2.1.7 Programma 7 - Volksgezondheid en milieu

Structuurgegevens

Terug naar navigatie - Structuurgegevens

Portefeuillehouder(s):
F. Janssen, A. Schiffelers, B. Smeets en J. Schrijen

Verantwoordelijke afdelingshoofden:
J. Drummen (KCC), F. Geurts (ROG), C. Goffin (MO), T. Hanssen (BOR) en W. Jongen (TenH)

Programma-samenvatting

Terug naar navigatie - Programma-samenvatting

De gemeente is verantwoordelijk voor diverse (kern)taken op het gebied van volksgezondheid en milieu. Volksgezondheid en milieu hangen nauw met elkaar samen. Een groot deel van deze taken hebben we uitbesteed aan gemeenschappelijke regelingen waaronder de RD4, de RUD ZL, de GGD ZL en enkele professionele door ons gesubsidieerde welzijnsstichtingen en –instellingen zoals Stichting The Movefactory. Ook de investeringen en het beheer van de riolen en onze activiteiten en initiatieven in het kader van duurzaamheid vallen onder dit programma. 

Volksgezondheid

Het regionale gezondheidsbeleid 2020-2023 “Zuid Springt Eruit”, op weg naar een Trendbreuk vormt de basis voor het terugdringen van de gezondheidsachterstanden de komende jaren. Wij hebben de ambitie om de gezondheidsachterstand in 2030 terug te hebben gebracht tot het Nederlands gemiddelde. Een forse opgave die vraagt om een gerichte inspanning. Vanuit de zestien Zuid-Limburgse gemeenten, Parkstad met de inzet van Regiodeal en lokaal met het in 2021 gesloten Preventieakkoord zetten we in op interventies die bewezen effectief zijn en die de grootste gezondheidswinst opleveren. 

De gevolgen van Covid-19 hebben grote impact op de volksgezondheid. Niet alleen op de uitvoering van taken door de GGD, maar vooral op de gezondheid van onze inwoners. Het belang van het bevorderen van een gezonde leefstijl is nog groter geworden voor de vitaliteit van onze inwoners. Vanuit het Perspectiefplan Covid-19 wordt in 2022 dan ook gericht ingezet op het intensiveren en versnellen van voorgenomen interventies uit de Trendbreuk en het Preventieakkoord om een gezonde leefstijl onderdeel te maken van ons dagelijks leven.

Kansrijke Start

In de eerste 1000 dagen van iemands leven kan de grootste gezondheidswinst worden behaald. We zetten in op het intensiveren van een Kansrijke Start. Dat doen we door regionaal invulling te geven aan de bestaande interventies Nu Niet Zwanger, Voorzorg & Stevig Ouderschap. Daarnaast zijn we gestart met Rookvrije Start, dit zijn rookvrije kindomgevingen en Centering Pregnancy, waarbij een andere vorm van verloskundige zorg wordt verleend. Daarnaast zetten we lokaal een extra stap door de verbinding tussen het medische en het sociale domein te versterken. Dat doen we door “knooppunten kansrijke start” te ontwikkelen. Landgraaf is een van de door het Rijk geselecteerde pilotgemeenten. Inmiddels is de vervolgsubsidie toegekend om een knooppunt kansrijke start te implementeren. 

Hoewel de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg groot zijn, manifesteren zij zich het meest in Parkstad. Om die reden wordt vanuit Parkstad intensiever samengewerkt om Kansrijke Start versneld, verstevigd en intensiever uit te rollen. Hierbij zal worden ingezet op een brede risicoscreening en ondersteuning voor kwetsbare zwangeren, door de inzet van effectief bewezen interventies. Om de gezondheidsachterstanden in een periode van 10 jaar tijd terug te dringen tot het Nederlands gemiddelde, hetgeen substantieel verder gaat dan de 25 procent inloop die Zuid-Limburg ambieert. Dit vraagt om grote structurele financiële investeringen om effectief bewezen interventies intensief en versneld te kunnen uitrollen. Budget dat op dit moment niet beschikbaar is. Vanuit het Perspectiefplan Covid-19 kunnen we in 2022 incidenteel, naast de inzet van preventiemaatregelen, ook gericht interventies inzetten in de meest kwetsbare buurten. Daarnaast wordt in 2022 ook de pilot flexibele kraamzorg binnen Parkstad en de westelijke mijnstreek samen met zorgverzekeraar CZ ingezet.

Het programmabureau Trendbreuk is met ingang van 2022 geborgd in de begroting GGD voor het coördineren van het regionale gezondheidsbeleid. In 2022 moet besluitvorming plaatsvinden over het structureel en financieel borgen van de aanpak Nu Niet Zwanger binnen het regionale gezondheidsbeleid.

Gezonde Basisschool van de Toekomst
Onderzoeksresultaten van de Gezonde Basisschool van de Toekomst (GBT) tonen aan dat kinderen op dergelijke scholen meer bewegen, gezonder eten en een beter gewicht hebben, hetgeen hun gezondheid ten goede komt. Tevens komen op dergelijke scholen aantoonbaar minder conflicten en pestgedrag voor in de klas.

Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG-) aanpak
We continueren de JOGG-aanpak en integreren deze met de aanpak Trendbreuk door de inzet van de Trendbreuk-regisseur (voorheen JOGG-regisseur) Met de aanpak JOGG lag de focus voorheen op het terugdringen van overgewicht bij kinderen. In Landgraaf hadden we de focus al verbreed naar een gezonde(re) levensstijl voor kinderen, ouders en omgeving. Voor de komende periode is het van belang niet alleen te richten op het gewicht, maar breder in te zetten op een gezonde leefomgeving, een gezonde leefstijl, gezonde voeding, voldoende bewegen, ontspanning en slaap. Daarmee ontwikkelt de landelijke aanpak Jongeren op Gezond Gewicht zich tot een aanpak Jongeren in Goede Gezondheid (JIGG). Deze ontwikkeling kan uiteraard niet los gezien worden van het nieuwe gezondheidsbeleid ‘Zuid Springt Eruit’ en daarmee van de beoogde Trendbreuk. In dat kader combineren we deze aanpak. Met het uitvoeren van het Preventieakkoord en de lokale preventieagenda brengen we een versnelling en versteviging van de aanpak aan in 2022. We zetten daarbij in op gezonde- en rookvrije kind- en sportomgevingen, de netwerkaanpak overgewicht en obesitas en het bevorderen van gezonde voeding en voldoende bewegen. 

Onduidelijk is nog of het landelijk stimuleringsprogramma en bijbehorende middelen voor Gezond In de Stad door het Rijk worden gecontinueerd. Mocht dit programma niet worden gecontinueerd dan zullen de resterende middelen in de reserve Gezond In de Stad nodig zijn om de JOGG-aanpak in 2022 en 2023 nog te kunnen continueren. Indien de aanpak wel gecontinueerd wordt kunnen we ook inwoners in de kwetsbare buurten stimuleren om aan de slag te blijven gaan met hun eigen gezondheid en het tegengaan van eenzaamheid. De GIDS-middelen voor Kansrijke Start zijn in elk geval wel in 2022 nog beschikbaar gesteld door het Rijk.

