|
|
|
|
|
|
|
(cijfers x € 1.000) |
|
|
Programma |
Omschrijving incidentele lasten |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Toelichting |
|
|
0 |
Doorwerking van de in de begroting 2023 in de meerjarenschijven 2024 en 2025 verwerkte incidentele stortingen in de algemene reserve voortvloeiend uit de meicirculaire 2022 |
2.500 |
4.500 |
|
|
Op basis van de meicirculaire 2022 hebben wij in de begroting 2023 een structureel positief budgettair effect van ruim € 10 miljoen verwerkt. Daarnaast hebben wij in de meerjarenschijven 2024 en 2025 de incidenteel hogere budgettair positieve effecten in de algemene reserve gestort. In de begroting 2024 en bijbehorende meerjarenschijf 2025 hebben wij deze incidentele stortingen in de algemene reserve ongewijzigd verwerkt. |
|
|
0 |
Doorwerking van de in de begroting 2023 in de meerjarenschijven 2024 en 2025 verwerkte incidentele stortingen in de algemene reserve van de positieve begrotingsaldi |
2.748 |
928 |
|
|
Het incidentele deel van de batige saldi van de meerjarenschijven 2024 en 2025 behorende bij de begroting 2023 wordt in de algemene reserve gestort. Deze saldi zijn vervolgens gemuteerd voor de gevolgen van de Kadernota 2024 alsmede ter egalisering van de hogere kapitaallasten van de nieuwbouw Eijkhagencollege. De dan resterende incidentele bedragen worden in begroting 2024 en de meerjarenschijf 2025 in de algemene reserve gestort. |
|
|
0 |
Vaste storting ten laste van de exploitatie in de algemene reserve |
750 |
750 |
750 |
750 |
Ten laste van de exploitatie wordt incidenteel tot en met 2027 € 750 duizend in de algemene reserve gestort. Dit is met name noodzakelijk om de aanzienlijke aanwending van de algemene reserve in 2024 ter dekking van de incidentele ruimtevragen toereikend te compenseren. Indien de vaste storting ten laste van de exploitatie ook na 2027 dient te worden gecontinueerd, zal dat via een nieuw raadsbesluit vorm worden gegeven. Reservemutaties (m.u.v. afschrijvingsreserves) dienen als incidenteel te worden getypeerd. Bovendien hebben de stortingen een onvoorwaardelijke einddatum, namelijk 2027, waardoor ze eveneens als incidenteel zijn te beschouwen. |
|
|
0 |
Storting ten laste van de algemene reserve in de egalisatiereserve algemene uitkering |
3.500 |
|
|
|
Aangezien wij ten onrechte op het spoor zijn gezet dat egalistiereserves zouden moeten worden opgeheven, hebben wij in de begroting 2023 niet meer gezorgd dat de egalisatiereserve algemene uitkering een toereikende omvang heeft. Teneinde de budgettaire effecten van de meicirculaire 2023 voor de jaren 2024-2027 te kunnen egaliseren zal de egalisatiereserve algemene uitkering weer een toereikende omvang moeten hebben. Daarom wordt ten laste van de algemene reserve in 2024 incidenteel een bedrag van € 3,5 miljoen gestort in de egalisatiereserve algemene uitkering. In de jaren 2025 tot en met 2027 wordt dit teruggestort in de algemene reserve. |
|
|
0 |
Terugstorting in algemene reserve |
|
759 |
472 |
2.377 |
Het egaliseren van de batige budgettaire effecten van de meicirculaire 2023 voor de jaren 2025 tot en met 2027 heeft tot gevolg, dat in die jaren voor in totaal ruim € 3,5 miljoen teruggestort wordt in de algemene reserve. Alle stortingen hebben een incidenteel karakter. |
|
|
0 |
Doorwerking van de in de meerjarenschijven 2024 en 2025 behorende bij de begroting 2023 in de egalisatiereserve algemene uitkering gestorte bedragen |
222 |
962 |
|
|
Op basis van de meicirculaire 2022 hebben wij in de bij de begroting 2023 behorende meerjarenschijven 2024 en 2025 incidenteel bedragen in de egalisatiereserve algemene uitkering gestort. In de begroting 2024 hebben wij dit ongewijzigd verwerkt. |
|
|
0 |
Lasten in het kader van de Wet Open Overheid |
53 |
53 |
53 |
|
Tegenover de via een decentralisatie-uitkering gedurende de jaren 2022-2026 te ontvangen incidentele middelen voor de Wet Open Overheid ramen wij de in dat kader te maken incidentele lasten (einddatum 2026) van € 53 duizend per jaar. |
|
|
0 |
Kleine incidentele last programma 0 |
