De set van financiële kengetallen is vastgelegd in een ministeriële regeling. Deze ratio’s zijn in onderstaande tabel weergegeven. De provincie deelt de kengetallen in drie categorieën in, maar geeft hier geen kwalificatie aan, omdat de normering een eigen gemeentelijke keuze is. Wel kan over het algemeen worden gesteld, dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
Netto schuldquote: De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Hierbij wordt verschil gemaakt tussen de schuldquote in – en exclusief doorgeleende gelden (verstrekte leningen). Onze schuldquote stijgt verdergaand maar is wel nog steeds aan de maat (categorie A). Dit is een direct gevolg van het meer moeten aantrekken van leningen onder andere ten behoeve van de financiering van de investeringen en de duurzaamheidsleningen.
Solvabiliteitsratio: Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onze solvabiliteitsratio blijft dalen maar bevindt zich nog steeds in de categorie B. Deze dalende trend kunnen we ombuigen door zodra mogelijk de stortingen in de algemene reserve weer op te hogen.
Grondexploitatie: Dit kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale geraamde baten. De boekwaarde van de grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Structurele exploitatieruimte: Hiermee wordt aangegeven hoe groot de structurele exploitatieruimte is door de totale baten te vergelijken met de structurele baten en lasten. Op grond van artikel 19 van het BBV wordt een overzicht van incidentele baten en lasten per programma gevraagd. Deze specificatie is opgenomen in hoofdstuk 3.3.2 Dit saldo afgezet tegen de totale baten geeft het gevraagde percentage.
Zoals u ziet geeft de indicator aan dat er pas in 2025 sprake is van een structureel evenwicht in de begroting maar in dat evenwicht is nog geen rekening gehouden met het nadelige effect van de nog te besluiten herverdeling van het gemeentefonds. Dit is in lijn met de toelichting zoals gegeven in hoofdstuk 1 waarin wij u uitleg hebben gegeven over de ontwikkeling van ons formele en structureel, reëel exploitatiesaldo.
Belastingcapaciteit: Dit kengetal geeft een grove indicatie in welke mate de gemeente de gemeentelijke belastingopbrengsten kan verhogen om financiële tegenvallers op te vangen c.q. ruimte te creëren voor nieuw beleid. De indicatieve ruimte die de gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt berekend door de gemiddelde woonlaten van een gezin met een eigen huis in Landgraaf af te zetten tegen de gemiddelde woonlasten van een gezin in Nederland. De woonlast ligt hoger. Dit behoeft echter nuancering. Kijken we naar de woonlasten in Parkstad dan zien we dat we binnen Parkstad een gemiddelde woonlast hebben.
|
|
|
|
|
|
|
|
Kengetal |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Categorische indeling provincie |
|
|
|
|
|
Cat.A |
Cat.B |
Cat.C |
Netto schuldquote |
74,5% |
67,3% |
71,9% |
70,9% |
<90% |
90-130% |
>130% |
Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
64,2% |
58,2% |
63,1% |
62,9% |
<90% |
90-130% |
>130% |
Solvabiliteitsratio |
26,7% |
29,2% |
28,2% |
28,0% |
>50% |
20-50% |
<20% |
Grondexploitatie |
2,9% |
2,8% |
2,9% |
2,8% |
<20% |
20-35% |
>35% |
Structurele exploitatieruimte |
1,2% |
5,0% |
-0,9% |
0,3% |
begr.pos. |
begr.neutr. |
begr. neg. |
Belastingcapaciteit |
101,2% |
101,2% |
101,2% |
101,2% |
<95% |
95-105% |
>105% |
Kleine weerstandsratio ( r ) |
1,5 |
1,8 |
1,5 |
1,2 |
2 |
2 > r > 1 |
1 |
Grote weerstandsratio (R) |
3,3 |
3,6 |
3,0 |
2,5 |
|
>2 |
2 |
Ratio reserves versus omzet |
7,9% |
11,3% |
10,8% |
10,8% |
|
|
|
Tabel 16 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|