Jaarlijks vindt er een externe inspectie plaats naar de staat van onderhoud van de verhardingen (wegen, trottoirs, rijwielpaden, parkeerplaatsen) waarbij de CROW-systematiek wordt gehanteerd. Het vastgestelde niveau is voor alle wegen en fietspaden niveau C. Daarnaast vindt er een jaarlijkse knelpuntenanalyse door de eigen dienst plaats. Op basis van de inspectiegegevens en de knelpuntenanalyse bepalen we het noodzakelijke onderhoud aan de verhardingen, rekening houdend met de beschikbare budgettaire ruimte en het vastgestelde kwaliteitsniveau. Dit gebeurt in nauw overleg met de andere vakdisciplines zoals riolen, verkeer, groen, water.
In haar brief van 24 maart 2015 inzake aandachtspunten begroting 2016 gaf de provincie aan dat het onderhoud wegen op de CROW norm C moet worden uitgevoerd. Deze CROW norm betekent dat er geen sprake van achterstallig onderhoud mag zijn en dat onvoldoende onderhoud binnen een termijn van 3-5 jaar moet worden weggewerkt. De inspectie die we in 2017 hebben laten uitvoeren, heeft laten zien dat met deze middelen het achterstallig onderhoud onvoldoende afnam, om aan de opgave die de provincie ons gesteld heeft te kunnen voldoen. De weginspectie wees uit dat er volgens het gehanteerde model een extra structureel budget voor onderhoud wegen nodig was van circa € 600 duizend om uiteindelijk de kosten en het budget in evenwicht met elkaar te brengen. We denken dat er nog een correctie door de markt op de 'modelprijzen' zal blijken plus we hebben het oogmerk om nog meer dan voorheen effectiever reconstructies, verkeersveiligheidsprojecten en rioolprojecten af te stemmen met het onderhoud van de bovengrondse infrastructuur.
Daarom is er voor de jaren 2019 en 2020 een verhoging van het budget van € 600 duizend doorgevoerd, waarna vanaf 2021 structureel € 300 duizend aan extra budget ten opzicht van de uitgangssituatie 2018 is doorgevoerd. De evaluatie eind 2020 had opgeleverd dat er nog altijd sprake was van een afname van het achterstallig onderhoud. We zien hierbij overigens een afvlakking van deze afname. We blijven de onderhoudstoestand monitoren middels de jaarlijkse weginspectie. De evaluatie in 2022/2023 laat zien dat de afname van achterstalligheid tot stilstand is gekomen. De oorzaak hiervan is dat een groot deel van het wegenareaal in eenzelfde tijdsperiode is aangelegd en nu gelijktijdig in achterstalligheid komt. Er is een extra analyse van de weginspectie uitgezet om een goede prognose te krijgen. De resultaten worden uiterlijk begin 2024 verwacht.
Om het wegenonderhoud structureel beheersbaar te houden zoeken wij tevens naar duurzame oplossingen, zoals het minder toepassen van asfalt in woonwijken. Er wordt vaker gekozen om asfalt te vervangen door gebakken klinkers. Een rijbaan die bestaat uit gebakken klinkers behoeft slechts één keer in de 35 jaar te worden her-straat terwijl asfalt intensiever onderhoud nodig heeft. Naast het jaarlijks onderhoud door scheurvulling en reparatievakken zal eens in de 17,5 jaar de toplaag vervangen worden en om de 35 jaar de complete asfaltconstructie. Na twee van deze cycli, na 70 jaar, wordt een weg volledig gereconstrueerd en het riool vervangen. De investering voor het toepassen van gebakken klinkers is ten opzichte van asfalt iets hoger, maar deze wordt terugverdiend door lagere onderhoudskosten en de restwaarde (opnieuw toepassen) van het bestratingsmateriaal. Nog een voordeel is dat reparatievakken vrijwel onzichtbaar hersteld kunnen worden.
Vanaf 2020 is er nog een andere wijziging in de begroting verwerkt. Het betreft de financiële verwerking van het vervangen van complete asfaltconstructies. Deze vervangingsinvesteringen zijn tot en met 2019 als onderdeel van het onderhoudsprogramma direct ten laste van de exploitatie gebracht, in het kader van onderhoud. Vanaf 2020 worden deze investeringen, die in omvang circa 60% van het beschikbare totaalbudget voor onderhoud uitmaken, daadwerkelijk geïnvesteerd en afgeschreven. Er is hierdoor – zij het in afnemende mate – sprake van een ontlasting van de gemeentebegroting. Met betrekking tot de recreatief-toeristische fietspaden in het buitengebied is vanaf de begroting 2019 een structureel bedrag van € 65 duizend opgenomen. De resultaten hiervan zijn duidelijk zichtbaar geworden en wij zullen met deze inhaalslag verder gaan.
In 2022 heeft uw raad eenmalig extra budget beschikbaar gesteld ter compensatie van de explosief gestegen prijzen. Dit wordt ook voor 2023 wederom incidenteel opgelost. De nu voorliggende jaarschijf 2024 is op het prijspeil vóór de Oekraïne-crisis gebaseerd. Zodra er meer zicht is op het uiteindelijk te verwachten blijvend effect op de prijzen, zal een voorstel aan uw raad worden gedaan om vanaf dat moment de budgetten structureel aan te passen aan dat hogere prijspeil. Hiertoe is in de begroting een robuuste stelpost opgenomen voor loon- en prijscompensatie die ter dekking kan worden aangewend.
Financiële consequenties en vertaling in de begroting:
(cijfers x € 1.000) |
|
|
|
|
Omschrijving |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
Lasten wegen, trottoirs en fietspaden |
2.355 |
2.441 |
2.432 |
2.447 |