale aanpak verbeteren, aanpak scheidingsproblematiek en komen tot duurzame buddy-systemen hebben binnen de uitgezette preventieve activiteiten opnieuw aandacht. Om een zo groot mogelijk effect te bereiken, worden de reeds opgestarte activiteiten ook de komende jaren voortgezet. De benodigde middelen ter bekostiging van deze activiteiten zijn in 2021 aan de reserve Jeugdpreventieplan onttrokken. Eenzelfde gedragslijn staan wij ook voor nu voor.
Met ”Landgraaf Verbindt” stimuleren we samenwerkingsinitiatieven tussen diverse organisaties die in Landgraaf actief zijn. Het doel hiervan is om het maatschappelijk middenveld te versterken en het voorzieningenniveau in Landgraaf op peil te houden. In 2022 zetten we in op het bevorderen van samenwerkingsinitiatieven specifiek in buurten en wijken. In 2017 is daartoe door uw raad een startbudget van 500 duizend euro vrijgemaakt om in de daaropvolgende jaren innovatieve projecten op het gebied van samenwerking te kunnen ondersteunen. Het doel hiervan is om het maatschappelijk middenveld te versterken en het voorzieningenniveau in onze gemeente op de lange termijn in stand te houden. Dit is nog belangrijker geworden nu door de maatregelen rondom Covid-19 veel initiatieven en activiteiten geen doorgang konden vinden. In de afgelopen jaren hebben wij ervaren dat samenwerkingsverbanden tussen verenigingen en organisaties (nog) niet vanzelfsprekend tot stand komen. De financiële drempel tot samenwerken is verlaagd door het inrichten van de samenwerkingssubsidie en de behoefte aan een vast aanspreekpunt en duidelijke regie is ingevuld. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van Welsun, MEL, JENS, SMK, TMF en VAZOM, vervult deze regisseursrol steeds nadrukkelijker en heeft als hoofdtaak om samenwerkingen te stimuleren en aan te jagen. Omdat in 2020 en in een groot deel van 2021 door Covid-19 weinig mogelijkheden waren om bijvoorbeeld netwerkbijeenkomsten te organiseren, is met name op de achtergrond gewerkt aan het vergroten van de bekendheid middels een marketingtraject en het opzetten van een nieuwe website. Dit moet ertoe leiden dat Landgraaf Verbindt in 2022 als een bekende en stevige speler in Landgraaf actief zal zijn. Omdat het project juist nu een belangrijke fase van doorontwikkeling ingaat en ook de verbinding met de Wij(k) aanpak wordt gemaakt, zal voor dit jaar het beschikbare budget worden ingezet.
Eenzaamheid
Landgraaf scoort hoog op eenzaamheidsproblematiek in alle leeftijdscategorieën. Het inzetten van sleutelfiguren, goede communicatie, het aansluiten bij ketenpartners zijn een aantal aspecten die zijn opgenomen in het plan van aanpak tegen eenzaamheid. We zetten verder in op het laten ontmoeten van inwoners en het leggen van verbanden met andere initiatieven. Daarnaast gaan we specifiek in op de aanpak van eenzaamheid onder jongeren omdat Landgraaf hier hoger op scoort dan andere Zuid-Limburgse gemeenten. Samen met de twee Landgraafse VO-scholen en JENS zetten wij in op de ontwikkeling van een eenzaamheidsinterventie voor 13-16-jarigen vanuit een drietal sporen in het onderwijs, gericht op eenzaamheidsgevoelens als gespreksonderwerp:
1. Het versterken van roostervrije periode en projectdagen waarin eenzaamheid een gespreksonderwerp wordt;
2. Het komen tot een leerlijn ‘sociaal emotionele ontwikkeling’;
3. Het samen met jongeren voor jongeren een communicatielijn/campagne ontwikkelen en uitvoeren gericht op het bespreek- en zichtbaar maken van eenzaamheidsgevoelens.
Tegelijkertijd investeren we in alle vmbo-klassen middels vijf themalessen, waarin medewerkers van JENS in gesprek gaan met de klas en samen met hen tot een plan van aanpak komen. Deze pilot zal een nul- en eindmeting bevatten en uiteindelijk komt er een plan waarvan we weten wat werkt en hoe men dit kan borgen in de toekomst. Door Covid-19 heeft de pilot vertraging opgelopen, medio 2022 zullen de effecten in kaart zijn gebracht en gedeeld worden met de raad. Tegelijkertijd heeft de pilot en de situatie in 2020 en 2021 ertoe geleid dat jongerenwerk meer zichtbaar is geworden op de VO-scholen in onze gemeente. Omdat de eenzaamheid ook onder volwassenen en ouderen hoger is dan het Nederlands gemiddelde, continueren we de campagne Landgraaf één tegen eenzaamheid, met als doel eenzaamheid bespreekbaar te maken en waar nodig aanvullende acties in te zetten, naast de al bestaande activiteiten. Het signaalpunt is in onze gemeente bij Welsun belegd. Daar worden de ouderenadviseurs ook specifiek getraind om beter eenzaamheid te signaleren en hierop te acteren.
Omdat er geen structurele financiële ruimte is binnen de beschikbare middelen wordt deze aanpak in 2022 gecontinueerd vanuit het Perspectiefplan Covid-19 en geborgd binnen de voorliggende voorzieningen zoals de inloop- en huiskamerprojecten. De aanpak is noodzakelijk omdat als gevolg van Covid-19 eenzaamheid inwoners extra kwetsbaar heeft gemaakt en kan leiden tot langdurige en ernstige gevolgen voor de gezondheid van onze inwoners. Een intensieve aanpak is nodig om eenzaamheid te bestrijden.
Maatschappelijk werk en buurtopbouwwerk
Daar waar het maatschappelijk werk zich primair bezighoudt met het beantwoorden van zeer diverse vragen van inwoners op sociaal- en maatschappelijk gebied, gaat het bij het buurtopbouwwerk meer om het zichtbaar zijn in de wijk en het op de langere termijn verbeteren van de kwaliteit van de sociale leefbaarheid binnen de wijk. Dit doen we door zowel het actief signaleren van knelpunten als door het anticiperen op initiatieven van onze inwoners. Welsun voert deze taken voor ons uit. Binnen de wijkgerichte aanpakken zal er een extra taakverzwaring voor Welsun komen. Daarnaast wordt een stijgende trend in het aantal en de complexiteit van vragen van inwoners bij Welsun gesignaleerd. De samenwerking met de zorgaanbieders (JENS en Met Elkaar Landgraaf) wordt verder geïntensiveerd om soepel op- en afschalen van zwaardere en lichtere ondersteuning mogelijk te maken.
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
Veel organisaties kunnen niet (goed) functioneren zonder de inzet van vrijwilligers. Het gaat hierbij zowel om de traditionele verenigingen als ook om de inzet van vrijwilligers binnen het sociale domein. Naast Welsun, die zelf veel vrijwilligers inzet en verantwoordelijk is voor de vrijwilligerscentrale, zorgt een aantal organisaties voor de ondersteuning van mantelzorgers dan wel de ondersteuning van mensen die vanwege lichamelijke of psychische redenen hier behoefte aan hebben. Het beschikbaar krijgen en houden van voldoende vrijwilligers blijkt met name vanwege de kwalitatieve mismatch en de demografische ontwikkelingen een hardnekkig vraagstuk. Ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren komen vraag en aanbod niet goed bij elkaar. Dit vraagstuk is nu gekoppeld aan de structuurversterking Oud Nieuwenhagen, waarbij we vanuit dit gebied ervaring willen opdoen voor de aanpak in de rest van onze gemeente.
Binnen de groep mantelzorgers is de groep jonge mantelzorgers kwetsbaar. Vanaf 2020 is de ondersteuning van jonge mantelzorgers belegd bij JENS. Zij werken hierin samen met het Steunpunt Mantelzorg. Jonge mantelzorgers zijn moeilijk te vinden. Zij herkennen zichzelf vaak niet als mantelzorger; vinden het normaal. Samen met andere Parkstadgemeenten gaan we aan de slag om deze groep meer bekendheid te geven en zo ook beter te kunnen opsporen.
Inburgering
Per 1 januari 2022 treedt de nieuwe inburgeringswet in werking, welke zal gaan gelden voor statushouders en immigranten met een inburgeringsplicht. Over de uitvoering van deze nieuwe wet, die qua ingangsdatum een paar keer is uitgesteld, hebben wij u in 2020 en in 2021 geïnformeerd. Gebundelde deskundigheid vanuit Welsun, MOB en onderwijs is noodzakelijk om meer grip te krijgen op het inburgeringsproces. Wij zetten ons dan ook in om de samenwerking tussen onderwijs, maatschappelijke begeleiding en participatie structureel te versterken. Voor de uitvoering van de nieuwe inburgeringswet is door het rijk een vergoeding aan gemeenten in het vooruitzicht gesteld van 12.500 euro per inburgeraar.