54 |
48 |
36 |
36 |
Betreft de begrote incidentele lasten in het kader van het digitaliseren van het raadsproces van € 6 duizend (begroting 2023, meerjarenschijf 2024 - ruimtevraag college exp.17) en het versterken van het vrijwilligersbeleid vanuit de participatiewet van € 12 duizend (begroting 2024 en meerjarenschijf 2025 - ruimtevraag college exp 02 gedeeltelijk). Daarnaast wordt voor de jaren 2024 t/m 2027 het voordeel van de verlaging van de storting in de onderhoudsvoorziening Burgerhoes en Emile Erensplein van in totaal € 36 duizend per jaar gestort in de algemene reserve. Deze storting zal t/m 2027 plaatsvinden, daarna wordt het voordeel in de exploitatie geraamd. Indien de storting in de algemene reserve ook na 2027 gecontinueerd dient te worden, dan dient dit door een nieuw raadsbesluit vorm te worden gegeven. |
|
|
1 |
Kleine incidentele lasten programma 1 |
24 |
24 |
24 |
24 |
Betreft de jaarlijks begrote storting in de reserve evenementen. Eenzelfde bedrag wordt jaarlijks aan deze reserve onttrokken (zie incidentele baten). Dit heeft daarom geen invloed op het structurele evenwicht. |
|
|
2 |
Storting in onderhoudsreserve binnenring |
107 |
107 |
107 |
107 |
Betreft de jaarlijks begrote storting in de onderhoudsreserve binnering. Eenzelfde bedrag wordt jaarlijks aan deze reserve onttrokken (zie incidentele baten). Dit heeft daarom geen invloed op het structurele evenwicht. |
|
|
2 |
Lasten wegen en trottoirs |
40 |
|
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'gebiedsaanpak Smart Mobility' (RVC exp 11). Zowel landelijk, provinciaal als regionaal wordt er in alle nieuwe beleidsdocumenten vol ingezet op het reduceren van het autogebruik en het stimuleren van de fiets. Het beinvloeden van het reisgedrag is op gemeentelijk niveau lastig onder andere omdat de effecten ervan de gemeentegrens overstijgen. Daarom is met alle 16 gemeenten binnen de regio zuid Limburg afgesproken dit gezamenlijk op te gaan pakken en het programmabureau Zuid Limburg Bereikbaar (ZLB) hiervoor in te zetten. Onder de noemer 'Gebiedsaanpak Smart Mobility' worden sinds 2023 een breed scala aan samenhangende activiteiten uitgevoerd waarbij werkgevers, inwoners en bezoekers worden benaderd om na te denken over hun mobiliteitsbeleid en hun mobiliteitsgedrag en concreet om de (benzine/diesel)auto te vervangen door een slim en schoon alternatief zoals de fiets, e-bike of het openbaar vervoer. Alle inspanningen moeten ertoe leiden dat bedrijven duurzamer mobiliteitsbeleid gaan voeren en dat inwoners, forenzen en bezoekers minder vaak de (fossiele) auto pakken en vaker gaan fietsen, thuiswerken en het OV gebruiken. De totale kosten van het inzetten van ZLB ten behoeve van de werkgeversaanpak en fietsstimulering voor de periode tot en met 2026 (inclusief promotie Velocity) bedraagt jaarlijks circa € 1,27 miljoen. De Provincie neemt hiervan de helft voor haar rekening. De rest wordt verdeeld over de 16 deelnemende gemeenten. Voor Landgraaf betekent dit jaarlijks tot en met 2026 € 40 duizend. Elke gemeente heeft dit geregeld, waarbij er een paar (voorlopig) hebben gekozen voor een jaarlijkse afweging. Wij hebben alleen voor 2024 hiervoor een bedrag geraamd. Het incidenteel gefinancierde beleid maakt deel uit van het onderzoeksplan 213A voor 2024. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren 2025 en 2026 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. |
|
|
2 |
Lasten verkeersbeleid |
50 |
50 |
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'vervanging elementverharding' (RVC exp 18). Wij hebben voor 2024 en 2025 middelen geraamd om de gevaarlijke situaties die slechte trottoirs met zich meebrengen alsmede het groeien van meer onkruid tussen losliggende tegels aan te pakken. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren. |
|
|
3 |
Lasten Vrijetijdseconomie & Evenementen |
90 |
|