Eén Jeugdgezondheidszorg
Per 1 januari 2020 is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) samengevoegd tot één JGZ en onderdeel van de GGD Zuid-Limburg. In 2022 wordt voor het eerst gewerkt met de nieuwe begroting en het bijbehorend dienstverleningspakket.  Eén Jeugdgezondheidszorg kan daarmee vanuit een stabiele basis bouwen aan de toekomst, het professionaliseren van de organisatie en de transformatie van de Jeugdgezondheidszorg. In 2022 starten we met het prenataal huisbezoek (wetswijziging) en volgt een voorstel voor het borgen van een aantal Trendbreuk-interventies voor het versterken van de Jeugdgezondheidszorg waarvan de incidenteel beschikbaar gestelde middelen door de provincie aflopen.

Covid-19
In 2021 hebben de werkzaamheden van de GGD Zuid-Limburg, die voor ons alle taken die wij als gemeente hebben binnen de Wet publieke Gezondheid uitvoert, voor een groot deel in het teken gestaan van de aanpak van Covid-19. Er is een aparte Covid-19 organisatie opgebouwd binnen de GGD ZL die bij het einde van de pandemie stapsgewijs weer zal worden afgebouwd. Dit heeft uiteraard ook invloed gehad op de taakuitoefening en vooraf vastgestelde doelstellingen en plannen. De consequenties hiervan worden zoveel mogelijk beperkt en de verwachting is dat de impact voor 2022 gering zal zijn.

Vanuit de incidentele door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sport- en Preventieakkoord en de lokale middelen vanuit het Perspectiefplan Covid-19 zetten we in 2022 in op het intensiveren en versnellen van de hierboven beschreven acties om een gezonde leefstijl in het dagelijks leven te bevorderen. Daarnaast wordt vanuit de Regio Zuid-Limburg en Parkstad bij het Rijk ingezet op de lobby voor het verkrijgen van structurele rijksmiddelen voor het bevorderen van de gezondheid van onze inwoners om naast de al bestaande achterstand een toename van gezondheidsproblemen als gevolg van Covid-19 te voorkomen.

Ongediertebestrijding
Er is een toenemende overlast van ratten doordat riolen vaker droogvallen. Om de problematiek het hoofd te bieden worden perken waarin ratten nestelen gerooid en omgevormd naar gras. De oorzaak van de rattenoverlast is de aanwezigheid van oliehoudende vruchten van bomen in deze perken die dienen als voedsel voor ratten. Indien nodig zullen we deze oplossingsmaatregel ook in 2022 toepassen.
De eikenprocessierups is niet meer te beteugelen en de overlast zal steeds verder toenemen. Getracht wordt om de biodiversiteit dermate aan te passen dat de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups zullen toenemen. Er wordt extra geïnvesteerd in opleidingen van het personeel om plaagdieroverlast zo vroeg mogelijk te ontdekken en de juiste weringsmaatregelen te nemen.

Riolering

Integraal Stedelijk Waterprogramma (ISW)
Het ISW bestaat uit het Integraal Waterplan (IWP) en het Watertakenplan (WTP). In het IWP zijn de visie en speerpunten (ambities) voor de regio Parkstad Limburg samen bepaald en op elkaar afgestemd. Het WTP is een beleidsplan dat de invulling van de gemeentelijke watertaken weergeeft. Het beschrijft onze lokale gemeentelijke strategie om de ambities te bereiken en wat de rol van onze inwoners en bedrijven is ten aanzien van afval-, hemel-, en grondwater. Het WTP is een vertaling van het IWP voor gemeente Landgraaf. Klimaatadaptatie wordt een speerpunt in ons waterbeleid. Het ISW geeft richting aan de omvangrijke opgave op het gebied van water en riolering waarbij het klimaat een belangrijk rol speelt. In 2022 stellen we een nieuw Watertakenplan op. Op basis van dit programma stellen we het nieuwe kostendekkingsplan vast. Dat plan is bepalend voor de te hanteren tarieven voor rioolheffingen.

Klimaatadaptatie
Door het Rijk is de opgave gesteld om Nederland in 2050 klimaatbestendig en water robuust te hebben ingericht. Deze ambitie is vastgelegd in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Het Rijk stelt hierin dat op regionaal niveau een klimaatadaptatieplan en uitvoeringsagenda opgesteld moeten worden. In onze regio heeft het Samenwerkingsverband Water Parkstad Limburg hiervoor een subsidie ontvangen. De Stadsregio Parkstad stelt dit plan en deze agenda op in samenwerking met alle deelnemende gemeenten. 

Centraal binnen dit programma staan de uitgevoerde stresstesten, waarmee de kwetsbaarheden op het terrein van klimaat in beeld zijn gebracht. Op basis hiervan zijn risicodialogen gevoerd met stakeholders (zoals bewoners, ondernemers en maatschappelijk organisaties). Met deze dialogen wordt het bewustzijn omtrent de kwetsbaarheid van een gebied voor klimaatextremen vergroot. In de dialogen is verder besproken hoe deze kwetsbaarheid met concrete maatregelen verkleind kan worden. Door de stakeholders erbij te betrekken wordt gezorgd voor betrokkenheid en bewustwording.

Welke projecten/activiteiten hieruit voortvloeien voor de gemeente Landgraaf is op dit moment nog niet bekend. Verwacht wordt dat onderdelen worden opgenomen in het nieuwe Watertakenplan en dat dekking hiervan uit de rioolheffing kan worden gefinancierd. Omdat klimaatadaptatie een bredere scope heef dan enkel “water” kan het zijn dat er voor onderdelen van het uitvoeringsprogramma extra gelden noodzakelijk zijn. In dat geval zal daarvoor een ruimtevraag worden voorgelegd.

De gevolgen van klimaatverandering zijn uiteraard al jarenlang merkbaar en zichtbaar. De laatste jaren hebben wij extreme neerslag gezien met overlast en schade tot gevolg, maar ook lange droge periodes meegemaakt waarbij onze (grond)watervoorraden slonken. Ook recentelijk zijn we weer twee keer geconfronteerd met extreme weersituaties met veel overlast en schade tot gevolg. Om die reden werken we dan ook al proefondervindelijk aan klimaatadaptatie. We pakken de wateroverlastlocaties daar waar mogelijk versneld aan, maar uiteindelijk koersen we op een klimaat-adaptieve inrichting van onze omgeving. Bij herinrichtingsprojecten reserveren we dan ook meer ruimte voor water en groen. Dit zorgt voor het tegengaan van wateroverlast en hittestress. 

Voorbeelden hiervan zijn de integrale projecten in de woonbuurten “Het Eikske” en in de woonwijk “De Dormig”. De plannen om deze buurten ’klimaatproof’ te maken zijn gereed en we voeren ze gefaseerd uit. 

Tot slot breiden wij ons grondwatermeetnet uit en onderzoeken wij de relatie van de grondwaterstand tot de waterbeschikbaarheid en verdroging van de natuur. 
 
Regionale en bovenregionale samenwerking
In 2022 zetten wij in op het toepassen van verdergaande schaalvoordelen in de regionale samenwerking binnen Parkstad Limburg en benutten wij bovenregionale samenwerkingsvoordelen. Hierbij sluiten wij aan op de Rijksprogramma’s DHZ (Deltaplan Hoge Zandgronden) en DPRA (DeltaPlan Ruimtelijke Adaptatie), die beiden als doel hebben om toe te werken naar een klimaatbestendig en waterrobuust Nederland in 2050. Het Rijksprogramma DHZ is geënt op de verdrogingsproblematiek (het weerbaar maken van Nederland tegen zoetwatertekort) het Rijksprogramma DPRA is geënt op het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van onze omgeving. 