Wijkteams
De uitvoering van de Wmo is vanaf 2020 samengebracht in één toegangsteam, op één in plaats van drie locaties. Dit omdat we daarmee meer slagkracht en een effectieve dienstverlening aan de dag kunnen leggen. De werkprocessen en de organisatie daarvan worden in 2022 verder gedigitaliseerd en geoptimaliseerd. Daarnaast wordt ingezet op het bevorderen van de samenwerking tussen de toegang, Met Elkaar Landgraaf en Welsun om elkaars expertise beter te benutten en zodat inwoners hun verhaal maar een keer hoeven te vertellen. Vanwege de toenemende complexiteit van zorgvragen en een nog effectievere dienstverlening richting cliënten is dit een noodzakelijke ontwikkeling. Daarnaast is er sprake van een steeds hogere instroom van nieuwe cliënten, hetgeen eveneens vraagt om zo efficiënt en effectief mogelijke processen. Hiermee optimaliseren wij de dienstverlening richting onze inwoners die een beroep op de gemeente doen voor ondersteuning vanuit de Wmo om zo de meest kwetsbare inwoners van de benodigde ondersteuning te kunnen voorzien en de stijgende uitvoeringskosten te beheersen.
Inkomensregelingen
Onder inkomensregeling wordt verstaan het verstrekken van uitkeringen vanuit de Participatiewet aan mensen die zijn aangewezen op bijstand. Ook de uitvoering van de bijzondere bijstand en de diverse minimaregelingen behoren tot dit taakveld. De uitvoering hiervan ligt bij ISD BOL en onze partners Leergeld, Jeugdfonds Sport en Jeugdfonds Cultuur.
In de afgelopen jaren heeft een groei plaatsgevonden in het aantal kinderen dat we hebben kunnen bereiken met deze regeling. Vanwege Covid-19 heeft er in 2020 en 2021 een stabilisatie plaatsgevonden. De verwachting is dat er in 2022 weer een flinke toename zal zijn. Op zich positief, want dit betekent dat we wederom meer kinderen bereiken Ook zal ingezet worden op een verbeterde samenwerking tussen een aantal armoedepartners, waardoor de doelgroep nog beter en sneller geholpen kan worden.
Evenals in 2021 zal ook nu door ISD BOL met 30 bijstandsgerechtigden de Voorzieningenwijzer afgenomen worden. De Voorzieningenwijzer geeft een advies over onderbenutting van Voorzieningen. Zo wordt gekeken of er recht bestaat op toeslagen, welke energieleverancier het meest passend is, of er aanspraak gemaakt kan worden op bijvoorbeeld bijzondere bijstand of minimabeleid, maar ook of aangifte inkomstenbelasting aan de orde is. Door gebruik te maken van alle voorzieningen sterk je mensen op het gebied van hun inkomsten, waardoor de kans op geldzorgen en schulden afneemt. Op termijn zullen hierdoor wel de kosten bijzondere bijstand/minimabeleid toenemen, maar kan ook het gebruik van schuldhulpverlening afnemen. Een mooie ontwikkeling hierin is dat diverse woningbouwverenigingen ook hebben besloten om de afname van de Voorzieningenwijzer te laten doen door ISD BOL.
BUIG
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en voor de inzet van loonkostensubsidie. Deze uitkering is gebaseerd op een objectief verdeelmodel. Idealiter zou de uitkering voldoende hoog moeten zijn om de uitkeringslasten volledig te dekken. Dat is voor onze gemeente echter al jaren niet het geval, waardoor wij structureel tekorten hebben op de uitkeringslasten die wij zelf moeten bijpassen. Zo is de drempel om in aanmerking te komen voor de extra Vangnetuitkering 7,5% van de definitief over dat jaar toegekende BUIG.
Wij hebben op alle fronten veel energie gestoken in pogingen om verbeteringen in het verdeelmodel gerealiseerd te krijgen. En ondanks dat het verdeelmodel voor Landgraaf niet per se beter uitpakt, heeft een uitspraak van de rechter wel ertoe geleid dat ons tekort voor 2015 door het ministerie gecompenseerd is. Ook voor 2016 zijn wij door de rechtbank in het gelijk gesteld. Het ministerie heeft hierop een herberekening van het aan Landgraaf toegekende budget gemaakt. Deze herberekening doet geen recht aan de uitspraak van de rechtbank, waardoor we ook tegen de herberekening in bezwaar zijn gegaan. Voor de jaren 2017 en verder hebben wij dan ook hoger beroep aangetekend bij de Centrale Raad van Beroep.
Door ons is bij het ministerie beroep ingesteld vanwege de toegepaste berekeningssystematiek. Deze systematiek houdt in dat het ministerie het verdeelmodel 2017 gebruikt om de bedragen over 2015 en 2016 te bepalen. Deze methode is ook bij de 4 grotere gemeenten die destijds bij de CRvB in het gelijk zijn gesteld toegepast. Hiertegen is door die gemeenten ook (hoger) beroep ingesteld. Deze zaken liggen inmiddels bij de CRvB ter beoordeling en de CRvB heeft aangegeven niet gecharmeerd te zijn van de toepassing van de systematiek 2017. Het ministerie heeft vervolgens de opdracht gekregen naar een andere rekenmethode te kijken. Het ministerie heeft voor deze gemeenten besloten om de budgetten over de jaren 2015 en 2016 te berekenen op grond van het verdeelmodel dat gold vóór 2015. Dus het oude model incl. 2,5% eigen risico. Dit wordt een schikkingsvoorstel richting de andere gemeenten. Omdat wij ook nog beroepen over 2015 en 2016 hebben lopen en de grondslag voor berekening waarschijnlijk dus niet in stand zal blijven, krijgen wij ook een schikkingsvoorstel over 2015 en 2016.
Om de eventuele tekorten te kunnen opvangen is een egalisatiereserve Inkomensdeel WWB ingesteld. Mede dankzij de al geplande extra stortingen in 2020 en 2021 achten we die reserve voldoende groot om tekorten op te vangen. We hebben hiervoor wel een risicopost benoemd en de eventuele (rest)impact van dit risico meegenomen in de inventarisatie van onze benodigde weerstandsbehoefte.
Over de periode 2018 – 2022 werd ingezet op een daling van het uitkeringsbestand met 2%. Sinds de aanvang van de Covid-19 pandemie is een stijging van het bestand ontstaan. Momenteel zien wij de cijfers langzaam maar zeker weer dalen, mede door het herstel van de economie. De keten ISD BOL – MOB – WSP blijft inzetten op een daling.
Participatie
In samenwerking met de andere Zuid-Limburgse gemeenten en andere partners is een agenda opgesteld, waarbij bestaande projecten en initiatieven zoals Perspectief Op Werk en de Regiodeal, geplaatst zijn in de recente economisch ontwikkelingen. Het aantal kandidaten waarvoor een werkplek nodig is groeit en zoeken we via de centrumgemeente Heerlen meer dan in het verleden samenwerking op Zuid-Limburgse schaal op. Hierbij wordt ook gekeken naar de verbinding met onderwijs en arbeidsmarkt.
Wij participeren bij de uitvoering van de participatiewet in drie gemeenschappelijke regelingen (ISD BOL, WSP en WOZL) en vervullen via ons eigen Mensontwikkelbedrijf (MOB) een belangrijke rol in de ondersteuning van kandidaten bij hun ontwikkeling. Om kansen op de arbeidsmarkt voor onze doelgroep zo goed als mogelijk te benutten is samenwerking in de keten essentieel. De partners in de regio hebben in de afgelopen jaar gewerkt aan optimalisering van deze samenwerking. Voor 2022 gaan we door op de ingeslagen weg om de ketensamenwerking verder te versterken, waarbij onder andere gekeken wordt naar samenwerkingsmogelijkheden tussen de mensontwikkelbedrijven. Ook de in 2021 aangekondigde landelijke ontwikkeling van de “sociale ontwikkelbedrijven” wordt hierbij in ogenschouw genomen. De uitvoering van de ondersteuning van mensen die door de crisis hun baan verloren hebben is via het regionaal mobiliteitsteam vormgegeven.
In het kader van de Regiodeal wordt in Nieuwenhagen, en dan met name in Oud Nieuwenhagen, uitvoering gegeven aan het project WIJ(K). Daarbij zijn de volgende thema’s leidend:
- Leren in mijn wijk (verhogen opleidingsniveau);
- Aan de slag in mijn wijk (versterken vrijwilligerswerk);
- Meteen schuldenvrij in de wijk (verminderen financiële problemen);
- Ontwikkelen in mijn wijk (ontwikkeling naar hoogste vorm van participatie die mogelijk is);
- Versterken basisvaardigheden in de wijk (verminderen laaggeletterdheid);
- Voel je goed in de wijk (verbeteren gezondheid).