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'werkbudget vrijetijdseconomie en evenementen' (RVC exp 13). Dit budget is nodig om te kunnen voorzien in zowel opkomende kosten als investeringskracht om de aantrekkelijkheid van Landgraaf als recreatieve bestemming en evenementengemeente op niveau te houden én te optimaliseren conform de ambities die zijn neergelegd in de Nota Vrijetijdseconomie Landgraaf 2021-2030. Hier is sprake van een onvoorwaardelijke einddatum, aangezien eerst het beleid zal worden geëvalueerd alvorens de gemeenteraad na integrale afweging van de voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit zal nemen over voortzetting van dit beleid. Deze lasten zijn daarom als incidenteel te typeren. |
|
|
3 |
Lasten Regionale Economische Samenwerking |
60 |
60 |
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'Regionale Economische Samenwerking' (RVC exp 17). We werken op Zuid-Limburgse schaal samen om (economische) vraagstukken/uitdagingen aan te pakken die de gemeentegrenzen overstijgen. Dit gebeurt in een samenwerkingsvorm waarbij iedere gemeente zelfstandig kan besluiten bij te dragen aan regionale acties en/of projecten, met als gevolg dat er diverse 'coalitions of the willing' ontstaan. Afhankelijk van de ambities van de gemeente en/of de (sub)regio zullen we aansluiten bij initiatieven. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden en zal de raad een nieuw besluit nemen over eventuele voortzetting van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren. |
|
|
4 |
Lasten Rijke schooldag (naschools aanbod) |
94 |
|
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'naschools aanbod/Rijke schooldag' (RVC exp 13 van de bij de begroting 2023 behorende meerjarenschijf 2024).Onlangs is bekend geworden dat de door Landgraaf aangevraagde subsidie Voorloperstraject Rijke Schooldag voor de Parkstadregio is toegekend (tot en met schooljaar 2024-2025). Op dit moment is nog niet duidelijk welke middelen hier vanuit het Rijk aan gekoppeld gaan worden. Wel staat vast dat we maar een beperkt aantal scholen kunnen doorontwikkelen voor wat betreft hun activiteitenaanbod op basis van deze subsidie. Omdat er een grote behoefte is aan het creëren van een Rijke schooldag, al dan niet voorzien van een (verlengd of naschools) extra aanbod gericht op brede talentontwikkeling en gezondheid, heeft de raad voor 2 jaar budget vastgesteld (tot en met eind schooljaar 2023-2024) waarin we in iedere wijk een naschools, verrijkt aanbod aanbieden dat toegankelijk is voor alle kinderen. Daarin staan brede talentontwikkeling en gezondheidsbevordering centraal. Het incidenteel gefinancierde beleid maakt deel uit van het onderzoeksplan 213A voor 2014. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2024 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. |
|
|
4 |
Lasten Eijkhagencollege |
|
748 |
|
|
In verband met de nieuwbouw van het Eijkhagencollege worden in 2025 de restant boekwaarden van de oude school extra afgeschreven. Deze eenmalige lasten worden gedekt via aanwending van de algemene reserve |
|
|
5 |
Kleine incidentele lasten programma 5 |
30 |
12 |
12 |
12 |
Betreft enerzijds de storting in de reserve monumenten en instandhouding religieus erfgoed van in totaal € 12 duizend per jaar en anderzijds de lasten van de incidentele ruimtevraag 'revitaliseren kermissen' van ruim € 18 duizend (RVC exp 25A van de bij de begroting 2023 behorende meerjarenschijf 2024). De storting van in totaal € 12 duizend is tot en met 2027. Indien de storting gecontinueerd dient te worden, dan zal hiervoor een nieuw besluit door de raad moeten worden genomen. Behalve dat stortingen in reserves als incidenteel worden beschouwd, is hier ook sprake van een onvoorwaardelijke einddatum. Ook om die reden zijn de stortingen als incidenteel te typeren. Op 3 oktober 2019 heeft de gemeenteraad € 33 duizend ter beschikking gesteld ten behoeve van de revitalisering van de 3 dorpskermissen in Schaesberg, Waubach en Nieuwenhagen. Voor een geslaagde kermis dient het kermisterrein uitstraling te hebben en met de beste attracties gevuld te zijn. Om dit te bereiken is de gemeente in zee gegaan met Kermisorganisatie & Advies Rob Meijers en heeft de gemeente gezorgd voor een aantrekkelijk randprogramma. Wij hebben alleen voor 2024 hiervoor een bedrag geraamd. Het incidenteel gefinancierde beleid maakt deel uit van het onderzoeksplan 213A voor 2024. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2024 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. |
