1.3 Tarieven

Binnen de kaders van de wet heeft de gemeente enige beleidsvrijheid over de hoogte van de heffingen. Het coalitieconvenant vult deze beleidsvrijheid deels in. De opbrengsten van de gemeentelijke Onroerende Zaak Belasting volgt de reguliere indexatie. Die indexatie is in 2024 niet meer het prijs Bruto Binnenlands Produkt maar de gewogen index. De gewogen index is 4,2% in 2024 (14).

Met de ondernemers in de recreatieve sector is de afspraak gemaakt de tarieven slechts om de 2 jaar te indexeren. De laatste verhoging dateert uit 2022. Dit betekent dat we de tarieven voor 2024 verhogen met € 0,05 naar € 1,50 per persoon per overnachting. Ondernemers in de toeristenbranche zijn hierover per brief persoonlijk geïnformeerd. De salarissen zijn voor 2024 met 4,2% geïndexeerd. Dat is lager dan de loonvoet sector overheid in 2024 van 5,2%. Maar zoals ook al aangegeven in de kadernota 2024 was de werkelijke CAO in 2023 met gemiddeld 8% veel hoger dan de Loonvoetindex in 2023 van slechts 4%. Dit werkt structureel door.  Reden waarom we de raming salarislasten meerjarig lager hebben geraamd dan de geprognosticeerde ontwikkeling loonvoet overheid. 

(14) Bron meicirculaire 2023

Jaar 2023 2024 2025 2026 2027
Loonvoet overheid cf. meicirculaire 2023 4,0% 5,2% 5,8% 4,8% 4,2%
Indexering salarislasten in begroting 2024 8,0% 4,2% 4,1% 2,5% 2,5%
Tabel 15

Zouden we de loonvoet sector overheid vanaf 2024 als index opnemen dan moeten we zoals ook al aangegeven in de kadernota 2024 in 2027 rekening houden met nog een keer € 1,75 miljoen. structurele bijraming. Dat vinden we niet reëel. We hebben wel een risico hiervoor opgenomen.

Bij de rioolheffing en afvalstoffenheffing blijft het uitgangspunt 100% kostendekkendheid. Daardoor kan de tariefontwikkeling afwijken van de genoemde indexering. De tarieven OZB zoals opgenomen in de paragraaf lokale lasten en heffingen zijn vooralsnog indicatief omdat de definitieve WOZ-waarden pas in oktober beschikbaar komen. Bij de definitieve vaststelling van de verordeningen in december van dit jaar zijn de tarieven definitief.

Uit het jaarlijkse onderzoek naar de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten (COELO) (15) blijkt dat de gemeentelijke woonlasten in Landgraaf in 2023 voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden met een eigen woning € 975 (16) zijn.

(15) Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden.
(16) In vergelijking met de andere verstedelijkte gemeenten valt op dat in 2023 de woonlasten in Beekdalen in de volle breedte hoger zijn dan in Landgraaf. Brunssum en Heerlen zijn in de volle breedte goedkoper. Kerkrade is voor de woningeigenaar iets goedkoper, maar voor de huurder opvallend duurder.