Via een vijftal “lightopleidingen” worden deelnemers toegerust voor kleine klussen in de wijk, met de volgende richtingen:
- zorg light: “opleiden” tot “mantelzorger” en vrijwilliger in de zorg;
- groen light: “opleiden” tot assistent groen;
- schoon light: “opleiden” tot assistent schoonmaak;
- gezond light: “opleiden” tot assistent keuken;
- handig light: “opleiden” voor kleine klusjes in en om huis;
Deelnemers kiezen uit een van de richtingen en volgen gedurende 10 weken de cursus. Per cursus zijn gemiddeld 12 plekken, waardoor er 60 mensen kunnen deelnemen. Daarnaast kunnen ook mensen meedoen die de “lightopleiding” niet nodig hebben voor deelname. Hiermee is sprake van een groter bereik dan alleen de deelnemers aan de opleidingen. In de “lightopleidingen” wordt ook aandacht geschonken aan werknemersvaardigheden en basisvaardigheden.
Om het maximale uit kandidaten te halen is in 2019 gestart met het project bepaling ontwikkelbaarheid van de doelgroep arbeidsfit 0-30%. De resultaten van deze pilot waren dusdanig dat er door uw raad middelen beschikbaar gesteld zijn voor continuering in 2020. Vanwege Covid is de uitvoering deels doorgeschoven naar 2021. Voor de verdere uitvoering van het project vanaf 2022 zijn de projectkosten en de noodzakelijke uitbreiding bij het MOB additioneel in deze begroting geborgd.
In 2021 is de samenwerking met Praktech van start gegaan. Deze stichting legt op een laagdrempelige de basis zodat de deelnemers kunnen doorstromen naar werk binnen met name de bouwsector. Medio 2021 zijn de eerste deelnemers aan de slag, waarbij ook al de verbinding gezocht is met Slot Schaesberg. Voor 2022 wordt dit project gecontinueerd.
Begeleide participatie
Wanneer een voorziening gericht is op het niet meer door laten stromen naar regulier betaald werk, valt deze onder begeleide participatie. Meer concreet gaat het om:
- De werkzaamheden op het gebied van ondersteuning bij vrijwilligerswerk (voor zover dat maximaal haalbaar is);
- De uitvoering van beschut en begeleid werk;
- (Arbeidsmatige) dagbesteding.
In 2020 is sprake geweest van een gedeeltelijke taakverschuiving van ISD BOL naar het MOB voor wat betreft de ondersteuning van mensen met een uitkering die tot de doelgroep vrijwilligerswerk hoort. Dit past binnen de in gang gezette ontwikkeling waarbij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt door het MOB ondersteund worden in hun ontwikkeling naar de geschikte participatieplek. Voordeel hiervan is dat, voor zover hier voldoende capaciteit voor beschikbaar komt, op termijn het zien van ontwikkelpotentieel binnen de reguliere werkwijze van het MOB ingebed kan worden. Voordeel is ook dat bij extra capaciteit meer begeleiding mogelijk is waardoor het vinden en behouden van vrijwilligerswerk beter te realiseren is, waardoor dit ook bijdraagt aan de doelstelling binnen vrijwilligerswerk om meer mensen beschikbaar te krijgen.
Arbeidsparticipatie
Onder arbeidsparticipatie verstaan we het benutten van kansen om zoveel als mogelijk mensen deel te laten nemen aan reguliere arbeid. Daarbij is het uitgangspunt de beste kandidaat op de beste plaats. Het WSP zorgt samen met ISD BOL en het MOB voor de plaatsing van kandidaten vanuit de participatiewet. Hierbij wordt met name gekeken naar baanopeningen, ontwikkelplekken en leerwerkarrangementen. In 2021 is de uitstroomdoelstelling naar werk, op basis van de ervaringen in 2020 lager vastgesteld. De omvang van de doelstelling 2022 zal mede afhangen van de te verwachten bereidheid van bedrijven om te kiezen voor mensen die meer ondersteuning nodig hebben ten opzichte van mensen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt. De opgave is en blijft om zoveel als mogelijk arbeidsfitte mensen zo snel als mogelijk naar werk te krijgen en voor zover dat niet lukt in te zetten op behoud en vergroten van arbeidsfitheid. Scholing en omscholing naar kansrijke sectoren zijn hierbij van belang. De dienstverlening krijgt deels ook vorm in regionaal verband, bijvoorbeeld via het regionaal (schaal Zuid-Limburg) mobiliteitscentrum. Op initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn in verband met de coronacrisis 35 regionale mobiliteitscentra ingericht. Het betreft hier een samenwerkingsverband tussen gemeenten, UWV, vakbonden, werkgeversorganisaties, Samenwerkingsorganisatie Beroepsopleiding Bedrijfsleven en onderwijs. Het regionaal mobiliteitscentrum biedt mensen extra hulp aan bij het vinden van ander werk. Het gaat om mensen die door de coronacrisis nu of straks geen werk hebben. Starters op de arbeidsmarkt en mensen met een taalachterstand krijgen hierbij extra aandacht.
Maatwerkvoorzieningen (Wmo)/maatwerkdienstverlening 18+
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zet hoog in op eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht. Dit betekent dat iedereen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor het organiseren van zijn eigen leven, werken en wonen. Daarbij draait het om kernbegrippen zoals participatie, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Daarbij worden zij als dat mogelijk is geholpen door familie, vrienden of bekenden. Als dat niet mogelijk is, dan is er ondersteuning vanuit de gemeente. De praktijk laat sinds 2015 evenwel zien dat in veel gevallen de zelfredzaamheid tegenvalt en er veel ondersteuning geboden moet worden vanuit de Wmo.
Als gemeente hebben we daarbij de wettelijke verplichting om maatwerk te bieden; de maatwerkvoorziening. De maatwerkvoorziening is aanvullend op wat iemand zelf kan bijdragen en vormt samen met de inzet van eigen kracht of, indien van toepassing, gebruikelijke hulp of mantelzorg een samenhangend ondersteuningsaanbod. Het gebruik van een algemene voorziening kan, afhankelijk van de omstandigheden van de inwoner ook tot het vereiste maatwerk leiden. Het gaat uiteindelijk om het resultaat dat wordt behaald en niet om de wijze van oplossen. Dit betekent dat eerst gekeken wordt om gebruik te maken van een van de voorzieningen die voor iedereen, zonder indicatie of besluit van de gemeente, vrij toegankelijk zijn. Pas als dat geen oplossing biedt, wordt naar een maatwerkvoorziening gekeken.
Vanwege de stijgende kosten, stijgende instroom van nieuwe cliënten en beleidsmaatregelen (nieuwe taken en gewijzigde wetgeving) is het noodzakelijk om kritisch te blijven kijken naar de kostenontwikkeling van de maatwerkvoorzieningen. Daarbij wordt ingezet op kostenbewustzijn en kostenbeheersing. Mede in dat verband zijn in 2021 de aanbestedingen ambulante begeleiding en hulp bij het huishouden geïmplementeerd, is een nieuw indicatieprotocol voor hulp bij het huishouden in werking getreden. Voorts zijn de voorbereidingen gestart voor een protocol om PGB-begeleiding te indiceren. Daarmee zetten we in op het sturen op en afrekenen van daadwerkelijk benodigde en geleverde zorg tegen een reëel tarief.
Voor de kostenontwikkeling van de gecontracteerde aanbieders zijn we naast de instroom en uitstroom ook afhankelijk van de cao-ontwikkelingen die van invloed zijn op de tariefstelling van hulp bij het huishouden en de lumpsum voor de ambulante begeleiding. Daarnaast werkt het effect van het abonnementstarief, dat door velen gezien wordt als een schoonmaaksubsidie voor de rijken, door in het aantal cliënten die een beroep doen en zullen gaan doen op de hulp bij het huishouden. In de raming van de autonome meerlasten in de Wmo hebben we daarom meerjarig rekening gehouden met een verdergaande groei van 5% van het aantal cliënten hulp bij het huishouden in de Wmo, de verplichte veelal hogere tarieven en een index van 2%.
Qua proces en organisatie van de uitvoering van de Wmo zetten we meer dan tot nu toe in op nazorg en gaan we deze in 2022 door ontwikkelen. We doen dit vanuit een tweeledige gedachte. Enerzijds vanuit het perspectief van de cliënt: voldoet de geleverde zorg nog aan de actuele situatie, of is er een opschaling of afschaling van de zorg aan de orde. Daarbij is ook aan de orde zijn of de Wmo nog de juiste route voor ondersteuning is of dat ondersteuning vanuit de Wet langdurige zorg een meer passend perspectief is. Anderzijds geeft nazorg meer inzicht in de zorgverlening door de zorgaanbieders, in de zin van de aan cliënten geleverde zorg. Is deze zoals contractueel afgesproken of is bijsturing daarop noodzakelijk.
Met de in beleidsmatig opzicht voorgenomen maatregelen en daaruit volgend in het proces en organisatie doorgevoerde maatregelen verwachten wij enerzijds de kosten van de uitvoering van de Wmo te beheersen en anderzijds verdere stijging van de kosten zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast worden de ontwikkelingen op landelijk niveau (Kabinetsformatie en inzet van de VNG) nadrukkelijk gevolgd omdat duidelijk is dat ondanks alle inzet op transformatie door gemeenten de kosten blijven stijgen als gevolg van een hoge instroom, het abonnementstarief, de kostprijs voor diensten en voorzieningen en de mogelijke lange termijn gevolgen van Covid-19.