|
|
6 |
Verhoging subsidie aan Welsun |
232 |
|
|
|
Betreft de incidentele verhoging van de subsidie aan Welsun in verband met de ruimtevragen begroting 2023 college exp 11 en 12. Het betreft de tijdelijke uitbreiding van de formatie buurtopbouwwerk en ouderenwerk. De lasten zijn incidenteel, aangezien het jaar 2024 de onvoorwaardelijke einddatum is. |
|
|
6 |
Lasten transformatieplan WMO |
400 |
|
|
|
De lasten betreffen de herijking van de WMO-uitvoering met als doel te komen tot een transformatie om de stijgende kosten te beheersen en beroep op duurdere geïndiceerde zorg te verminderen. Gelet op het realiseren van een transformatie hebben de lasten een incidenteel karakter. |
|
|
6 |
Storting in egalisatiereserve BUIG |
850 |
850 |
850 |
850 |
Voor de periode 2024 tot en met 2027 wordt ten laste van de algemene reserve de egalisatiereserve BUIG jaarlijks gevoed met € 850 duizend. Dit teneinde een toereikende egalisatiereserve te hebben die de jaarlijkse afnemende BUIG tekorten kan opvangen. Indien na 2027 nog sprake is van BUIG tekorten en de egalisatiereserve niet toereikend is, dan zal een nieuw raadsbesluit moeten worden genomen om de egalisatie reserve bij te storten ten laste van de algemene reserve. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum worden de stortingen in de egalisatiereserve als incidentele lasten beschouwd. |
|
|
6 |
Lasten arbeidsmarkt en -projekten |
375 |
|
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'aanpak arbeidsmarkt met meer arrangementen met loonkostensubsidie' (RVC exp 21 van de bij de begroting 2023 behorende meerjarenschijf 2024). De gespannen arbeidsmarkt heeft ervoor gezorgd dat direct plaatsbare kandidaten makkelijk een baan vinden. Het aanbod van direct plaatsbare (80-100%) is daarmee afgenomen. Dit betekent dat het de komende periode moeilijker wordt om, zonder de inzet van extra middelen, kandidaten aan het werk te helpen. Er heeft dan ook een verschuiving plaatsgevonden van de inzet van capaciteit van onze medewerkers. De krapte op de arbeidsmarkt biedt ook een heel mooi moment om ons te richten op het ontwikkelen en plaatsen van de groep 30-80%. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt zien we helaas dat werkgevers nog steeds terughoudend zijn om deze kandidaten een baan aan te bieden. Aan de werkgeverskant zullen we dan ook extra aandacht moeten schenken. In de begroting 2023 hebben wij hiervoor voor 2 jaar budget vastgesteld. Het incidenteel gefinancierde beleid maakt deel uit van het onderzoeksplan 213A voor 2024. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2024 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Dit ook vanwege de steeds veranderende arbeidsmarkt. |
|
|
6 |
Lasten jeugd preventieplan |
58 |
|
|
|
In het kader van het Jeugd Preventieplan heeft de raad gedurende 3 jaren € 600 duizend per jaar beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn in de reserve Jeugd Preventieplan gestort. In 2024 wordt de restant reserve van € 58 duizend ingezet en worden voor dat totaalbedrag incidentele lasten in 2024 geraamd. De in het kader van het Jeugd Preventieplan te maken lasten hebben een incidenteel karakter. |
|
|
6 |
Lasten verbinden en samenwerken |
69 |
|
|
|
Betreft de incidentele lasten van innovatieve projecten op het gebied van samenwerking binnen het sociaal domein. De reserve Stimulering verbinden en Samenwerken wordt ingezet ter dekking van deze lasten. |
|
|
6 |
Lasten exploitatie MOB |
282 |
265 |
