Bij het beoordelen van de financiële positie van de gemeente Landgraaf en het structureel en reëel evenwicht in het bijzonder neemt de provinciale toezichthouder naast de verplichte financiële indicatoren vooral ook de weerstandsratio mee. Die indicator geeft immers direct inzicht in de mate waarin de gemeente in staat wordt geacht grote financiële tegenvallers op te vangen met haar reserves en eventuele ruimte in de exploitatie zonder dat dit direct ten koste gaat van het vastgestelde beleid.
Voor wat betreft de onderbouwing en berekening van de weerstandsbehoefte, de benodigde weerstandscapaciteit en de ratio’s verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. In het programmaplan treft u per programma in de 4e W een nadere onderbouwing aan van de risico’s per programma in meerjarenperspectief met een toelichting op het risico.
We presenteren de kleine weerstandsratio (16) die inzicht biedt in de mate waarin de omvang van onze algemene reserve in 2022 en de periode 2022-2025 groot genoeg is om de ge-identificeerde risico’s op te vangen. Opvangen zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid. We gebruiken hiervoor de kleine ratio (r) omdat we bij die ratio alleen de algemene reserve gebruiken als basis voor de weerstandscapaciteit. Noodgedwongen inzet van die capaciteit gaat niet ten koste van staand beleid.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de kleine ratio boven (2022) of binnen de afgesproken signalerings- bandbreedte blijft. We merken hierbij op dat in de hierbij gepresenteerde stand van de algemene reserve tot en met de 2e financiële bijstellingsrapportage nog geen rekening is gehouden met het positieve jaarrekeningresultaat 2020 van ca. €1,3 miljoen, noch met de al vastgestelde extra bijdrage aan JENS van €780 duizend. Ook de te verwachten extra onttrekkingen t.b.v. te verwachten overschrijdingen budget Wmo en Jeugd in 2021 zijn hierin nog niet verwerkt. De ratioberekening is altijd een momentopname waarbij we bij de begroting de stand van de reserves bijwerken tot en met de 2e financiële bijstellingsrapportage.
T.o.v. de kadernota zien we een meerjarig lagere verwachte stand van de algemene reserve. Dit is natuurlijk een direct gevolg van het besluit om structureel m.i.v. 2022 nog maar €750 duizend te storten in de algemene reserve i.p.v. de €1,75 miljoen. De weerstandsbehoefte is met name in het laatste jaar ook lager dan in de kadernota. Dit is primair het gevolg van het niet meer opnemen van het risico ‘meerjarige effect van de Covid-19 pandemie op de algemene uitkering’. Dit laatste omdat de staatsschuld onder de 60% grens is gebleven en daarmee veel minder is gestegen door de Covid-19 pandemie dan aanvankelijk verwacht.
(16) De kleine weerstandsratio is de verhouding tussen de verwachte stand van de algemene reserve per 31 dec in het begrotingsjaar en de som van de geïnventariseerde risico’s.