Campagne Waterbewust: het betrekken van burgers en bedrijven
We laten onze inwoners en bedrijven weten wat we als waterpartners doen om de omgeving waterrobuust te maken en wat we bijdragen aan klimaatbestendigheid. Maar we laten ze ook weten welke bijdrage ze zelf kunnen leveren en zorgen voor bewustwording en stimuleren klimaatadaptief handelen door de inzet van diverse regelingen: van stakeholder naar shareholder voor een klimaatadaptief Landgraaf in 2050. 

Zo betrekken we sinds 2019 onze burgers, bedrijven en (zorg)instellingen in onze opgaven door middel van de campagne, “Waterbewust”. Deze campagne duurt tot en met 2023. Ter ondersteuning van deze campagne is voor Parkstad Limburg een website ontwikkeld, www.waterklaar.nl. Deze website is ontwikkeld samen met de regio Limburgse Peelen, een regionaal samenwerkingsverband op het beleidsveld Water, actief in Noord Limburg.
Projecten zoals “Ikgroenhet!” en onze “Subsidieverordening afkoppelen regenwater gemeente Landgraaf” hebben bijgedragen aan de bewustwording bij onze inwoners dat anders omgaan met water en groen een positief effect heeft op het tegengaan van wateroverlast en de klimaatveranderingen. Deze projecten krijgen dan ook een vervolg. Zo is er een nieuwe stimuleringsregeling afkoppelen vastgesteld en wordt er een pilot gedaan om voortuinen te vergroenen bij rioolreconstructieprojecten. 

Data op orde
De onzichtbare datagegevens (riolering/grondwater/infiltratievoorzieningen) zijn op orde gebracht. We beschikken over een actueel beheermodel met gegevens die zoveel mogelijk de werkelijkheid benaderen. Het beheermodel is omgezet in een rekenmodel, waarmee de investeringen voor de komende jaren zijn doorgerekend. Uit de resultaten worden maatregelen afgeleid die de input vormen voor een realistisch kostendekkingsplan, als onderdeel van het nieuw op te stellen Watertakenplan.

Omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt de verplichting voor het opstellen van een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) te vervallen. De zorgplichten worden wel overgenomen in de Omgevingswet. De Omgevingswet vraagt van gemeenten een visie te ontwikkelen op het stedelijk waterbeheer in de eigen omgevingsvisie. Het Integraal Waterplan beschrijft de visie en anticipeert daarmee op de Omgevingswet en vormt de basis voor het Watertakenplan. Tezamen vervangen zij het traditionele GRP. 

In het Integraal Waterplan is opgenomen dat volgens het gedachtengoed van de Omgevingswet wordt gehandeld: omgevingsgericht te werk te gaan en de extra ruimte in de regelgeving te verkennen. We streven naar een gezonde, klimaatbestendige, participerende maar ook betaalbare leefomgeving. De zorg voor stedelijk (afval)water is een belangrijke schakel in deze visie. Het creëren van deze leefomgeving gaat verder dan de wettelijke gemeentelijke zorgplichten. Dit wijkt af van de traditionele indeling van het GRP, maar sluit beter aan bij de Omgevingswet. 

Afval

Per 1 januari 2022 is het Grondstoffenplan actueel. Dit plan gaat, in navolging van het eerdere Afvalbeheersplan, nog meer in op het verkrijgen van herbruikbare afvalstromen. Daarom is het woord Afval vervangen door Grondstoffen. In het nieuwe beleidsplan ligt de focus dus op het verkrijgen van goed herbruikbare grondstoffen. Het (net zo belangrijke) neveneffect hiervan zal dan zijn dat er “vanzelf” minder restafval zal ontstaan. De inzet op meer herbruikbare grondstoffen past geheel in de visie van de circulaire economie en het streven naar nog minder restafval.
In het Grondstoffenplan is de ambitie opgenomen om in 2026 te komen tot 80% afvalscheiding en 100 kilogram (fijn en grof) restafval per inwoner per jaar.

Communicatie zal hiertoe een grote rol spelen. Onze inwoners moeten zich nog meer bewust zijn van het belang van afvalscheiding alsmede zich nog meer verantwoordelijk voelen voor het verkrijgen van schone grondstoffen. Op deze wijze kan de ambitie in 2026 gehaald worden en kan een geweldige impuls gegeven worden aan de circulaire economie. Naast communicatie zal ook aandacht uitgaan naar het, daar waar mogelijk, verhogen van de service aan de inwoners. Dit ten gunste van het “eenvoudig” verkrijgen van (nog meer) herbruikbare grondstoffen.

Milieubeheer

De Omgevingswet treedt medio 2022 in werking. Het beleidsveld Milieubeheer is dan flink geherstructureerd in de nieuwe regelgeving. Er ontstaat dan een omgevingsplan van rechtswege. Tot dat moment wordt getracht om alle onder dit beleidsveld vallende thema’s zo geruisloos mogelijk in het omgevingsplan van rechtswege te laten landen. E.e.a. vooral met het oog op een goede werking van het kerninstrument “vergunningverlening”. Daar waar nodig zal bestaand beleid wellicht nog nader aangepast moeten worden aan de werking van de omgevingswet.

Bescherming en sanering van de kwaliteit van de bodem
Met het van kracht worden van de Omgevingswet wordt er een beleidsvernieuwing t.a.v. bodem doorgevoerd. Bij de evenwichtige toedeling van functies worden naast de bodemkwaliteit ook andere eigenschappen van bodem en ondergrond van belang. Dit om, na een goede afweging, goed als drager van deze toebedeelde functies te kunnen functioneren (beschermen en benutten).  

De gemeente wordt voor wat bodemkwaliteit betreft op 1-7-2022 bevoegd gezag voor activiteiten op en in ernstig verontreinigde bodem, waar dat voorheen de Provincie Limburg was. Dit maakt noodzakelijk dat er een overdracht moet plaatsvinden. Er is inmiddels gestart met de voorbereidingen van deze zogenaamde warme overdracht. 

Deze overdracht van bevoegd gezag betreft ook het beheer van historische verontreinigingen van de Provincie naar de gemeente, de ontwikkelingen binnen de Basisregistratie Ondergrond (het verplicht verwerken van bodemkwaliteitsgegevens) en het op termijn toegankelijk maken van bodemgegevens binnen het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) vergen voortdurende aandacht. Een verbetering in de aanlevering en verwerking van digitale bodemgegevens en de validatie van de gegevens over beschikbare historische verontreinigingen moeten blijvend zorgen voor een toekomstbestendige bodemloketfunctie.

Het lokale bodembeleidskader (nota Bodembeheer 2014) is in 2020 met een herberekening van de bodemkwaliteitskaart met nieuwe gegevens (incl. PFAS) weer geactualiseerd. Hiermee kunnen we in de toetsingen van bouw-, bestemmingsplannen en grondverzet weer adequaat voorzien. In 2021 wordt verwacht dat het landelijk geldende Tijdelijk Handelingskader voor de Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS; waaronder PFAS), zal worden omgezet in een Definitief Handelingskader. We gaan ervan uit dat het lokale bodembeleidskader dan weer aanpassing zal behoeven.

De laatste jaren zijn de na-ijlende effecten van de voormalige kolenwinning en de omgang met gegevens over Ontplofbare Oorlogsresten (OO; voorheen CE) uit WO II, als andere aspecten van de bodem en ondergrond, prominent op de agenda gekomen. In overleg met de betrokken gemeenten zal hiervoor specifiek beleid worden ontwikkeld. Een verbetering van aanlevering en verwerking van OO-gegevens zal moeten leiden tot een bijgewerkt en actueel inzicht in deze informatie.