Schulddienstverlening
Welsun (1e lijn) en Kredietbank Limburg (KBL, 2e lijn) geven in samenwerking vorm aan de ondersteuning van mensen die schulden hebben. Hierbij maakt men gebruik van elkaars kennis en kunde. De dienstverlening wordt laagdrempelig vanuit de locatie van Welsun aangeboden, waarbij men steeds kijkt welk instrumentarium passend is. Onderdeel hiervan is stabiliseren van de situatie zodat stress zoveel als mogelijk weggenomen kan worden.
De insteek is om financiële problemen in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen. Enerzijds om te voorkomen dat bij mensen grote financiële problemen ontstaan en anderzijds ook om te voorkomen dat langdurige en dure instrumenten ingezet moeten worden. In dat kader wordt samengewerkt met diverse partners. Door de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is het vanaf 2021 mogelijk om meer in te zetten op vroegsignalering. Dit betekent ook dat er voldoende capaciteit beschikbaar moet zijn om ondersteuning te bieden. Bij de vaststelling van het beleidsplan Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 2021-2024 is voorzien in extra middelen voor Welsun en de Kredietbank om hiermee de extra ondersteuning als gevolg van de wetswijzigingen in 2021 te kunnen leveren alsook om de te verwachten extra instroom als gevolg van Covid het hoofd te kunnen bieden. Hierbij is ook rekening gehouden met middelen die nodig zijn om schuldhulpverlening aan ondernemers vorm te geven. Dit laatste is in 2021 opgepakt via een pilot, waarbij de Kredietbank, het zelfstandigenloket en een commerciële partij samenwerken. Op basis van de bevindingen uit deze pilot wordt de ondersteuning aan ondernemers ingericht. De benodigde middelen voor de uitvoering van het beleidsplan schuldhulpverlening zijn in de meerjarenbegroting 2022 opgenomen als autonome ontwikkeling.
Daar waar in 2020 nog geen sprake was van een toename van het aantal mensen dat een beroep doet op schulddienstverlening zien we in de eerste maanden van 2021 deze toename wel. Vooralsnog zijn dit nog geen hulpvragen waarbij een duidelijk verband met Covid-19 wordt aangegeven. Dit is op zich ook niet vreemd omdat bekend is dat mensen over het algemeen een aantal jaren wachten voordat ze hulp gaan zoeken. Bovendien zijn schuldeisers over het algemeen ook coulant geweest. Dit betekent echter niet dat er geen schulden zijn ontstaan. Voor de komende jaren wordt dan ook een substantiële toename verwacht van het aantal mensen met problematische schulden en dus ook een evenredige toename van het aantal trajecten.
Maatwerkdienstverlening 18-
Tot het taakveld maatwerkdienstverlening 18- behoort begeleiding van jongeren tot 18 op het vlak van jeugd- en opvoedhulp, jeugd- GGZ, jeugdzorg aan verstandelijk beperkten, vervoer, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf en jeugdzorg+ (gesloten jeugdhulp).
Jeugd- en opvoedhulp
In 2022 wordt het inkoopmodel ambulante jeugdhulp, dat in 2019 voor het eerst is geïmplementeerd, voortgezet. Er is sprake van een lumpsum financiering die gegund is aan het consortium JENS. Dit consortium werkt samen met andere organisaties in een strategisch partnerschap. 2019 heeft in het teken gestaan van de operationele uitvoering van de gegunde jeugdhulp (inrichten organisatie, werkwijze processen ontwikkelen en herijken, borgen zorgcontinuïteit ofwel de transitie). In de 2e helft van 2019 en in 2020 zijn afspraken gemaakt over de transformatieve aanpak van de ambulante jeugdhulp.
Het jaar 2020 werd echter voor een groot deel gedomineerd door de COVID-19 pandemie. JENS heeft de lijn die zij in maart 2020 hebben ingezet, vastgehouden: de jeugd in de gemeenten Heerlen, Landgraaf en Voerendaal heeft onverminderd zorg ontvangen, aangepast aan de door de pandemie beperkte mogelijkheden. De zorg werd op creatieve wijze nog meer op kind en gezin toegeschreven en zo flexibel als mogelijk ingericht.
De zorg voor de jeugdigen in de gemeenten Heerlen, Landgraaf en Voerendaal wordt steeds beter georganiseerd, veel vernieuwingen zijn gerealiseerd en komen de jeugdigen direct of indirect ten goede. De transformatie naar betere en efficiëntere zorg voor de jeugd ging ondanks de pandemie gestaag door. Enkele transformatie-projecten werden zelfs ‘going concern’.
Met een raadsinformatiebrief (april 2021) hebben wij u bericht, dat onder voorbehoud de gemeenten (Heerlen, Landgraaf en Voerendaal) JENS een financiële tegemoetkoming voor de jaren 2021 en 2022 geven voor de aanvullende dienstverlening door de stijging van de jeugdhulpvraag. Een tegemoetkoming voor de stijging van het aantal cliënten ten opzichte van de referentiejaren. Voor Heerlen een bijdrage van € 2.400 duizend, voor Langraaf van € 780 duizend en voor Voerendaal van € 150 duizend. Een tegemoetkoming onder de voorwaarde dat uit de jaarrekening van JENS blijkt dat dit extra budget noodzakelijk is. Bovendien is afgesproken om separaat aanvullende afspraken te maken over de reële kosten die JENS maakt als gevolg van de coronapandemie. JENS heeft aangegeven dat de gemaakte afspraken voldoende zijn om het initiële contract tot en met 2022 uit te dienen. Een positief besluit van uw raad (10 juni 2021) heeft de aan JENS in het vooruitzicht gestelde tegemoetkoming bekrachtigd.
In 2022 zal JENS o.a. aandacht besteden aan het door ontwikkelen van onderstaande transformatieve interventies (niet limitatief).
Preventief:
• Gezinswerker: 1 ambulant medewerker in het gezin, die de regie voert over alle jeugdhulpverlening;
• Schoolmaatschappelijk werk in VO, PO en voorscholen;
• KIES-trainingen en de aanpak echtscheiding in conflictsituaties;
• Aanpak jonge mantelzorgers;
• Uitbreiden van buitenschoolse activiteiten;
• Informele zorg in samenwerking met Landgraaf verbindt;
• Weerbaarheid op maat.
Zorg dichtbij:
• Rootz: ambulante begeleiding groep, die thuis nabij wordt uitgevoerd in plaats van op extern gelegen locatie van jeugdhulpaanbieder, waar jeugdigen met busjes naar toe moeten worden gebracht;
• Diagnostiek team: specialistische hulp wordt zoveel als mogelijk thuis nabij aangeboden, waardoor jeugdigen niet meer naar de locatie van de jeugdhulpaanbieder hoeven te reizen;
• Psychiater in de wijk;
• Startklassen en onderwijs-zorgscholen: in het kader van het mogelijk maken van inclusief onderwijs wordt jeugdhulp toegevoegd aan de basiszorgstructuur van het onderwijs.
In de 2e helft van 2021 en in 2022 zal, op basis van de uitgangspunten van de huidige opdracht, een hernieuwde aanbesteding plaatsvinden voor de ambulante jeugdhulp per 1 januari 2023. In deze aanbesteding zal o.a. rekening gehouden worden met de verplichting dat gemeenten reële tarieven hanteren bij de inkoop van jeugdhulp.
Overige jeugdhulp
Via centrumgemeente Maastricht kopen we de overige jeugdhulp in, te weten:
• Crisishulp (zowel ambulant als residentieel);
• Verblijf (alle vormen, ook pleegzorg);
• Jeugdzorg Plus (Gesloten Jeugdzorg, inkoop op schaal van Zuid-Nederland);
• Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en de Crisisdienst Jeugd (voorheen SEH genoemd).
In 2021 is via de Centrumgemeente Maastricht de inkoopstrategie vastgesteld en zijn zes regionale programma’s geformeerd, te weten:
1. Multiprobleem hoog specialistisch en gedwongen kader
2. Thuisvervangend wonen
3. Dagbesteding en dagbehandeling groep
4. Specialistisch veelvoorkomend individueel
5. Crisis
6. Kennis en Expertise
Vanuit Landgraaf participeren we actief in programma 3. De overige programma’s worden nauwgezet gevolgd.
Veranderingen Woonplaatsbeginsel, meldplicht jeugdhulpaanbieders en veranderingen Jeugdwet
Woonplaatsbeginsel
Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Omdat het vaak moeilijk is om te bepalen welke gemeente verantwoordelijk is, gaat het woonplaatsbeginsel wettelijk veranderen. Per 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugdwet van kracht.
Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Dit moet leiden tot meer duidelijkheid en lagere administratieve uitvoeringslasten. Daarnaast sluit het nieuwe woonplaatsbeginsel beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet. De oorspronkelijke gemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie.