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevragen 'versterken vrijwilligersbeleid vanuit de participatiewet' (RVC exp 02 gedeeltelijk) en 'continuering project Vebego participatie@ work' (RVC exp 07). RVC exp 02 : Mensen met een participatiewetuitkering die vrijwilligerswerk doen en die hierbij nu geen begeleiding krijgen gaan we structureel ondersteunen bij het behouden van dit vrijwilligerswerk. Hierdoor voorkomen we uitval uit het vrijwilligerswerk en zorgen we voor meer contacten, structuur en zinvolle dagbesteding voor betrokkene. Hiermee geven we ook verdere invulling aan het uitgangspunt van de participatiewet dat iedereen participeert, hetgeen onderschreven is in het coalitieakkoord. Momenteel gaat het om een groep van 240 kandidaten die nog niet in de caseload van het mensontwikkelbedrijf zijn opgenomen (de totale groep 1 tot 30% arbeidsfit bestaat uit 392 personen). Om deze groep over te hevelen naar het mensontwikkelbedrijf en daar de begeleiding vorm te kunnen geven zijn 2 extra participatiecoaches op HBO niveau nodig én 1 ondersteuner van deze coaches op mbo niveau. Hiervoor is een incidenteel een bedrag van afgerond € 212 duizend voor 2024 en € 220 duizend voor 2025 geraamd. RVC exp 07 : In 2023 is gestart met het project Participatie@work. Met de beschikbare middelen kan alleen de groep die in 2023 start het 2-jarig traject afmaken. Om ook in 2024 mensen binnen 3 maanden na start met het project uit de uitkering te kunnen laten uitstromen wordt voorgestaan om in 2024 met een nieuwe groep te starten. Voor zover we ook in 2024 en 2025 onder de regels van het vangnet BUIG vallen levert dit geen netto-besparing op. Hiervoor is een incidenteel een bedrag van afgerond € 70 duizend voor 2024 en € 45 duizend voor 2025 geraamd. Voor eind 2025 zal het beleid van zowel RVC exp 02 als 07 geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren. |
|
|
6 |
Kleine incidentele last programma 6 |
18 |
19 |
19 |
20 |
Betreft de storting van het budgettaire voordeel van de 1e wijziging begroting 2023 van de Gr Omnibuzz in de algemene reserve. Deze storting is tot en met 2027 geraamd en daarna wordt het voordeel structureel in de exploitatie geraamd. Indien de storting in de algemene reserve ook na 2027 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden. Behalve dat stortingen in reserves als incidenteel worden beschouwd is hier ook sprake van een onvoorwaardelijke einddatum. Ook om die reden zijn de stortingen daarom ook als incidenteel te typeren. |
|
|
7 |
Storting in reserve Klimaatbeleid |
377 |
497 |
|
|
De stortingen in de reserve Klimaatbeleid zijn alleen voor 2024 en 2025 geraamd en zijn ook daarom als incidenteel te beschouwen. |
|
|
7 |
Kleine incidentele lasten programma 7 |
29 |
44 |
41 |
37 |
Betreft de storting in de reserves geldlening zonnepanelenproject 1 en geldlening duurzaam Klimaatfonds. Deze reservemutaties worden als incidenteel getypeert, aangezien het geen afschrijvingsreserve betreft. |
|
|
8 |
Voeden reserve Transformatie |
3.400 |
|
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'voeden reserve Transformatie' (RVC exp 15). De Reserve Transformatie bevat op 31-12-23 naar verwachting nog € 1,5 miljoen. Daarvan is een bedrag van circa € 500 duizend nog niet 'beklemd' door (voorgenomen) plannen. Wanneer we de reserve transformatie niet voeden, dan kunnen we niet beschikken over cofinanciering voor de Regiodeal, Volkshuisvestingsfonds of eventueel vergelijkbare regelingen die ons kunnen helpen bij de realisering van onze ambities om Landgraaf leefbaar te houden en er voor te zorgen dat er voor voldoende aanbod is van kwalitatief goede woningen. Daarom wordt incidenteel een bedrag van € 3,4 miljoen in de reserve Transformatie gestort. |
|
|
8 |
Lasten Omgevingswet |
288 |
298 |