Bescherming en sanering van de kwaliteit van de atmosfeer
Luchtverontreiniging die veroorzaakt wordt door de mens ontstaat bij diverse bronnen: verkeer, bedrijven en burgers. Met behulp van diverse instrumenten, waaronder vergunningen en toezicht en handhaving, zorgen we ervoor dat de uitstoot van verontreinigende stoffen voldoet aan de wettelijke eisen of emissienormen.

Met de monitoringstool lucht (Wet Luchtkwaliteit), berekenen we aan de hand van het verkeersmodel en de verkeersintensiteiten waar qua luchtverontreiniging als gevolg van verkeersbewegingen knelpunten ontstaan. Ook bij ruimtelijke ontwikkelingen toetsen we of de ingreep voldoet aan de wettelijke regels (NIBM-rekentool; Niet In Betekenende Mate) en/of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om het effect van de ingreep te compenseren.

Het nationaal samenwerkingsprogramma lucht (NSL) stopt met de komst van de Omgevingswet. Hiermee wordt ook de landelijke Monitoringstool Lucht beëindigd. Samen met de gemeenten in de agglomeratie Heerlen-Kerkrade, bezien wat de consequenties hiervan zijn voor de gemeenten. In dat kader zal worden bezien of het zinvol is voor de Gemeente Landgraaf om aan te sluiten bij het Schone Lucht Akkoord.

Beheersing van geluidhinder
Binnen dit taakveld werken we aan de beheersing van geluidhinder, door middel van het voorkomen dan wel saneren. Geluidhinder wordt veroorzaakt door de mens en ontstaat bij diverse bronnen: verkeer, bedrijven en burgers. Met behulp van diverse instrumenten zorgen we ervoor dat de geluidhinder voldoet aan de wettelijke eisen of emissienormen. 

We zijn gestart met de voorbereidingen opstellen van een nieuwe geluidbelastingkaart in samenwerking met de overige gemeenten in de aangewezen agglomeratie Heerlen-Kerkrade.  De geluidbelastingkaart en het actieplan geluid moeten in 2022 zijn vastgesteld. In de Omgevingswetregelgeving is verder een zogenaamde basiskaart geluidemissie (BGE) gemeentelijke wegen verplicht gesteld. Het opstellen van deze BGE loopt samen met het opstellen van de nieuwe geluidbelastingkaart. Deze vormt het toekomstig kader voor sanering van wegverkeerslawaai.

Externe Veiligheid
In het kader van de Omgevingswet is de belangrijkste verandering voor externe veiligheid het werken met aandachtsgebieden. In 2019 is het controleren en berekenen van de gemeentelijke aandachtsgebieden aan de RUD ZL al opgedragen. Deze moeten gelijktijdig met het van kracht worden van de Omgevingswet zijn vastgesteld. 

Het huidige landelijke Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) wordt vervangen door het Register Externe Veiligheidsrisico’s (REV). Voor het beheer van het REV, het aandragen van gegevens moeten nog met de RUD ZL nadere afspraken worden gemaakt. Ook het actueel houden van de Provinciale Risicokaart (verplichting uit de Wet Veiligheidsregio’s) vergt nadere afspraken.

Energietransitie
In het regionale energietransitie document ‘Parkstad Limburg Energietransitie’ (PALET) is de ambitie vastgelegd om in 2040 energieneutraal te zijn.  Aan de uitvoering hiervan wordt gewerkt, o.a. door het blijven uitrollen van het in 2014 in Landgraaf gestarte zonnepanelenproject. In 2019 is in Landgraaf gestart met de 3e tranche van het succesvolle zonepanelenproject. Op dit moment hebben circa 4.668 bewoners uit Parkstad deelgenomen. Het streven is dat uiteindelijk 7.250 bewoners deelnemen. 

Nederland werkt aan een energietransitie. In 2019 is door de regering het Klimaatakkoord gepresenteerd; de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Hierin is vastgelegd dat in 2030 de CO²-uitstoot met 49% verminderd  moet zijn ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95%. Deze forse nationale doelstelling kan alleen worden behaald als elke regio in Nederland daaraan bijdraagt. Dat vergt regionaal maatwerk en daarom is er een Regionale Energie Strategie (RES) ontwikkeld.

In de RES beschrijft elke regio welke energiedoelstellingen zij wil halen, op welke termijn en welke strategie zij hiervoor hanteert. Nederland is opgedeeld in 30 ‘energieregio’s’, Zuid-Limburg is er daar een van. Er is voor gekozen om in Zuid-Limburg in drie deelregio’s te werken. De Stadsregio Parkstad is een van de drie deelregio’s, die een deel-RES heeft gemaakt. 

De RES 1.0 Zuid-Limburg is in juni 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Met het vaststellen van de RES 1.0 Zuid-Limburg werd het fundament gelegd waarvan overheden, semioverheden, bedrijven, woningcorporaties, inwoners etc. in gezamenlijkheid tot concrete uitvoeringsmaatregelen komen om de energietransitie in Landgraaf en de regio in gang te zetten. 

Om de in de RES 1.0 gestelde ambitie in de praktijk om te zetten in concrete maatregelen en prestaties, zal in de vervolgfase onder de ambtelijke regie van Parkstad Limburg worden overgegaan tot het uitwerken van een nieuw regionaal uitvoeringsprogramma PALET i.c. op het schaalniveau van Parkstad Limburg. 

Het traject van de RES heeft consequenties voor PALET. De RES-methodiek wijkt op een viertal belangrijke punten af van de aanpak in PALET. 

1.    Primair/Secundair energiegebruik.
In PALET is uitgegaan van het primaire energiegebruik (vanuit de bron), terwijl de RES uitgaat van secundair energiegebruik (uiteindelijk energiegebruik door afnemer). Om de samenhang met de RES te bewaren zullen wij in de toekomst dus ook in Parkstad uitgaan van het secundair energieverbruik.

2.    Basisjaar gegevens.
In PALET is uitgegaan van basisjaar 2011, terwijl de RES 2017 als basisjaar hanteert. In de RES heeft er dus een actualisatie van PALET op deze fronten plaatsgevonden. 

3.    Reikwijdte van sectoren.
De RES is beperkt tot de Klimaattafels ‘Elektriciteit’ en ‘Gebouwde omgeving’. De sectoren ‘industrie’, ‘verkeer en vervoer’ en ‘landbouw en landgebruik’ worden door de overige Klimaattafels opgepakt. In PALET wordt echter uitgegaan van een integrale aanpak, waarbij alle sectoren worden meegenomen. De opgave vanuit de RES betreft dan ook niet de gehele opgave die wij ons in PALET hebben gesteld. In het uitvoeringsprogramma voor Parkstad blijven wij uitgaan van een integrale aanpak voor alle sectoren. 

4.    Het uiteindelijke doel.
Tot slot geeft de RES-invulling aan de nationale doelstelling om met elkaar de CO2-uitstoot sterk te verminderen: in 2030 met 49% ten opzichte van 1990 en in 2050 met 95.%.  De ambitie van PALET is om in 2040 als regio energieneutraal te zijn. In aanloop naar het nieuw op te stellen Uitvoeringsprogramma zal PALET geëvalueerd worden, waarbij een aanvang wordt gemaakt met het zo veel mogelijk op elkaar afstemmen van de uitgangspunten en doelstellingen van de RES en PALET.