Meldplicht jeugdhulpaanbieders
Per 1 januari 2022 wordt een meldplicht bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ingevoerd voor zowel nieuwe als bestaande jeugdhulpaanbieders. Bij de jeugdhulpaanbieders gaat het om zowel solistisch werkende jeugdhulpverleners als een natuurlijke persoon of een verband van natuurlijke personen of een rechtspersoon die bedrijfsmatig jeugdhulp verleent onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. Onder de Jeugdwet gaat het om aanbieders die jeugdhulp als bedoeld in de Jeugdwet verlenen. Dit betreft onder andere jeugdhulpaanbieders die vanuit een jeugdhulp-pgb worden bekostigd. De meldplicht is bedoeld om alle zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders onder het toezichtdomein van de IGJ in beeld te brengen ten behoeve van het risicogerichte toezicht en hen beter bewust te maken van de (kwaliteits)eisen die zijn gesteld aan de zorgverlening/jeugdhulpverlening en hun verantwoordelijkheid hiervoor.
Veranderingen Jeugdwet
Het kabinet heeft in 2020 geconstateerd, dat het huidige jeugdstelsel een aantal knelpunten kent die moeten worden opgelost.
In 2021 heeft dit inmiddels geleid tot een Norm voor Opdrachtgeverschap Jeugd (NvO), waaraan gemeenten zich hebben geconformeerd en die heeft geleid tot het vaststellen van een regiovisie door de Zuid-Limburgse gemeenteraden. Met de NvO hebben gemeenten erkend, dat voor sommige vormen van zorg regionale en bovenregionale samenwerking vereist is. De regiovisie schetst hoe dit in Zuid-Limburg geregeld is. Het gaat daarbij vooral om de beschikbaarheid van weinig voorkomende en specialistische vormen van hulp en de implementatie van een regionaal expertisecentrum.
De regiovisie is in overleg met onder meer jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, jongeren en ouders opgesteld. De regiovisie biedt niet alleen helderheid over hoe gemeenten in regioverband zorgdragen voor de beschikbaarheid en continuïteit van specialistische jeugdhulp, maar ook hoe de toegang tot de gecontracteerde hulp geregeld is.
De NvO verplicht gemeenten om binnen hun regio dezelfde contractvoorwaarden te hanteren en zich te houden aan dezelfde zorgvuldigheidseisen bij de inkoop. Gemeenten hebben o.a. aangegeven reële tarieven te gaan hanteren, omdat de continuïteit van specialistische jeugdhulp en jeugdbescherming onder druk staat.
Het kabinet heeft in 2021 voor 2022 € 1,3 miljard extra beschikbaar gesteld aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Dat komt bovenop de eerder toegezegde € 300 miljoen voor dat jaar. Voor de jaren na 2022 dient het oordeel van de Commissie van Wijzen (arbitrage tussen Kabinet en VNG) als zwaarwegende inbreng voor de kabinetsformatie. Tegelijk hebben gemeenten en het Rijk zich gecommitteerd aan het maken van afspraken over maatregelen waarmee het jeugdstelsel op de lange termijn beter houdbaar wordt.
Geëscaleerde zorg 18+
Onder geëscaleerde zorg 18+ worden alle opvang en beschermd wonen voorzieningen verstaan met inbegrip van eventuele maatwerk dienstverlening en –voorzieningen voor burgers die in deze opvanglocaties verblijven. Naar verwachting treedt op 1 januari 2022 de Ketenveldnorm, de Wet straffen en Beschermen en de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein in werking. Deze voorstellen verankeren duidelijke taken voor gemeenten om te komen tot een integrale en gecoördineerde aanpak voor meervoudige en complexe problematiek waarbij sprake is van zorg- en veiligheidsvraagstukken. Met de ketenveldnorm wordt passende zorg geboden aan mensen met gevaarlijk, agressief en ontwrichtend gedrag die geen strafrechtelijke titel (meer) hebben. Dit vanuit een ‘levensloopbenadering’, zodat professionals zo lang als nodig betrokken kunnen blijven. De wet straffen en beschermen regelt dat gemeenten al vroegtijdig betrokken worden bij het ondersteunen van inwoners die terugkeren in de maatschappij vanuit detentie en dat voorzien kan worden in een aantal basisvoorwaarden (inkomen, huisvesting, begeleiding). De wet aanpak voor meervoudige en complexe problematiek zorgt voor een grondslag voor gegevensuitwisseling en het bevorderen van samenwerking bij meervoudige en complexe casuïstiek in het sociaal domein. De voorbereidingen voor de implementatie van deze wetten is gestart en lopen door tot in 2022. Ook hier volgen we de kostenontwikkeling nauwlettend en of er voldoende Rijksmiddelen voor de uitvoering van deze taken beschikbaar worden gesteld. M.a.w. zonder knaken, geen taken!
Opvang en beschermd wonen
Wij stellen onze inwoners die extra zorg nodig hebben centraal. In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is de verantwoordelijkheid voor een groot aantal decentralisatietaken neergelegd bij alle gemeenten. Voor de decentralisatietaken van de Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, Beschermd Wonen en Vrouwenopvang is de primaire uitvoeringstaak in 2022 nog aan de centrumgemeente (gemeente Heerlen) opgedragen als overgangsjaar. In 2022 wordt de doordecentralisatie van Beschermd Wonen per 1 januari 2023 geeffectueerd. We zijn aan de slag met het herijken van de inkoop, toegang, de governance en het financiële verdeelmodel. Uitgangspunt hierbij is de door uw Raad in 2017 vastgestelde Regiovisie Opvang en Beschermd Wonen Parkstad op basis waarvan jaarlijks een uitvoeringsagenda wordt opgesteld door de Parkstadgemeenten. Concreet betekent dit dat ook de centrumregeling Opvang en Beschermd Wonen wordt aangepast naar de nieuwe verantwoordelijkheden. Uitgangspunt is dat ondersteuning, bescherming en behandeling zoveel mogelijk in de thuissituatie wordt ingezet. Daarnaast blijven we regionale voorzieningen ook regionaal inkopen en bekostigen.
Over de doordecentralisatie van de Maatschappelijke Opvang, Verslavingszorg, en Vrouwenopvang neemt het Rijk in 2024 een besluit. We zetten in de tussentijd wel in op de transformatie van deze opvang. Dit betekent inzetten op het voorkomen van dakloosheid, indien iemand dakloos wordt dat deze op een kleinschalige locatie (liefst gewoon in een huis) wordt opgevangen en dat de duur van opvang zo kort mogelijk is. Daarnaast werken we aan een duurzame uitstroom uit de opvang. Concreet voor Landgraaf betekent dit ook dat we samen met de gemeente Heerlen en LevantoGroep werken aan de toekomst van de crisisopvang Heugderlicht. We zetten in op een kleinschalige opvanglocatie en meer opvangplekken gespreid over Parkstad.
Geëscaleerde zorg 18-
Tot het taakveld geëscaleerde zorg 18- behoren maatregelen gericht op de opvang en het verbeteren van de veiligheid van kinderen en jeugdigen tot 18 jaar (met inbegrip van maatwerkdienstverleningsmaatregelen) voor jeugdigen die in de betreffende opvangvoorzieningen verblijven.
Veilig Thuis/Geweld Hoort Nergens Thuis
Veilig Thuis is het meldpunt voor situaties waarin kindermishandeling/ huiselijk geweld een rol speelt. De afgelopen jaren is gewerkt aan een stabiele basis voor Veilig Thuis als organisatie binnen de GGD Zuid-Limburg. In 2020 is de regionale visie “Geweld in Afhankelijkheidsrelaties” en bijbehorende uitvoeringsagenda vastgesteld. In 2022 wordt uitvoering gegeven aan deze visie en met de extra middelen die de centrumgemeenten hebben ontvangen hieraan een impuls te geven. Doelstelling is om in samenwerking met anderen te komen tot een effectieve aanpak die aantoonbaar leidt tot het stoppen van geweld, duurzaam herstel van de veiligheid en het bevorderen van de ontwikkelkansen van de personen die betrokken zijn bij geweld in afhankelijkheidsrelaties.
Kinderopvangtoeslagaffaire (KOTA)
Eind 2020 werd bekend hoe omvangrijk de kinderopvangtoeslagaffaire landelijk gezien daadwerkelijk is. Dat heeft ertoe geleid dat er vanuit het Rijk opdracht aan gemeenten gegeven is om de hulpverlening aan (mogelijk) gedupeerden zo snel al mogelijk op te starten. Dit heeft niet alleen betrekking op financiële hulp, bijvoorbeeld bij schulden, maar ook op hulp op het gebied van wonen, gezondheid, maatschappelijke begeleiding, etc. (mogelijke) gedupeerden kunnen zich nog tot en met eind 2023 bij de Belastingdienst/Toeslagen melden, waarna (na afname van een lichte toets) zij via de gemeente in aanmerking komen voor hulp. Inmiddels is er vanuit het Rijk een toezegging gekomen dat gemeenten en hun partners alle gemaakte kosten voor de organisatie en uitvoering hulpverlening KOTA vergoed krijgen via een specifieke uitkering. In 2021 zijn diverse processen ingericht en opgestart om (mogelijke) gedupeerden zo snel als mogelijk van hulp te voorzien. In 2022 wordt deze aanpak voortgezet en daar waar nodig bijgesteld.