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'capaciteit omgevingswet' (RVC exp 14). De VNG heeft onderzoek gedaan naar de gemiddelde kosten die verband houden met de invoering van de Omgevingswet. De gemiddelde invoeringskosten van de Omgevingswet zijn op basis van onderzoek van de VNG voor een gemeente met de omvang van Landgraaf circa € 1,9 miljoen. Dit betreft o.a. kosten die samenhangen met organisatorische aspecten m.b.t.de invoering van de Omgevingswet. Niet inbegrepen in dit bedrag (van circa € 1,9 miljoen), zijn de kosten die samenhangen met het opstellen van o.a. de wettelijke kerninstrumenten zoals de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Voor het opstellen van de omgevingsvisie, het omgevingsplan, omgevingsprogramma's en de doorontwikkeling van het DSO worden de middelen ingezet uit de bestemmingsreserve Omgevingswet. Het in het verleden door de raad beschikbaar gestelde bedrag voor de invoering van de Omgevingswet is beperkt (circa € 700 duizend) in vergelijking met het bedrag waar een gemeente met de omvang van Landgraaf rekening moet houden volgens het onderzoek van de VNG. Naast de door de raad beschikbare gestelde middelen voor de Omgevingswet in de bestemmingsreserve, zijn ook de rijksmiddelen voor de Omgevingswet (meicirculaire) beklemd en noodzakelijk voor de omgevingsvisie, het omgevingsplan, omgevingsprogramma's en de doorontwikkeling van het DSO. In de bovengenoemde lasten zijn ook de overheadkosten meegenomen (€ 10 duizend per functie/jaar). Aangezien de middelen in de bestemmingsreserve Omgevingswet beklemd zijn (inclusief de rijksmiddelen) - in verband met de totstandkoming van de omgevingsvisie, het omgevingsplan, omgevingsprogramma's en de doorontwikkeling van het DSO -, wordt deze budgettaire incidentele ruimtevraag van 2,7 fte voorgesteld. |
|
|
8 |
Lasten werkbudget Ruimtelijke Ordening |
100 |
100 |
|
|
Betreft de lasten van de incidentele ruimtevraag 'werkbudget Ruimtelijke Ordening' (RVC exp 16). Jaarlijks ontrekt de vakafdeling een bedrag van € 100 duizend aan de Reserve transformatie. Deze middelen worden met name ingezet voor de uitvoering van de Nota Samen Slim Sleutelen aan de Stad 2.0, inclusief het woningmarktprogramma. De middelen worden ingezet voor o.a. taxaties, ecologische voor- en vervolgonderzoeken op bouwlocaties, kosten van voorbereiding sloop, tijdelijke beheerkosten, planeconomische adviezen. Kortom alles wat er voor nodig is om ons woningbouwprogramma tot uitvoering te brengen. Wij hebben voor 2024 en 2025 hiervoor middelen geraamd. Voor eind 2025 zal dit beleid geëvalueerd worden. Op basis van de uitkomst van die evaluatie zullen wij beoordelen of hernieuwde financiering voor de jaren na 2025 wenselijk is. De raad zal vervolgens op basis van een integrale afweging van de dan voorliggende beleidsalternatieven en de beschikbare financiële ruimte een nieuw besluit nemen omtrent het wel of niet continueren van dit beleid. Gelet op de onvoorwaardelijke einddatum zijn deze lasten als incidenteel te typeren. |
|
|
8 |
Storting in reserve Transformatie |
80 |
80 |
80 |
80 |
De storting in de reserve Transformatie is tot en met 2027 geraamd. Indien de storting ook na 2027 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden. Behalve dat stortingen in reserves als incidenteel worden beschouwd is hier ook sprake van een onvoorwaardelijke einddatum. Ook om die reden zijn de stortingen daarom ook als incidenteel te typeren. |
|
|
8 |
Stortin in reserve af te storen panden |
43 |
43 |
43 |
43 |
De storting in de reserve af te stoten panden is tot en met 2027 geraamd. Indien de storting ook na 2027 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden. Behalve dat stortingen in reserves als incidenteel worden beschouwd is hier ook sprake van een onvoorwaardelijke einddatum. Ook om die reden zijn de stortingen daarom ook als incidenteel te typeren. |
|
|
8 |
Kleine incidentele last programma 8 |
37 |
37 |
37 |
37 |
Betreft de storting in de reserve onderhoud woonwagencentra. Deze storting is tot en met 2027 geraamd. Indien de storting ook na 2027 dient te worden gecontinueerd, dan zal dit via een nieuw raadsbesluit vorm gegeven worden. Behalve dat stortingen in reserves als incidenteel worden beschouwd is hier ook sprake van een onvoorwaardelijke einddatum. Ook om die reden zijn de stortingen daarom ook als incidenteel te typeren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
16.959 |
11.233 |
2.524 |
4.373 |
|
|
|
Tabel: Overzicht incidentele lasten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|