In de aankomende periode zal PALET “RES-proof” gemaakt moeten worden, vooral om goed en efficiënt aangehaakt te blijven binnen de RES Zuid-Limburg en het Klimaatakkoord. Dit om de kwaliteit, de dynamiek en de effectiviteit van de regionale samenwerking via de GR Parkstad Limburg op het gebied van energietransitie niet kwijt te raken. Alleen al de resultaten rondom de formulering van gemeenschappelijk regionaal beleid van PALET, het Zonnepanelenproject, de warmtetransitie, de windprojecten en de Woonwijzerwinkel tonen die meerwaarde aan. Het binnen de RES te maken uitvoeringsprogramma voor Parkstad Limburg wordt PALET-RES 3.1 (2022-2025). De monitoring volgt vanuit het Nationaal Programma RES.

Ook wordt op regionale schaal gewerkt aan een nieuw versie van de Transitievisie Warmte, de TVW 2.0. De gevolgen van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Het klimaat verandert o.a. door een te hoge uitstoot van CO² bij het gebruik van fossiele brandstoffen. Aardgas is een van die fossiele brandstoffen. Daarom is afgesproken dat alle woningen en gebouwen in Nederland uiterlijk in 2050 aardgasvrij moeten zijn en zijn omgeschakeld naar een duurzame manier van verwarmen. Een grote overstap want tientallen jaren heeft onze aardgasvoorraad Nederland voorzien van een manier om onze huizen te verwarmen, om te douchen en te koken. De omschakeling naar duurzame manieren van verwarmen is ook een grote verbouwing, zowel in de openbare ruimte als voor alle huis- en vastgoedeigenaren. Het hoeft niet van de ene op de andere dag klaar te zijn. Het is een proces van jaren, waarbij we steeds weer leren van ervaringen en nieuwe kennis integreren in onze plannen. Alle gemeenten bekijken samen met deskundigen, energiebedrijven, woningcorporaties en natuurlijk met hun inwoners hoe dat het beste kan. 

Ook in Landgraaf denken we na over duurzame alternatieven én een tijdspad voor het terugdringen van het gebruik van aardgas in onze gemeente. De Transitievisie Warmte 2.0 zal eind 2022 of begin 2023 ter vaststelling aan de gemeenteraad zijn aangeboden . De visie zal eens per vijf jaar worden geactualiseerd. De Transitievisie warmte gaat inzicht geven in de huidige kennis over de beschikbare duurzame warmtebronnen van Landgraaf. De visie geeft ook aan in welk tempo we verwachten dat elke wijk zich ontwikkelt naar aardgasvrij-voorbereid of aardgasvrij. Of er collectieve oplossingen worden verwacht voor een wijk, of dat aanpassingen in de woning vooral op natuurlijke momenten als verhuizen of een verbouwing worden verwacht. Door samen aan de slag te gaan kunnen we stappen maken, en blijven we leren van wat we onderweg tegen komen. De Transitievisie Warmte 2.0 wordt het startpunt voor het gesprek met bewoners, bedrijven en alle partijen die nodig zijn voor de overgang naar een aardgasvrije gemeente.

Sinds 2019 ondersteunt de gemeente Landgraaf zijn burgers, verenigingen en ondernemers bij de verduurzaming van hun woningen en gebouwen door het verstrekken van een lening voor duurzaamheidsmaatregelen. Hierdoor wordt het voor de burgers, verenigingen en ondernemers mogelijk het Energie-label van hun pand te verbeteren en kan er gewerkt worden aan klimaatadaptatie. In 2019 was afgesproken om € 400.000,- in te zetten voor leningen voor duurzaamheidsprojecten. Dit bedrag was begin 2021 volledig benut. In juni 2021 werd  het fonds met € 600.000,- verruimd . Dit bedrag was begin 2022 volledig benut. Om die reden is het "Duurzaam Energie- en Klimaatfonds Landgraaf" in mei 2022 met € 2.000.000,- verruimd. 

De gemeente Landgraaf heeft de opgave om haar energieopwekking te verduurzamen. Onderdeel hiervan is de lokale grootschalige opwek van duurzame elektriciteit. In de RES Zuid-Limburg (RES ZL) is aangegeven hoeveel elektriciteit moet worden opgewekt voor 2030 en welke zoekgebieden er zijn. De raad heeft tijdens de behandeling van de RES ZL in juni 2021 besloten dat de op te wekken duurzame elektriciteit in Landgraaf, gemeentelijke bijdrage bod RES ZL, alleen via zonne-energie mag worden ingevuld. Op basis van een landschappelijke verdieping , samen met de gemeenteraad en burgers, moet verkend worden waar mogelijke ontwikkelingen binnen de zoekgebieden voor zonne-energie daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Op basis daarvan kunnen zonneparken op land een goede plek in de gemeente krijgen. Grote zonne-energiesystemen  kunnen zowel op land als op daken van industriepanden of carports/parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Dat grote daken en het overkappen van grote parkeerplaatsen een goede optie zijn voor het plaatsen van zonnepanelen staat niet ter discussie. Echter het realiseren van zonnedaken blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig. Daarom wordt onderzocht welke knelpunten worden ervaren en welke mogelijkheden er zijn om de realisatie van zon op grote daken in Landgraaf te versnellen. Bij het opstellen van de versnellingsaanpak wordt aangesloten bij de landelijke ontwikkelingen, de NPRES (Nationaal Programma Regionale Energiestrategie), ervaringen uit de RES-regio's en gesprekken met ondernemers 

De energietransitie leidt tot een snelle toename van de belasting van het elektriciteitsnetwerk (meer duurzame opwek elektriciteit, warmtepompen, elektrisch vervoer, etc.) Het tempo van deze toename in belasting gaat sneller dan dat de hiervoor benodigde netverzwaringen gerealiseerd kunnen worden. Door de snelle toestroom van aanvragen voor zowel teruglevering als afname wordt op steeds meer plekken de grens van het elektriciteitsnet bereikt. Hierdoor is er op de hoogspanningsstations van TenneT onvoldoende capaciteit beschikbaar. Zodoende heeft TenneT, de landelijke netbeheerder van het hoogspanningsnet, op 8 juni 2022 transportschaarste aangekondigd voor heel Limburg en Brabant voor teruglevering en afname van elektriciteit. Nieuwe aanvragers voor een grrotverbruik-aansluiting die elektriciteit willen afnemen of terugleveren kunnen voorlopig niet worden aangesloten. Ook bestaande klanten met een grootverbruik-aansluiting kunnen niet groeien in capaciteit en daardoor niet meer vermogen gaan afnemen. Dit heeft vergaande consquenties voor belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen (o.a. energietransitie en economische groei.) Consequenties en beperkingen worden in beeld gebracht en als Parkstad-gemeente en deelgenoot van de RES Zuid-Limburg zijn we in gesprek met de Provincie Limburg, RES Noord- en Midden Limburg, Chemelot en overige partners.

Circulaire economie
Hergebruik van grondstoffen, producten en onderdelen is cruciaal voor een toekomstbestendige economie en een energieneutraal Landgraaf in 2040. Dit betekent het minimaliseren van verspilling van grondstoffen en het maximaliseren van de waarde van grondstoffen en materialen. In een circulaire economie stappen we af van het idee dat producten en grondstoffen een lineair leven doorlopen van grondstofwinning via productie naar afval. In plaats daarvan stromen producten en materialen door.  Het eerste doel uit het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 is ambitieus maar niet onhaalbaar: in 2030 moet Nederland 50% minder primaire grondstoffen gebruiken (mineralen, metalen en fossiel). In 2050 wil Nederland een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait om herbruikbare grondstoffen.
De Bestuurscommissie Duurzaamheid heeft opdracht gegeven om een regionale Circulaire Economie Strategie Parkstad op te stellen. Ook heeft de Bestuurscommissie Duurzaamheid opdracht gegeven om een  regionaal Uitvoeringsprogramma Circulair Bouwen Parkstad op te stellen. 