Kengetal historische ontwikkeling | Bron | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
% WWB-ers in beroepsbevolking (*). | CBS statline | 5,50% | 5,40% | 5,30% | 5,90% |
Aantal personen werkzaam in WSW. | WOZL | 458 | 449 | 439 | 399 |
Aantal personen met een bijstandsuitkering. | ISDBOL | 991 | 1.033 | 940 | 993 |
Instroom nieuwe cliënten Welsun. | Welsun | 1.226 | --- | 1.255 | 1.279 |
Aantal toekenningen bijzondere bijstand. | ISDBOL | 3.351 | 3.357 | 2.500 | 2.586 |
Aantal personen dat in aanmerking is gekomen voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen. | BsGW | 1.604 | 1.234 | 1.462 | 1.273 |
Aantal personen dat traject schuldhulpdienstverlening heeft (gehad). | Welsun | 536 | 505 | 559 | 553 |
(*) Beroepsbevolking betreft personen die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking). | |||||
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). | |||||
De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. | |||||
Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur. |
Beleidsindicatoren (BBV) | Bron | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | LISA | 406,5 | 419,7 | 435,5 | 443,3 | |
% Jongeren (12 t/m 21-jarigen) met een delict voor de rechter. | CBS | 1% | 1% | 1% | --- * | |
% Kinderen (tot 18 jaar) in uitkeringsgezin. | CBS | 8% | 9% | 8% | --- * | |
Netto arbeidsparticipatie (% van de werkzame beroepsbevolking t.o.v. de beroepsbevolking). | CBS | 60,80% | 62,70% | 64,10% | 61,50% | |
% Werkloze jongeren (16 t/m 22-jarigen). | CBS | 2% | 2% | 3% | --- * | |
Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners. | CBS | 432,1 | 417,5 | 401,1 | 429,9 | |
Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15-64 jaar. | CBS | 213,5 | 202,1 | 384,5 | 274,9 | |
% Jongeren met jeugdhulp (van alle jongeren tot 18 jaar). | CBS | 14,90% | 16,90% | 17,10% | 15,70% | |
% Jongeren met jeugdbescherming (van alle jongeren tot 18 jaar). | CBS | 1,90% | 1,90% | 2,10% | 1,90% | |
% Jongeren met jeugdreclassering (van alle jongeren van 12 tot 23 jaar). | CBS | 1,00% | 0,60% | 0,70% | 0,60% | |
Aantal cliënten met een maatwerkarrangement WMO (per 10.000 inwoners). | CBS | 750 | 775 | 805 | 820 | |
* Gegevens bij het CBS voor 2020 nog niet voorhanden. |
Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2020 toegenomen. Dit heeft alles te maken met de Covid-19 crisis. Inmiddels heeft in de 2e helft van 2021 weer een daling ingezet. De verwachting is dat deze daling door zal zetten en we 2021 kunnen afsluiten met een lager aantal bijstandsgerechtigden dan waarmee we in 2021 gestart zijn. Het aantal toekenningen bijzondere bijstand is in 2021 enigszins gestabiliseerd. Dit lijkt ook het geval te zijn voor het aantal personen dat een traject voor schuldhulpverlening gehad heeft.
Het aantal WSW’ers daalt gestaag in aantallen en in arbeidsjaren. Uiteindelijk zal de WSW alleen nog bestaan uit deelnemers beschut.
Omschrijving Kader | Actualiteit |
Beleidsplan Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) | 2020 |
Beleidsplan Wmo | 2020 |
Accommodatieplan Landgraaf | 2021 |
Perspectiefplan Covid-19 | 2021 |
Bestuursovereenkomst Bureau Voortijdig Schoolverlaten Parkstad Limburg | 2015 |
Nota Landgraaf maakt werk van participatie | 2015 |
Beleidskaders arbeidsmarkt Parkstad Limburg 2016-2020 | 2016 |
Preventieplan Jeugd | 2017 |
Visie opvang en beschermd wonen Parkstad | 2018 |
Bouwstenennotitie sluitende aanpak voor personen met verward gedrag | 2018 |
Regiovisie Geweld in Afhankelijkheidsrelaties | 2019 |
Subsidiebeleid gemeente Landgraaf 2019 | 2019 |
Ondernemingsplan Werkgevers Service Punt (WSP) | 2019 |
Doelen | |
1. | Zoveel mogelijk inwoners laten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. |
2. | Samen met de maatschappelijke partners versterken van de preventieve en algemene voorzieningen gericht op de zelfredzaamheid en participatie van inwoners. |
3. | Door maatwerk een vangnet bieden voor niet-zelfredzame inwoners. |
Score effectindicatoren | Bron | 2018 | 2019 | 2020 | Ambitie | Termijn |
1.1 % tekort op BUIG. | Gemeente | 5,19% | 7,98% | 3,09% | 0% | 2022 |
1.2 % jeugdwerkeloosheid. | UWV | 4,85% | 3,00% | - *** | 2,50% | 2022 |
2.1 % van de bevolking dat actief is als vrijwilliger in het brede sociale domein. | - ** | 29% | -** | 35% | 2022 | |
2.2 % van de bevolking dat mantelzorg geeft. | Gezondheidsatlas GGD * | 22,10% | 22,10% | |||
2.3 % van de jongeren (19-) dat mantelzorg geeft waarbij er thuis een familielid ziek is. | Gezondheidsatlas GGD * | 15,70% | 15,70% | |||
* Gegevens van de Gezondheidsatlas worden eenmaal per vier jaar verstrekt, cijfers Jeugd betreffen rapportagejaar 2019, cijfers volwassenen betreffen rapportagejaar 2020. | ||||||
** De gegevens betreffende het % bevolking actief als vrijwilliger wordt slechts tweejaarlijks onderzocht. | ||||||
*** De gegevens betreffende % jeugdwerkeloosheid zijn bij het opmaken van de begroting nog niet gepubliceerd. |
Nr. | Activiteiten in 2022 |
1.1 | Via ISD BOL, Mensontwikkelbedrijf en WSP-kandidaten ontwikkelen en plaatsen op de voor hun geschikte participatieplaats, met als uitgangspunt het voor die kandidaat maximaal haalbare. |
1.2 | Uitvoering geven aan werkgeversdienstverlening via het Werkgeversservicepunt Parkstad. |
1.4 | Onderzoek ontwikkelmogelijkheden t.a.v. een deel van de participatiedoelgroep. |
1.5 | Implementatie nieuwe Wet inburgering. |
2.1 | Uitvoeren ‘Landgraaf Verbindt’ door het bevorderen van samenwerkingsinitiatieven in buurten en wijken. |
2.2 | Uitvoering geven aan het preventieplan jeugd, waaronder implementatie van schoolmaatschappelijk werk en vergroten van het naschools activiteitenaanbod voor jongeren in de wijk. |
2.3 | Sturing en monitoring JENS en voorbereiden nieuwe inkoop jeugdhulp per 2022. |
3.1 | Aanbieden van maatwerkvoorzieningen sociaal domein met als vertrekpunt de zelfredzaamheid en participatie van de burger. |
3.2 | Uitvoeren bouwstenen voor sluitende aanpak personen met verward gedrag. |
3.3 | Implementatie uitvoeringsagenda maatschappelijke opvang en beschermd wonen. |
3.4 | Doordecentralisatie, inkoop en herzien governance beschermd wonen. |
3.5 | Implementatie landelijke meerjarenagenda zorg- en veiligheid tot (sub)regionale en lokale aanpak. |
3.6 | Samen met maatschappelijke partners op basis van de in 2019 uitgevoerde pilots implementeren van werkwijzen gericht op het beschikbaar krijgen en houden van voldoende vrijwilligers. |
3.7 | Ondersteuning jonge mantelzorgers. |
3.8 | Doorontwikkeling wijkteam en Jeugdteam in relatie tot respectievelijk beleidsplan Wmo en Inkoop Jeugdhulp 2022. |
3.9 | Evaluatie en herijking toezicht Wmo. |
3.10 | Uitvoeren aanpak Kinderopvang Toeslagenaffaire (KOTA). |
3.11 | Uitvoeren aanpak Landgraaf één tegen eenzaamheid. |
Prestatie-indicatoren voor 2022 | Norm | ||||
1.2.1 Het aantal verstrekte uitkeringen aan het eind van het jaar. | Afname 2% t.o.v. 2021 | ||||
3.1.1 Afname inzet zware jeugdhulp. | Afname 2% t.o.v. 2018 | ||||
3.1.2 Periodieke voortgangsrapportage van consortium ambulante jeugdhulp. | Minimaal 2 | ||||
3.1.3 Gemiddeld aantal openstaande verstrekkingen zware jeugdhulp per maand | 142 | ||||
3.1.4 Percentage meldingen dat een vervolg (aanvraag maatwerk of voorliggende voorziening) heeft gekregen. | 55% | ||||