Toezicht en handhaving
Integraal toezicht en handhaving op milieu en milieu gerelateerde zaken vindt plaats conform het Integraal handhavingsbeleidsplan. Dit beleidsplan is in 2020 voor de periode 2020-2024 vastgesteld en aan de raad ter kennis gebracht. Het integrale toezicht en handhaving voeren we ook in 2022 evenals voorgaande jaren zoveel mogelijk programmatisch uit op basis van het door het college jaarlijks vast te stellen Handhavingsuitvoeringsprogramma. In het programma houden we rekening met de uitgangspunten uit het door het college vastgestelde en aan de gemeenteraad ter kennis gebrachte Integraal handhavingsbeleidsplan. De belangrijkste criteria die worden gehanteerd bij de prioritering liggen met name op het gebied van veiligheid (gevaarlijke stoffen, brandveiligheid, constructieve veiligheid) en gezondheid.

Begraafplaatsen en crematoria

De gemeente beheert en onderhoudt 3 openbare begraafplaatsen (Kleikoeleweg, Vogelzankweg en Kempkensweg) en heft leges in de vorm van grafrechten. Op grond van de wet op de lijkbezorging kunnen uitvaarten van gemeentewege plaatsvinden. 

Omgevingsanalyse

Terug naar navigatie - Omgevingsanalyse
Kengetal historische ontwikkeling Bron 2017 2018 2019 2020
% Inwoners ouder dan 18 jaar dat gezondheid als slecht ervaart. Parkstadmonitor * 20% --- 20% ---
Aantal locaties met verzamelcontainers. Rd4 36 36 36 36
Aantal meldingen/klachten melddesk T&H. Melddesk T&H 1.115 1.664 1.927 2.316
* De parkstadmonitor vindt tweejaarlijks plaats. In 2020 is geen enquête gehouden, de eerstvolgende vindt plaats in 2021.

Beleidsindicatoren BBV

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren BBV

  

 

Beleidsindicatoren (BBV) Bron 2017 2018 2019 2020
Omvang huishoudelijk afval in kg/inwoner.* CBS 473,9 469,1 476,6 514,6
% Hernieuwbare electriciteit. RWS 7,60% 11,70% 14,20% -**
* Betreft restafval exclusief milieupark.
** Bij het opstellen van de begroting was dit cijfer nog niet voorhanden.

Analyse historische ontwikkeling kengetallen en beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Analyse historische ontwikkeling kengetallen en beleidsindicatoren

Meldingen/klachten melddesk 
Een duidelijke oorzaak van de stijging van de klachten en meldingen is niet te geven. Wel kan er worden gesteld dat het melden zeer laagdrempelig is en mogelijk een van de oorzaken zal zijn. Het mondiger worden van de burger is iets dat al jaren geleden begonnen is. Daarnaast hoort de Corona-pandemie het afgelopen jaar ook tot de oorzaken. Mensen zitten thuis en zien en horen veel meer in en uit de omgeving dat anders nooit is opgevallen. Overigens valt het wel op dat mensen steeds minder van elkaar verdragen en accepteren en er steeds meer meldingen worden gedaan met burenruzie als feitelijke aanleiding.

Beleidskader programma

Terug naar navigatie - Beleidskader programma
Omschrijving Kader Actualiteit
Afvalbeheerplan 2021-2025. 2020
Parkstad Limburg Energie Transitie (PALET 1.0 en 2.0). 2015
Integraal Stedelijk Waterplan. 2016
Integraal Waterplan (Regio Parkstad Limburg) 2019
Regionale Energie Strategie Zuid-Limburg (RES ZL) 2021
Nota Gezondheidsbeleid 2020-2023 2020
Perspectiefplan Covid-19 2021
Actieplan geluid 2018
Preventieplan Jeugd- en Alcohol 2021
Integraal Handhavingsbeleidsplan 2020-2024. 2020
Integraal toezicht- en handhavingsprogramma 2019
Bodembeheersnota 2020

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?
Doelen
1. De levensverwachting in Landgraaf te brengen naar het Nederlands gemiddelde in de periode 2016-2030 door zichtbaar in te lopen op de bestaande achterstanden in de levensverwachting en in te zetten op een stijging van de ervaren gezondheid.
2. Verdere afname van de hoeveelheid fijn en grof huishoudelijk restafval en toename van het afvalscheidingspercentage.
3. Betere naleving van milieuwet- en regelgeving.
4. Landgraaf is in 2040 een energie neutrale gemeente.
5. Landgraaf is in 2040 bestand tegen de effecten van klimaatverandering.
6. Voorkomen van wateroverlast en scheiden van schoon en afvalwater.

Wat gaan we daarvoor doen in 2022?

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen in 2022?
Nr. Activiteiten in 2022
1.1 Uitvoeren regionale gezondheidsbeleid 2020-2023.
1.2 Uitvoeren JOGG (jongeren op gezond gewicht) en projectplannen Gezond In De Stad (GIDS).
1.3 Uitvoeren Preventieakkoord en preventieplan Jeugd- en Alcohol.
1.4 Uitvoeren Perspectiefplan Covid-19.
2.1 Bevorderen van een goede afvalscheiding.
3.1 Burgers en bedrijven informeren en adviseren op het gebied van toezicht en handhaving.
3.2 Uitvoeren van integraal toezicht en handhaving bij particulieren, bedrijven en openbare ruimte.
4.1 Uitvoeren PALET 3.0.
4.2 Uitvoeren RES ZL.
4.3 Uitvoeren Transitievisie Warmte.
5.1 Ontwikkelen regionaal en lokaal beleid klimaatadaptatie.
5.2 Kennisontwikkeling en zorgen voor bewustwording op het gebied van klimaatadaptatie.
6.1 Ontwikkelen en uitvoeren van waterbeleid.
6.2 Beheer en onderhoud watersystemen.

Score effectindicatoren

Terug naar navigatie - Score effectindicatoren
Score effectindicatoren 2018 2019 2020 Ambitie Termijn
bron: RIVM / Gezondheidsatlas GGD Zuid-Limburg.
1.1 Inwoners die hun gezondheid als goed ervaren (Indicator) ** --- --- 68,50% 76% 2025
2.1.1 Omvang restafval in kg / inwoner. 120,9 131,3 100 2026
2.1.2 Bronscheiding huishoudelijk afval. 73% 73% 80% 2026
** Gegevens van de Gezondheidsatlas worden eenmaal per vier jaar verstrekt, het laatste cijfers betreft rapportagejaar 2020.