3.1.5 Percentage meldingen dat tot een aanvraag voor maatwerkvoorziening heeft geleid. | 47% | ||||
3.1.6 Percentage meldingen dat tot een voorliggende voorziening heeft geleid. | 27% | ||||
3.1.7 Verhouding tot voorliggende voorziening en aanvragen maatwerkvoorzieningen. | 29%-71% | ||||
3.1.8 Percentage personen dat aangegeven heeft tevreden te zijn met de oplossing van het probleem. | > 80% | ||||
3.1.9 % tevredenheid cliënten over het resultaat van het ondersteuningstraject participatie. | > 80% | ||||
3.1.10 Aantal aanvragen bijzondere bijstand. | 3.500 | ||||
3.1.11 Aantal toegekende voorzieningen bijzondere bijstand. | > 2.500 | ||||
3.1.12 Aantal personen dat gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening (bron: Welsun). | > 10% dan voorgaande jaar |
Financiën totale programma
(x € 1.000) | |||||||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||||
Bestaand beleid | |||||||||
Totaal baten bestaand beleid | 19.969 | 16.518 | 16.666 | 16.685 | 16.708 | 16.729 | |||
- Directe salarislasten | 4.002 | 4.598 | 4.510 | 4.482 | 4.600 | 4.721 | |||
- Overige directe lasten | 68.897 | 63.931 | 65.664 | 65.066 | 64.593 | 64.606 | |||
- Kapitaallasten | 270 | 270 | 236 | 236 | 216 | 216 | |||
Totaal lasten bestaand beleid | 73.169 | 68.799 | 70.410 | 69.784 | 69.408 | 69.542 | |||
Saldo bestaand beleid | -53.200 | -52.281 | -53.745 | -53.098 | -52.700 | -52.813 | |||
Nieuw beleid | |||||||||
Totaal baten nieuw beleid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
- Directe salarislasten | 0 | 0 | 157 | 161 | 92 | 94 | |||
- Overige directe lasten | 0 | 0 | 255 | 0 | 0 | 0 | |||
- Kapitaallasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Totaal lasten nieuw beleid | 0 | 0 | 412 | 161 | 92 | 94 | |||
Saldo nieuw beleid | 0 | 0 | -412 | -161 | -92 | -94 | |||
SALDO taakveld | -53.200 | -52.281 | -54.156 | -53.259 | -52.792 | -52.907 | |||
Investeringen | 0 |
Voor een gedetailleerdere toelichting van alle mutaties in baten en lasten per taakveld verwijzen wij naar bijlage 2 (lasten en baten per taakveld).
Verbonden partijen | (x € 1000) | ||||
Naam organisatie | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
GR centrumgemeente Maastricht inkoop jeugdzorg regio Zuid-Limburg. | 6.527 | 7.052 | 6.982 | 6.982 | 6.982 |
GR GGD ZL (Veilig Thuis) | 396 | 399 | 406 | 413 | 420 |
GR samenwerking Informele zorg (gemeente Heerlen) | 88 | 90 | 91 | 91 | 91 |
GR ISD BOL | 21.391 | 20.688 | 20.457 | 20.363 | 20.355 |
GR Kredietbank Limburg | 340 | 344 | 347 | 358 | 358 |
GR Omnibuzz | 1.116 | 1.240 | 1.262 | 1.278 | 1.292 |
GR Werkvoorzieningschap OZL | 9.884 | 9.336 | 8.841 | 8.447 | 7.997 |
GR Werkgevers Service Punt | 1.268 | 1.096 | 988 | 874 | 734 |
Totaal | 41.010 | 40.245 | 39.374 | 38.806 | 38.229 |
GR Centrumgemeente Maastricht inkoop jeugdzorg regio Zuid-Limburg
De gemeente Maastricht is centrumgemeente voor de niet lokaal en landelijk ingekochte jeugdhulp. De financiële bijdrage voorziet in crisishulp, verblijf en de gecertificeerde instellingen. In 2022 wordt dit geraamd op € 7.052.000.
GR GGD ZL (Veilig Thuis)
Zie programma 7. De begroting van de GGD is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 45. In 2022 wordt dit geraamd op € 398.888.
Samenwerking informele zorg (gemeente Heerlen)
Vanaf 2019 treedt de gemeente Heerlen namens Landgraaf op als de formele subsidieverstrekker voor die organisaties die mantelzorgers ondersteunen of informele zorg leveren in onze gemeente. In 2022 wordt dit geraamd op € 89.548.
GR ISD BOL
ISD BOL ontvangt een financiële bijdrage voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van taken met betrekking tot onderdelen van de Participatiewet. Daarnaast voert ISD BOL op verzoek van de gemeente het mantelzorgcompliment en de TCG-regeling uit. De begroting van ISD BOL is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 46. In 2022 wordt dit geraamd op € 20.688.180.
GR Kredietbank Limburg
De Kredietbank Limburg ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van schuldhulptrajecten. Hiermee worden inwoners die in financiële problemen zijn gekomen, en die daar zonder hulp van buiten niet meer uit komen, ondersteunt. De begroting van de Kredietbank is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 38. In 2022 wordt dit geraamd op € 343.913.
GR Omnibuzz
Omnibuzz ontvangt een financiële bijdrage voor de uitvoering van het collectief- en individueel vervoer van Wmo-cliënten met een indicatie. De begroting van Omnibuzz is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 50. In 2022 wordt dit geraamd op € 1.239.645.
GR Werkvoorzieningschap OZL
Het WOZL ontvangt een financiële bijdrage voor de uitvoering van beschut werk en de invulling van het formeel werkgeverschap in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). De begroting van WOZL is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 22. In 2022 wordt dit geraamd op € 9.335.816.
GR Werkgevers Service Punt
Het Werkgevers Service Punt ontvangt een financiële bijdrage voor de werkgeversdienstverlening ten behoeve van de doelgroep Wsw en Participatiewet én voor de uitvoering van de Wsw, met uitzondering van het formeel werkgeverschap. De begroting van het WSP is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 22. In 2022 wordt dit geraamd op € 1.096.441.
Professionele gesubsidieerde organisaties | (x € 1000) | ||||
Naam organisatie | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
JENS (inkoop ambulante jeugdzorg) | 7.630 | 7.531 | 7.392 | 7.394 | 7.396 |
Stichting Levantogroep meldpunt ZMP | 16 | 16 | 17 | 17 | 17 |
Stichting MEE Zuid-Limburg | 291 | 294 | 300 | 305 | 310 |
Calibris Advies (wijkleerbedrijf Landgraaf) | 32 | 33 | 33 | 34 | 34 |
Stichting The Movefactory | 22 | 22 | 22 | 22 | 22 |
Stichting Park Strijthagen (Eikske) | 32 | 32 | 33 | 33 | 34 |
Stichting Samen Delen Regio Parkstad * | |||||
Stichting Voedselbank Limburg-Zuid * | |||||
Jeugdfonds Sport Limburg * | |||||
Jeugdfonds Cultuur Limburg * | 274 | 279 | 283 | 287 | 287 |
Stichting Leergeld Parkstad * | |||||
Stichting Consuminderhuis Parkstad * | |||||
Vincentiusvereniging Landgraaf * | |||||
Stichting CMWW Brunssum-Onderbanken (belbus) | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 |
Stichting Welsun | 1.981 | 1.977 | 2.014 | 2.047 | 2.079 |
Stichting Kinderopvang Parkstad | 422 | 417 | 425 | 432 | 439 |
Stichting An d'r Put | 139 | 125 | 125 | 125 | 125 |
Stichting GIPS spelen en leren | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 |
Totaal | 10.879 | 10.766 | 10.684 | 10.736 | 10.783 |
* Bedragen voor deze organisaties zijn gebundeld in één bedrag weergegeven | |||||
JENS
De preventieve en ambulante jeugdhulp wordt gezamenlijk met Heerlen en Voerendaal ingekocht bij JENS door middel van een jaarlijkse ‘lumpsum’ bijdrage. In 2022 wordt dit geraamd op € 7.531.287.
Stichting Levantogroep
Levantogroep wordt jaarlijks gesubsidieerd voor het meldpunt Zeer Moeilijk Plaatsbaren (ZMP) om problematische woonsituaties te stabiliseren en uithuiszettingen te voorkomen. In 2022 wordt dit geraamd op € 16.449.
Stichting MEE Zuid-Limburg
De bijdrage aan stichting MEE voorziet in de onafhankelijke cliëntondersteuning voor inwoners van Landgraaf die minder zelfredzaam zijn en daarvoor een beroep moeten doen op zorg- en ondersteuning vanuit de Wmo. In 2022 wordt dit geraamd op € 294.460.