Prestatie-indicatoren voor 2022

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren voor 2022
Prestatie-indicatoren voor 2022 Norm
1.1.1 Opstellen plan van aanpak Trendbreuk. 2020
1.1.2 Uitvoeren Kansrijke Start. 2020
1.2.1 Uitvoeren actiepunten schoolprofielen JOGG. 2020
3.2.1 Aantal integrale controles cf handhavingsuitvoeringsprogramma. 120
4.1.1 Uitwerken van een nieuw regionaal uitvoeringsprogramma PALET-RES 2022 2022
4.1.2 Vaststellen Transitievisie warmte Q1 2022
4.1.3 Uitwerken wijkuitvoeringsplannen n.a.v. Transitievisie warmte 2022
4.1.4 Uitvoeren zonnepanelenproject 3e tranche Parkstad Limburg. 2022
4.1.5 Uitvoeren Energie en- Klimaatfonds fonds voor burgers, verenigingen en mkb 2022
4.1.6 Uitwerken plannen voor stimulering zonnepanelen op bedrijfsgebouwen 2022
4.1.7 Het faciliteren van duurzaamheidsinitiatieven 2022
4.1.8 Op basis van een landschappelijke verdieping de mogelijkheden in kaart brengen voor de realisatie van grootschalige energieprojecten met maatschappelijk draagvlak 2022
5.1.1 Implementeren en uitvoeren Regionale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie 2022
5.2.1 Beoordelen van alle ruimtelijke ingrepen op klimaatbestendigheid. 2022
5.2.2 Uitvoeren Stimuleringsregeling afkoppelen hemelwater private partijen. 2022
6.1.1 Opstellen Watertakenplan. 2022
6.1.3 Aanleg multifunctionele groenzone Eikske in het kader van DHZ 2022
a. Nazorg onderdeel: Cluysenaerstraat e.o. Q1 2022
b. Voorbereiding perceel 2: Wendelstraat 2022
c. Nazorg onderdeel: Blauwsteenstraat e.o. Q1 2022
d. Uitvoering: Groenzone, incl. Leisure Lane Q1-2 2022
d. Uitvoering: Oude Mijnbuurt 2022
e. Uitvoering perceel 5: Oude Mijnbuurt 2022
6.1.4 Ontvlechting gescheiden rioolstelsel Abdissenbosch in het kader van DHZ - incl aanleg infiltratievoorziening buffer 2022
6.1.5 Vervangen persriool Heihofweg 2022
6.1.6 Uitvoeren van constructieve levensduur verlengende reparaties (=relinen) aan het riool. 2022
6.2.1 Nazorg Reconstructie Kerkstraat / Burg. Pelzerstraat. 2022
6.2.2 Uitvoering reconstructie Monnetstraat (i.c.m. onderhoud wegen cluster Unostraat, Navostraat, Briandstraat). 2022
6.2.3 Reconstructie cluster Karel Doormanstraat en Generaal Hodgesstraat. 2022
6.2.4 Uitvoering reconstructie Hereweg (parallelriool). 2022

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

Financiën totale programma

(x € 1.000)
2020 2021 2022 2023 2024 2025
Bestaand beleid
Totaal baten bestaand beleid 9.032 9.922 9.657 9.853 10.422 10.619
- Directe salarislasten 1.191 1.344 1.212 1.248 1.285 1.322
- Overige directe lasten 7.335 7.419 7.117 7.203 7.547 7.615
- Kapitaallasten 945 1.304 1.214 1.189 1.175 1.166
Totaal lasten bestaand beleid 9.471 10.067 9.543 9.641 10.007 10.102
Saldo bestaand beleid -439 -144 115 212 415 516
Nieuw beleid
Totaal baten nieuw beleid 0 0 0 0 0 0
- Directe salarislasten 0 0 0 0 0 0
- Overige directe lasten 0 0 0 0 0 0
- Kapitaallasten 0 0 0 87 190 284
Totaal lasten nieuw beleid 0 0 0 87 190 284
Saldo nieuw beleid 0 0 0 -87 -190 -284
SALDO taakveld -439 -144 115 125 225 232
Investeringen 5.908

Toelichting op de cijfermatige verschillen tussen de begroting 2022 en de bijgestelde begroting 2021

Terug naar navigatie - Toelichting op de cijfermatige verschillen tussen de begroting 2022 en de bijgestelde begroting 2021

Voor een gedetailleerdere toelichting van alle mutaties in baten en lasten per taakveld verwijzen wij naar bijlage 2 (lasten en baten per taakveld).

De volgende investeringen maken deel uit van dit programma:
De investeringsuitgaven in 2022 van € 5.908.000 totaal, betreft het investeringsbudget riolen:
Taakveld 720 Riolen- 15 jaar afschrijving                                € 6.000
Taakveld 720 Riolen- 35 jaar afschrijving                          € 141.000
Taakveld 720 Riolen- 70 jaar afschrijving                      € 5.761.000

Bijdrage aan Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Bijdrage aan Verbonden Partijen
Verbonden partijen (x € 1000)
Naam organisatie 2021 2022 2023 2024 2025
GR BsGW 288 334 341 349 357
GR GGD ZL (basispakket) 467 487 495 503 511
GR GGD ZL (jeugdgezondheidzorg) * 889 1.027 1.038 1.068 1.079
GR Rd4 3.206 3.436 3.515 3.922 3.997
GR Regionale Uitvoeringsdienst (RUD ZL) 223 224 224 224 224
Totaal 5.073 5.508 5.613 6.066 6.168
* voorheen uitgevoerd door Stichting Meander Groep ZL

Toelichting bijdrage aan Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Toelichting bijdrage aan Verbonden Partijen

GR BsGW 
De bijdrage aan de GR BsGW betreft de perceptiekosten voor de uitvoering van de afvalstoffen- en rioolheffingen. De bijdrage aan de GR BsGW voor uitvoering van de gemeentelijke belastingen is verantwoord op programma 0 (bestuur en ondersteuning). De begroting van BsGW is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 51. In 2022 wordt dit geraamd op € 333.704.

GGD Zuid-Limburg inzake basispakket en jeugdgezondheidzorg
De bijdrage aan de GR GGD ZL draagt naast het voorkomen en aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling, bij aan het inlopen van de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg en de uitvoering van de wettelijk verplichte taken voor de gezondheidsbescherming. In 2022 wordt dit geraamd op € 486.719.

Met de vaststelling van de 1e begrotingswijziging GGD ZL 2020 gaan de taken en de financiering per 1 januari 2020 die voorheen bij Meander Groep Zuid-Limburg lagen over naar de GGD Zuid-Limburg. In 2022 wordt dit geraamd op € 1.026.947.

De begroting v.d. GGD is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 45.

GR Rd4
De bijdragen aan de GR Rd4 betreffen de diensten voor het basispakket (afvalinzameling en -verwerking) draagt bij aan het realiseren van de doelstelling tot “afname van de hoeveelheid restafval en toename van het afvalscheidingspercentage”. Zie ook programma 2 (pluspakket - alle overige diensten, waaronder straatreiniging, kolkenreiniging en gladheidbestrijding). De begroting van de GR Rd4 is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 49. In 2021 wordt dit geraamd op € 3.435.895.

GR RUD
De bijdragen aan de GR RUD betreffen de door de gemeente aan de GR overgedragen handhavingstaken die moeten bijdragen tot betere naleving van wet- en regelgeving. De begroting van de GR RUD is vastgesteld in de raadsvergadering van 27 mei 2021 onder raadsvoorstel 41. In 2022 wordt dit geraamd op € 223.736.

Bijdrage aan Professionele Gesubsidieerde Organisaties

Terug naar navigatie - Bijdrage aan Professionele Gesubsidieerde Organisaties
Professionele gesubsidieerde organisaties (x € 1000)
Naam organisatie 2021 2022 2023 2024 2025
Gemeente Beekdaelen (samenw.overeenk. waterketen) 0 20 20 20 20
Gemeente Heerlen (samenw.overeenk. MMR) 0 20 20 20 20
Stichting The Movefactory 39 39 39 39 39
Totaal 39 79 79 79 79

Toelichting bijdrage aan Professionele Gesubsidieerde Organisaties

Terug naar navigatie - Toelichting bijdrage aan Professionele Gesubsidieerde Organisaties

Gemeente Beekdaelen (samenwerkingsovereenkomst waterketen) en Gemeente Heerlen (samenwerkingsovereenkomst MMR)
Dit betreft de bijdrage van de gemeente Landgraaf in de voortzetting van de regionale samenwerking die nu is uitgewerkt in de samenwerkingsovereenkomst Meten, Monitoren en Rekenen (MMR) waterketen regio Parkstad 2020-2024.

Sinds 2013 wordt vanuit een samenwerkingsovereenkomst in de regio Parkstad samengewerkt aan de uitvoering van het Bestuursakkoord Water. Hierin is de samenwerking tussen Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen voor wat betreft een doelmatiger waterbeheer vastgelegd. In het bijzonder het onderwerp "Doelmatig beheer van de Waterketen" vormt het fundament voor de samenwerking van regio's waarvan de regio Parkstad er een vormt. Voor wat betreft de afvalwaterketen kent het Bestuursakkoord Water 3 doelen:
1. Realiseren van kostenbesparingen in de afvalwaterketen;
2. Vergroten van de kwaliteit van de uitvoering, dienstverlening en het innovatievermogen;
3. Verminderen van de (personele) kwetsbaarheid.

In de regio Parkstad is de afgelopen drie jaar samengewerkt op het thema Meten-Monitoren en Rekenen in twee Pilots. De gemeente Landgraaf, Kerkrade, Beekdaelen (Nuth) en Voerendaal hebben de samenwerking opgezocht met de gemeente Heerlen (1e pilot). De gemeenten Beekdaelen (Schinnen en Onderbanken), Simpelveld, Brunssum en het Waterschap Limburg (WL) hebben de samenwerking opgezocht met het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) (2e pilot).

Deze 1e pilot (onder aanvoering van de gemeente Heerlen) heeft zich gericht op het rekenen, terwijl de 2e pilot (onder aanvoering van het WBL) zich heeft gericht op het Meten en Monitoren. Dit vanuit de behoefte van de deelnemende partijen. De gemeente Heerlen heeft de mogelijkheden en de expertise om watersystemen (riolering, buffers) door te rekenen. Het WBL heeft veel kennis van zaken en ervaring betreffende het Meten en Monitoren. Gedurende het driejarige proces is gebleken dat de expertise en mogelijkheden van beide partijen elkaar uitstekend aanvullen en invulling kunnen geven aan alle drie de aspecten. Zodoende ligt het voor de hand om een en ander te bundelen tot een samenwerking op het gebied van Meten, Monitoren én Rekenen.

Met de beide samenwerkingsovereenkomsten wordt de samenwerking bestendigd.

Stichting The MoveFactory
Zie programma 5. In 2022 wordt dit geraamd op € 38.600.

Wat zijn de risico’s?

Terug naar navigatie - Wat zijn de risico’s?
(x € 1000)
Risico Majeure risico omschrijving Beheersmaatregel Weerstandsbehoefte
2022 2023 2024 2025
R03 Beëindiging decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad Zodra mogelijk structureel ruimte vrijmaken in exploitatie. 0 0 43 43
R04 GR GGD Zuid Limburg Anticiperen met andere gemeenten op de besluitvorming in het DB/AB van de GGD en het afgeven van een zienswijze. 144 144 144 144
R09 PMD-terugbetalingen 2019-2021 aan Rd4 Risicopost opnemen. 80 80 80 60
Totaal risicobedrag 224 224 267 247

Toelichting risico’s

Terug naar navigatie - Toelichting risico’s

R03
Gemeenten met gezondheidsachterstanden ontvangen sinds 2014 jaarlijks een extra uitkering van het Rijk voor het aanpakken van de gezondheidsachterstanden vanuit het programma Gezond in de Stad (GIDS). Op 1 april 2021 heeft staatssecretaris Blokhuis besloten de regeling te verlengen tot 31 december 2022. De gemeente Landgraaf zet deze uitkering o.a. in voor de bekostiging van de aanpak Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), de aanpak van gezondheidsachterstanden in Nieuwenhagen, de aanpak eenzaamheid en de bekostiging van Kansrijke Start vanuit het programma 'Zuid Springt Eruit'. Als de uitkering na 2022 niet wordt verlengd, kunnen deze programma's niet meer worden bekostigd. Uitzondering hierop is overigens de JOGG-aanpak tot 2023. Gezien dat deze reserve daarna ook leeg is, is na 2023 de continuering van de JOGG-aanpak eveneens onzeker.

R04
Uit de jaarrekening 2020 blijkt opnieuw dat de GGD als gevolg van de eerdere budgettaire kortingen geen hoog weerstandsvermogen heeft. Dit betekent dat iedere financiële tegenvaller ten laste kan komen van de gemeenten. We nemen daarom in onze programmabegroting voor 2022 een risico op voor de door de GGD becijferde risico’s (zie Financiële paragrafen begroting 2022 GGD ZL). Totaal (Kans * Impact/Hoog) van de risico’s wordt geschat op € 1,4 miljoen voor programma GGD en € 900 duizend voor programma VT. Na rato verdeelsleutel gemeenten is het aandeel voor Landgraaf 6,25% cq. 6,27%. In de programmabegroting 2022 nemen we derhalve een totaal risico op van € 144 duizend voor de GR GGD ZL. Omdat de GGD zelf al met kans-percentages gewerkt heeft in haar eigen begroting 2022 nemen we het volledige Landgraafse deel van het risicobedrag op in onze begroting 2022.

R09
De inzameling van PMD-afval is de afgelopen jaren voortvarend verlopen met een stijgende hoeveelheid PMD als gevolg. Dit vormde de basis voor de uitbetalingen aan de gemeente. In 2018 is een nieuw uitvoeringsbesluit tot stand gekomen tussen de producenten (Afvalfonds) en de VNG, waarin o.a. afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de vermarktingsvergoeding. Ondanks het uitvoeringsbesluit zien we dat elk jaar achteraf aanpassingen zijn m.b.t. hoeveelheden en vergoedingen (1) met als gevolg terugbetalingen over de jaren 2015 t/m 2018. De verwachting is dat dit ook voor de jaren 2019 t/m 2021 het geval zal zijn. De hoogte van de te verwachte nabetalingen is moeilijk in te schatten. Bijkomend nadeel (2) is bovendien het juridisch geschil tussen Veolia (verwerker van PMD) en Afval Samenwerking Limburg over de factuur van Veolia over 2017. Tot slot heeft er in 2019 bij Veolia brand gewoed waardoor het PMD-afval pas in 2020 verwerkt is, met een lagere kwaliteit en lagere prijzen als gevolg (3). Het is nog niet duidelijk welke financiële gevolgen dit heeft voor de gemeente. 
Voor deze 3 aspecten samen schatten we het risico in voor een bedrag van ca. € 100 duizend. Aangezien er sprake is van meerdere risico’s, houden we rekening met een zeer hoge kans van opkomen van dit risico (100%) in de jaren 2022-2024. We gaan er vanuit dat in 2025 de kans van opkomen van het volledige risicobedrag iets minder hoog is (hoog = 75%), omdat enkele van de hierboven genoemde deelrisico’s zeer waarschijnlijk zijn opgelost of vervallen.