Stichting Calibris Advies (wijkleerbedrijf Landgraaf)
Calibris advies ontvangt jaarlijks een subsidie voor de exploitatie van het Wijkleerbedrijf Landgraaf.
In 2022 wordt dit geraamd op € 32.504.
Stichting The MoveFactory
Zie ook programma 5. In 2022 wordt dit geraamd op € 22.000.
Stichting Park Strijthagen (Eikske)
Zie ook programma 5. In 2022 wordt dit geraamd op € 32.094.
Stichting Samen Delen Regio Parkstad, Voedselbank Limburg-Zuid, Jeugdfonds Sport Limburg, Jeugdfonds Cultuur Limburg, Leergeld Parkstad, Consuminderhuis Parkstad, Vincentiusvereniging Landgraaf.
In 2022 wordt dit samen geraamd op € 278.542. Deze organisaties ontvangen jaarlijks een subsidie zodat zij mensen die zelf onvoldoende financiële middelen hebben kunnen ondersteunen bij hun deelname aan de maatschappij.
Stichting CMWW Brunssum-Onderbanken (Belbus)
Het CMWW ontvangt jaarlijks een subsidie voor de administratie en ondersteuning van de Landgraaf Bus (Belbus). In 2022 wordt dit geraamd op € 35.050.
Stichting Welsun
De subsidie aan Welsun is bestemd voor de uitvoering van maatschappelijk-, ouderen- en cultureel werk, de Vrijwilligerscentrale, schulddienstverlening, inloop GGZ en Landgraaf Verbindt. In 2022 wordt dit geraamd op € 1.976.872.
Stichting Kinderopvang Parkstad
Vanaf 1 augustus 2020 is het nieuwe peuterstelsel in Landgraaf van start gegaan. Drie organisaties bieden sinds 1 augustus peuteropvang met VVE aan. Zij ontvangen hiervoor groepssubsidie op basis van grootte en zwaarte van de peutergroepen. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage, de overige kosten van de uurprijs worden gedekt via de Kinderopvang Toeslag (KOT). Als ouders niet voor de KOT-regeling in aanmerking komen, kunnen zij gebruik maken van de niet-KOT regeling via de gemeente. De kinderopvang rekent dit periodiek met de gemeente af. In 2022 wordt dit geraamd op € 417.466.
Stichting An d’r Put
Stichting An d’r Put ontvangt een financiële bijdrage voor het beheer en exploitatie van de accommodatie, met als doel het in stand houden van de accommodatie voor een duurzaam en eigentijds aanbod van sociaal maatschappelijke activiteiten, sport, spel en cultuur. In 2022 wordt dit geraamd op € 125.000.
Stichting GIPS spelen en leren
De stichting ontvangt jaarlijks een subsidie voor het uitvoeren van gastlessen op alle basisscholen over het leven met een beperking. In 2022 wordt dit geraamd op € 4.500.
(x € 1000) | ||||||
Risico | Majeure risico omschrijving | Beheersmaatregel | Weerstandsbehoefte | |||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |||
R02 | Doordecentralisatie Beschermd Wonen | De mogelijke beheersmaatregelen zijn afhankelijk van het definitieve budget en daarmee ook bepalend voor de (gezamenlijke) inkoop van het benodigde aanbod beschermd wonen voor de gehele regio Parkstad. De uiteindelijke wijze van inkoop kan daarmee ook gevolgen hebben voor de ambulante Wmo-begeleiding. | 0 | 0 | 250 | 250 |
R05 | Uitvoeren beleidsplan schuldhulpverlening op minimumniveau | De beheersmaatregelen zijn beschreven in het beleidsplan schuldhulpverlening. Door met name invulling te geven aan vroegsignalering en schuldhulpverlening aan ondernemers moet voorkomen worden dat andere c.q. duurdere voorzieningen nodig zijn. | 165 | 330 | 495 | 495 |
R12 | Bijdrage aan B2022 ISD BOL meerjarig niet volledig geraamd | Monitoren meerjarige ontwikkelingen BUIG irt meerjarenramingen ISD BOL + opnemen risicopost. | 0 | 0 | 326 | 318 |
R14 | Risico’s B2022 GR Omnibuzz | Overnemen Landgraafs deel risico Omnibuzz als risicopost. Monitoren begrotingswijzigingen GR Omnibuzz. | 55 | 55 | 55 | 55 |
R16 | Nog geen structurele dekking jeugdhulp voor de meerjarig vanaf 2023 voor 75% ingeboekte extra jeugdhulp | Risicopost opnemen en monitoren ontwikkeling | 0 | 768 | 721 | 665 |
Totaal risicobedrag | 220 | 1.153 | 1.847 | 1.783 |
R02
In 2022 wordt dit beleid inhoudelijk gedecentraliseerd en pas in 2023 financieel. Bij deze nog door te voeren decentralisatie actie zal tevens een herverdeling plaatsvinden op basis van objectieve maatstaven die nadelig zal uitpakken voor de regio Parkstad. Dat betekent dat het nieuwe budget dat we in 2021 ontvangen voor beschermd wonen het risico in zich draagt dat het te weinig is voor het uitvoeren van deze taak. Het totale budget voor Landgraaf zal oplopen van 300 duizend euro in 2023 tot 3 miljoen euro in 2032. We gaan vooralsnog uit van een maximaal tekort van €0,5 miljoen en een kans inschatting van midden (50%). Dit laatste omdat Heerlen in het verleden budget over hield op deze taak en er landelijk nog gesproken wordt over het verdeelmodel.
R05 Vanaf 1 januari is sprake van wetswijzigingen op het gebied van schuldhulpverlening. Om hieraan invulling te geven is het beleidsplan schuldhulpverlening door de raad vastgesteld, waarbij voor 2021 extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Ook voor de jaren ernaar zijn in deze begroting extra middelen beschikbaar gesteld (AO-05 Kadernota 2022) nodig om het beleidsplan te kunnen invoeren en daarmee te voldoen aan de wettelijke taken op het gebied van schuldhulpverlening.
In de risicokaart van de kadernota is dit risico nader toegelicht inbegrepen de onderbouwing van het risicobedrag gebaseerd op aannames. Er is sprake van een mogelijke risicokostenpost van €165 duizend per jaar voor de duur van drie jaar waardoor het risicobedrag na drie jaar is gecumuleerd naar 495 duizend om daarna op dat niveau te blijven. In de praktijk kan het aantal mensen dat extra hulp of ondersteuning nodig heeft hoger liggen. Reden om met een zeer hoge kans (100%) de risicopost op te nemen in de begroting.
R12
De meerjarenbegroting van ISD BOL laat een sterk stijgende lijn zien voor alle jaren van de meerjarenbegroting. Enerzijds is dit het gevolg van de uittreding van de gemeente Beekdaelen (voormalig Onderbanken) per 1-1-2022 uit de ISD, waardoor de effecten van de desintegratiekosten nog niet exact in beeld kunnen worden gebracht. Anderzijds wordt de begroting van de ISD grotendeels gebaseerd op de uitkomsten van de jaarrekening 2020 en worden de bijgestelde posten gedurende vier jaren gelijk geraamd. Het is daarbij realistischer om de raming van het 3e en het 4e jaar in de meerjarenbegroting risicovoller te doen. De stijging van de kosten van ISD BOL worden derhalve voor het derde en vierde begrotingsjaar van de meerjarenraming ISD BOL voor de helft als risicopost opgenomen in plaats van dit geheel te ramen in de begroting van de gemeente. We wijken hier dus welbewust af van de meerjarenraming 204-2025 van de GR ISD BOL. We schatten uit voorzichtigheid het opkomen van het risico vervolgens in op zeer hoog (100%).
R14
In de begroting 2022 en meerjarenraming van de GR Omnibuzz zijn een aantal expliciete risico’s opgenomen waarvan we de mogelijke opkomende risicopost in onze begroting moeten opnemen. Het totale risicobedrag van de GR Omnibuzz wordt ingeschat op €1,4 miljoen. Voor Landgraaf resteert dan een risicopost naar rato van ons aandeel in de GR van 4,15%. Omdat de GR Omnibuzz al met een kans% rekening heeft gehouden nemen wij de volledige risicopost voor Landgraaf op in onze begroting. Dit komt neer op een bedrag van afgerond €55 duizend.
R16
Inmiddels is het bedrag dat we meerjarig boekhoudkundig mogen opnemen voor de jeugdhulp stevig verhoogd. Was dat in de begroting 2021 €862 duizend, inmiddels ramen we meerjarig de volgende boekhoudkundige bedragen €3.073 miljoen in 2023, €2.885 miljoen in 2024 en €2.659 miljoen in 2025. Formeel zijn deze bedragen nog niet afgedekt door Rijksbeslissingen. Daarom nemen we hiervoor een risicopost op waarbij we wel de kansinschatting nog steeds op laag zetten (25%) aangezien hier sprake is van een landelijke ontwikkeling en er een qexpliciet advies ligt van een arbitragecommissie.